Waarom 1971 ongemerkt een historisch jaar blijkt te zijn

In 1971 verscheen mijn favoriete boek aller tijden; ‘Fear and Loathing in Las Vegas’ door Hunter S. Thompson (oorspronkelijk in twee delen gepubliceerd in Rolling Stone Magazine). Maar het jaar was ook economisch zeer significant te noemen; het was het jaar waarin president Nixon (Thompson’s zelfbenoemde aartsvijand) de dollar loskoppelde van de goudstandaard. En dit heeft veel grotere gevolgen gehad dan de meeste mensen zich realiseren.

In zijn boek ‘Keerpunt 1971’, beschrijft econoom Edin Mujagiƈ deze gevolgen. Volgens de econoom heeft het besluit van de Nixon administratie geleid tot eeuwige inflatie, zombiebedrijven, populisme en een middenklasse die er niet langer op vooruit gaat. De enorme geldschepping van de centrale en commerciële banken heeft geleid tot een gigantische schuldenberg en een steeds lagere waarde van onze valuta.

De architect van de Amerikaanse ontkoppeling, Paul Volcker, zei geen spijt te hebben gehad van zijn voorstel destijds. De situatie zoals die was, was volgens hem niet houdbaar. Maar hij was wel ontevreden met het onverantwoordelijke gedrag van de centrale bankiers sindsdien. De geschiedenis leert ons dat wanneer machthebbers geld kunnen scheppen, ze dit vroeg of laat zullen doen als er economische problemen zijn. In de crisissen van 2008 en 2020 zijn er inderdaad astronomische bedragen gecreëerd.

Volgens Mujagiƈ zitten we nu in de laatste fase van een tijdperk, een tijdperk dat begon in 1971. Vroeg of laat zullen de wereldleiders een nieuw systeem moeten ontwerpen dat – in tegenstelling tot het huidige systeem – regels heeft. Toch is de econoom optimistisch. De economie beweegt in grote cyclische golven. En na de grote neergaande golf waar we nu middenin zitten, komt er weer een opgaande golf van nieuwe economische groei. En dankzij de ontwikkeling van een grote verzameling nieuwe technologieën belooft de volgende golf spectaculair te worden met veel vooruitgang voor de mensheid. Maar voor we dit beloofde land kunnen bereiken moet er dus nog wat gebeuren om het kapitalisme te herstellen.

Daarbij is het vooral cruciaal dat het mechanisme van creatieve vernietiging vrij zijn werk kan doen. Crony capitalism, met zijn kenmerken als lobby en invloed van grote bedrijven op de politiek staat daar haaks op. Er moeten volgens Mujagiƈ tenminste drie dingen gebeuren als we het kapitalisme weer willen laten functioneren zoals het hoort:

1) Monopolies en oligopolies moeten worden aangepakt aangezien de aanwezigheid daarvan de economische groei afremt. Hier is een machtige mededingingsautoriteit voor nodig.

2) Het economisch model ‘groei door schuld’ moet verleden tijd zijn en de macht van de centrale banken moet drastisch worden ingeperkt. Misschien moeten ze zelfs wel opgeheven worden, aangezien blijkt dat er meer nadelen dan voordelen aan kleven.

3) Het streven naar aanhoudende inflatie moet van tafel, de markt moet meer ruimte krijgen om prijzen te bepalen, ook, of beter juist, als dat voor deflatie zou zorgen, omdat dalende prijzen dé aanjagers waren van stijgende welvaart na de eerste industriële revoluties.

Overheden hebben sinds 1971 veel te veel ingegrepen in de economie. Dat moet stoppen, behalve op het gebied van klimaatverandering. Dat is een externaliteit die de vrije markt niet gaat oplossen. De vierde industriële revolutie die aanstaande is biedt de kans op een nieuwe welvaarts- en welzijnstijging voor de mensheid, maar alleen als de in 1971 gemaakte weeffout in het geldsysteem hersteld wordt. Volgens Mujagiƈ is dit proces reeds ingezet en – zich baserend op soortgelijke perioden uit het verleden – is hij optimistisch over een positieve uitkomst.

Wat zijn de beste klimaatoplossingen volgens ChatGPT?

Het was al lang geleden voorspeld: nieuwe toepassingen met kunstmatige intelligentie zullen ons steeds vaker versteld doen staan.

En toen was daar opeens ChatGPT (Generative Pre-trained Transformer), ontwikkeld door OpenAI, een onderzoekslaboratorium voor kunstmatige intelligentie. ChatGPT is een chatbot die vragen kan beantwoorden, essays kan schrijven in iedere denkbare stijl, muziek kan componeren en computerprogramma’s kan debuggen.

Ik heb de bot een aantal opdrachten gegeven om zijn taal- en schrijfvaardigheden te testen. Een voorbeeld was: ‘schrijf een korte essay over Donald Trump in de stijl van Hunter S. Thompson’. Het resultaat was zeker op taalgebied behoorlijk indrukwekkend. Inhoudelijk was het vreemd genoeg zeer complementair over Trump. Het is twijfelachtig dat de Gonzo-journalist zo positief was geweest over de ex-president, maar een interessante keuze was het wel.

Om de journalistieke vaardigheden van de AI-toepassing te testen heb ik het onderwerp klimaatverandering gekozen. Kan ChatGPT met een diepgaande analyse komen die zich kan meten met de beste klimaatjournalisten?

Op de vraag: ‘wat zijn de beste manieren om klimaatveranderingen tegen te gaan?’ komt hij (ik noem hem voor het gemak ‘hem’) met een opsomming van zeven maatregelen, waaronder het overschakelen op wind- en zonne-energie en het bevorderen van duurzame landbouw- en visserij. Dit is nog behoorlijk algemeen.

Daarom een vervolgvraag: ‘Welke maatregel tegen klimaatverandering kan de meeste uitstoot verminderen binnen tien jaar?’

Het antwoord: ‘Een van de meest effectieve maatregelen die snel kan worden genomen om uitstoot te verminderen, is het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in de energie-industrie. Dit kan worden bereikt door het verhogen van de investeringen in hernieuwbare energiebronnen, zoals zon- en windenergie, en het verminderen van de subsidies voor kolen- en olie-industrieën. Ook het versnellen van de elektrificatie van transport kan een grote bijdrage leveren aan de reductie van uitstoot. Dit kan worden bereikt door het bevorderen van de aanschaf van elektrische voertuigen en het uitbreiden van het aantal oplaadpunten.’

Niet slecht. Ik vraag nog even door over de rol van kernenergie. De bot komt met vijf verschillende manieren waarop kernenergie optimaal ingezet kan worden om de klimaatdoelen van Parijs te halen, zoals het inzetten van kernenergie in industrieën die moeilijk te decarboniseren zijn, zoals de scheepvaart of de luchtvaart. Daarbij merkt ChatGPT uit zichzelf op dat het belangrijk is om te benadrukken dat kernenergie niet de enige oplossing is voor de klimaatcrisis, en een mix van verschillende hernieuwbare energiebronnen en energiebesparingsmaatregelen noodzakelijk zijn om de klimaatdoelen te behalen.

Het aardige van chatten met de slimme bot is dat hij een eigen persoonlijkheid lijkt te hebben in de antwoorden die hij geeft. Dit is duidelijk een grote leap forward voor kunstmatige intelligentie.

Kan ChatGPT een bedreiging vormen voor de journalist? Het is lastig de impact van technologie te voorspellen, omdat het publiek ermee aan de slag gaat en daar weer nieuwe aanpassingen en verbeteringen uit voortkomen. In de huidige vorm is ChatGPT voor de journalist vooral een extra bron om in te zetten en wel eentje die van elk onderwerp verstand heeft tenminste tot aan 2021 (de robot haalt informatie uit een eigen database). Ook is het een handige schrijfhulp die je kan voorzien van basisteksten die je dan alleen nog maar hoeft te bewerken. Ik zie het dus vooral als een handig hulpmiddel dat de deur opent naar allerlei nieuwe mogelijkheden.

Zelf proberen? Maak kennis met ChatGPT via www.openai.com

 

Robin Green, rock-‘n-roll schrijver…

De naam Robin Green kende ik wel van The Sopranos. Samen met haar echtgenoot Mitchell Burgess schreef ze 17 afleveringen van de beste serie ooit. Nu hoorde ik op de podcast Talking Sopranos dat ze in de jaren ‘70 schreef voor Rolling Stone Magazine samen met o.a. Gonzo-journalist Hunter S. Thompson. Haar ervaringen uit die tijd staan beschreven in haar memoir ‘The Only Girl’. The Sopranos en Hunter S. Thompson? Dat is een boek voor mij.

En het viel niet tegen. Op 26 jarige leeftijd kwam Green op de Masthead van Rolling Stone te staan, als eerste vrouw. Het was in 1971, het jaar waarin Hunter S. Thompson’s Fear and Loathing in Las Vegas in twee delen in het magazine werd gepubliceerd, mijn favoriete boek aller tijden. Green hierover: ‘Hunter had been sent to Las Vegas to cover a motorcycle race, and when the magazine – ‘aggressively’ according to Hunter, rejected the pages – that story resulted in ‘Fear and Loathing in Las Vegas: A Savage Journey to the Heart of the American Dream’, published in two parts. The first as Hunter had written it, the second derived largely from taped hours of Hunter and Oscar Acosta’s muttering and raving, tapes that landed on the desk of newly hired Sarah Larin to be transcribed’.

En nog meer over Hunter: ‘His writing seemed like a new form as close to rock itself as writing gets. Unrestrained and Unrepressed, wild and reckless and high as a fucking kite. Hunter had found the perfect venue in Rolling Stone. Neither a glossy magazine with a two month lead time nor a newspaper with its limited space and linguistic leeway.’

Green, die altijd schrijver wilde worden, maakte haar debuut bij Rolling Stone met een verhaal over Marvel waar ze als secretaresse van Stan Lee had gewerkt. Ze kreeg 5 cent per woord wat haar 500 dollar opleverde, veel geld in die tijd. Nog belangrijker: ze werd vaste bijdrager aan Rolling Stone en het artikel werd haar eerste cover story. Later schreef ze een onthullend verhaal over Dennis Hopper, waarna haar naam als eerste vrouw aan de masthead van Rolling Stone werd toegevoegd. Haar Hopper-stuk werd in 1992 opgenomen in Movieline’s overzicht van de ‘Ten Interviews That Shook Hollywood’.

Het was een goede tijd voor de journalistiek. Zoals bekend van Hunter S. Thompson’s escapades betaalde het magazine alle onkosten, en dus waren Green en collega’s niemand iets verschuldigd. Ze konden niet makkelijk omgekocht worden door de PR-industrie en schreven wat ze wilden.

En het was een tijd waarin vrouwen voor hun rechten opkwamen. Green: ‘In this world, the world of rock and roll, men ran the show. They were the rock stars. The journalists and editors were men too. Even before that, in college, it was guys who’d been the ones to grab the microphones at sit-ins and demonstrations. A chick’s mandate: to be by their sides at the revolution, looking hip. Women were seeking equality. Hair under the armpits and getting sweaty. Have sex with everybody. Not out of promiscuity, but for freedom. There were no consequences yet. AIDS would not arrive until the 1980’s.’

De tegencultuur waar ze onderdeel van werd wordt tegenwoordig misschien gezien als nogal puberaal, tegendraads gedrag, maar Green brengt hier tegenin dat er ook een hoop was om boos over te zijn in die jaren: Vietnam, Kennedy’s dood (twee keer), Nixon, Malcolm X, Martin Luther King… En niet te vergeten: de tragische dood van Jim, Janis en Jimi.

Na een periode van zo’n vijf jaar kwam er een einde aan haar carrière bij Rolling Stone. Ze had een verhaal geschreven over de kinderen van Bobby Kennedy, maar vond dat ze een journalistieke grens had overschreden door met Robert Kennedy Jr. naar bed te gaan. Hoofdredacteur Jann Wenner eiste het verhaal wat zij weigerde. Toen liet hij haar naam van de masthead verwijderen.

Jaren later na vele omzwervingen werd Green televisie-schrijver. Grappig dat ze bij The Sopranos terecht kwam, de eerste echte rock-‘n-roll sterren van de televisie. Ook bij dit andere culturele fenomeen was Green de enige vrouwelijke schrijver. Het laatste deel van het boek gaat over deze periode van haar leven en vond ik verreweg het interessantste. Over hoe ze David Chase ontmoette, het genie achter The Sopranos, en samen met haar man Mitchell in het schrijversteam terecht kwam. Over hoe ze haar eigen jeugdervaringen in de scripts verwerkte en over hoe de serie een fenomeen werd. En uiteindelijk, hoe Chase haar ontsloeg in het laatste seizoen omdat ze ‘de show niet zou begrijpen’. Het had iets met zijn moeder te maken, vermoed Green. Toch is er een happy ending voor de schrijver die nu in de zeventig is. Samen met haar man ontwikkelde ze de serie Blue Bloods, die nu al aan het twaalfde seizoen toe is.

Tegenover elk succesverhaal dat je leest staan vele verhalen over mislukking. In ‘The Only Girl’ is dat het verhaal van Robin’s jeugdvriendin Ronnie die keer op keer in een psychiatrisch ziekenhuis McLeans belandt, dat bekend is geworden door de film Girl, Interrupted. Later zou ze zelfmoord plegen. Green schrijft: ‘Life is strange in that way. Why is one in mental pain, and the other juicy, healthy and productive? Riding high.’ En ‘riding high’ heeft ze zeker gedaan. Dat weet ze met deze smakelijke memoires goed over te brengen.

Hunter S. Thompson in de jaren ’80

Generation of Swine is de in 1988 verschenen bundel columns van een van mijn lievelingsschrijvers; gonzo-journalist Hunter S. Thompson. De 100 columns verschenen allemaal in de San Francisco Examiner in de periode 1985 tot 1988. Over Thompson schreef ik eerder o.a.:

Hunter S. Thompson in 1970 – Decadentie en verderfelijkheid in het Zuiden
De Hunter S. Thompson kronieken
Hunter Goes to Hollywood: Hunter S. Thompson Triple Bill

‘I have spent half my life trying to get away from journalism, but I am still mired in it – a low trade and a habit worse than heroin, a strange seedy world full of misfits and drunkards and failures. A group photo of the top ten journalists in America on any given day would be a monument to human ugliness. It is not a trade that attracts a lot of slick people; none of the Calvin Klein crowd or international just set types. The sun will set in a blazing red sky to the east of Casablanca before a journalist appears on the cover of People magazine.’

Zo denkt hij dus over zijn vak. Desondanks is hij er verslaafd aan en met name aan politieke verslaggeving. En dus reist hij door het land van hotelkamer naar hotelkamer om de realiteit van zijn tijd te beschrijven in zijn kenmerkende stijl. Het is de tijd van zure regen, AIDS, een seniele Ronald Reagan, een evil George Bush, Miami Vice, Gorbachev en Thatcher. Veel columns gaan over de midterm verkiezing van 1986 en zijn daarom inhoudelijk minder interessant, maar door Thompson’s waanzinnige pen toch zeer de moeite: ‘German politicians were not the only ones worried about the bent legs of Ronald Reagan last week. There were sounds of babbling and scrambling all over Washington, as many gentlemen of a distinctly rodentlike persuasion either quit or got pushed off the Ship. The Reagan Revolution was beginning to look like a secondhand Studebaker with bald tires.’

Andere columns zijn meer tijdloos: over een ontsnapte walvis in de Sacramento river, de Chinese minnares van Richard Nixon, het journalist-in-de-ruimte-programma van NASA, en uiteraard over zijn geldproblemen: ‘By the time I started having trouble with the hotel accountants I was not in a mood to be reasonable. The government of Tanzania was offering me $1000 a day to go there and help exterminate a herd of “killer crocodiles” that was threatening to turn the Ruvuma into a river of bones and blood, but day after day I was forced by a strange chain of circumstances to postpone my departure from San Francisco.’

Het is interessant om Thompson te lezen in tijden van fake news. Gonzo – de journalistieke stijl die hij heeft uitgevonden – is een subjectieve manier van verslag doen waarin de feiten puur in het hoofd van de verteller tot stand komen. Bijvoorbeeld in deze passage: ‘I could see the C.B.S. man through the warped convex glass of the peephole, and I yelled at him “Get away from here, you giddy little creep! Never bother the working press. Spiro Agnew was right. You people should be put in a cage and poked with sharp bamboo sticks.”

Het lijkt net of Spiro Agnew (vice president van de door Thompson gehate Nixon) dit echt gezegd heeft. Agnew was inderdaad kritisch op de media, en in die zin een voorloper van Trump, maar tv-mensen opsluiten in kooien is puur de interpretatie van de schrijver. En met die methode zit hij vaak dichter op de waarheid dan met conventionele journalistiek.

Generation of Swine is 300 pagina’s gevuld met dergelijk gebazel en pure waanzin. Komt het in de buurt van zijn jaren ‘70 verhalen, zoals het legendarische Fear and Loathing in Las Vegas? Zeker niet, maar Thompson heeft hier nog steeds het Gonzo-vuur en voor de liefhebber van zijn vreemde, maar vaak verbazend accurate beschrijvingen zeker een aanrader.