In het VPRO programma tegenlicht gisteravond was Joris Luyendijk te gast. Hij heeft jarenlang de financiële sector in London bestudeerd voor de Britse krant The Guardian en is tot de conclusie gekomen dat het gevaar van een volgende bankencrisis nog verre van geweken is.
Luyendijk wijdt de problemen niet aan de risiconemende bankiers zelf, maar aan het corrumperende systeem waar zij deel van uitmaken. Waar zit het fout met dat systeem?
1. Kortetermijn denken
Bankiers in de Londonse City kunnen volgens Luyendijk ieder moment ontslagen worden. Zwangere vrouwen en medewerkers met een burn-out gaan eerst. Deze manier van met mensen omgaan leidt er toe dat de mensen geen enkele loyaliteit voelen naar hun werkgever. Daardoor zijn ze eerder geneigd enorme risico’s te nemen, bijvoorbeeld door complexe producten (derivaten) te verkopen die slecht zijn voor hun klanten.
2. Gebrek aan schuldgevoelens
Het schuldgevoel binnen de financiële sector is niet ontwikkeld, vindt Luyendijk. ‘Insiders zeggen nooit iets over hun rol in de crisis. Alcoholverslaafden die gaan stoppen beginnen hun afkickprogramma met erkennen dat ze verslaafd zijn. Daarmee trekken ze de verantwoordelijkheid naar zich toe. In de financiële sector gebeurt dat niet.’
3. Ondoorzichtigheid
Bijna niemand begrijpt wat zakenbankiers precies doen en hoe hun financiële producten in elkaar steken. Klanten begrijpen derivaten niet, dus zijn zij afhankelijk van de bankiers om het hen uit te leggen en zelfs dan begrijpen ze maar een fractie van de materie. Hierdoor zijn ze ook niet in staat de financiële producten van aanbieders te vergelijken. Als iets heel ondoorzichtig is, is het winstgevend. Complexiteit wordt beloond.
4. Politieke lobby
Tony Blair krijgt 2,5 miljoen dollar per jaar van JP Morgan voor advies. Deze beweging van voormalige politici die worden aangetrokken door de financiële sector zie je in het hele Westen. Kijk maar naar Gerrit Zalm, Onno Ruding, Trude Maas – de Brouwer en zelfs Wim Kok die een commissariaat aanvaarde bij ING na zijn politieke carrière. Luyendijk: ‘Het is fundamenteel fout dat een dergelijk figuur zo’n gigantisch bedrag kan verdienen door zich aan te sluiten bij een financiële instelling.’
Voor de banken is het echter een koopje om een politiek figuur aan te trekken in ruil voor de lobbykracht die ze daarmee in huis halen. De financiële sector is inmiddels veel machtiger dan de politiek ter gevolge van globalisering. Politici zijn niet in staat de banken te beteugelen, dat is inmiddels meer dan duidelijk.
5. Wel beloning, geen risico
Ten gevolge van de bankencrisis is geen enkele bankier veroordeeld. Gezien de schade die is veroorzaakt, is dat een helder signaal dat de regels in de sector niet adequaat werken. Maar hierin is sinds 2008 heel weinig veranderd, vindt Luyendijk.
Achter een faillissement van een bank staan nog altijd de belastingbetalers en daarachter de geldpers. Mensen die risico’s nemen zijn niet de dragers van het risico. Als het goed uitpakt maken ze enorme winsten en als het mis gaat verliezen ze niks.
Oplossing
Niemand weet waar we moeten beginnen aangezien we te maken hebben met een wereldwijd systeem, dus een aanpak per land werkt niet. Het enige wat feitelijk kan werken is dat CEO’s van grote banken zelf het initiatief nemen om te veranderen. Maar gebrek aan schuldgevoelens (zie punt 2) zit hierbij in de weg.
Bekijk de uitzending hier.