De echtheid van dromen

De meeste mensen geloven dat bewustzijn – en dus dromen – uit de hersenen komen. En daarmee zijn het niets meer dan verzinsels. Zoals ik in verschillende essays op deze site heb beschreven denk ik dat het anders zit. Bewustzijn is absoluut primair. En de realiteit komt alleen tot stand in de aanwezigheid van waarnemers.

In deze visie ben je niet je lichaam of je hersenen, maar niets meer (of minder) dan een pakketje bewustzijnsenergie. En wat dat pakketje doet is observeren en ervaren. Je bent een perspectief en binnen dat perspectief speelt zich alles af. Je lichaam is een verschijning in je geest, net zoals je huis, je kat, de maan en een zak chips dat zijn.

Dat observeren gaat zonder enige moeite. Overdag neem je de consensus realiteit waar dat ook door de andere waarnemers wordt geobserveerd. In kwantummechanische termen is de totstandbrenging van deze consensus realiteit het ineenstorten van de golffunctie. Voordat observatie plaats vindt, bevindt de realiteit zich in superpositie. Dit betekent dat er geen sprake is van enige vastheid of positie in ruimtetijd, maar slechts van een statistische reeks mogelijkheden. Wanneer je een observatie doet storten alle mogelijkheden in elkaar en blijft alleen de waargenomen realiteit over.

‘S avond, wanneer het energieniveau van het pakketje laag wordt, gaat het perspectief in minimale alertheid stand. Het subject valt in slaap. Gedurende zo’n twee uur per nacht is je bewustzijn weer een stukje alerter* en creëert je geest weer realiteiten die wij dromen noemen. Net als overdag dus. Alleen ontstaat er nu geen consensus realiteit. Maar het proces is precies hetzelfde. Je bent uit dezelfde bron van potentie aan het tappen en brengt in je geest werelden tot stand die je kunt zien, proeven en aanraken. Je kunt de droomwerelden beschouwen als alternatieve universa die je tijdelijk tot stand brengt.

En dat maakt dromen tot waanzinnig interessant studiemateriaal. In dromen kun je alles ervaren wat je overdag ook kan. Je kunt emoties voelen, scherpe beelden waarnemen, seks hebben, muziek luisteren, eten, en alles is levensecht. Je stort een alternatief realiteitsspoor in elkaar (alternatief van de consensus realiteit) en kunt dit eventjes persoonlijk bestuderen voordat je weer terugkeert naar ‘de gewone wereld’.

Waarom kun je overdag niet in deze realiteiten tappen en ben je gebonden aan deze ene consensus realiteit? Dat is lastig te beantwoorden. Maar als deze visie in de basis klopt, zal het in de toekomst ongetwijfeld mogelijk worden om het bewustzijn zo te beïnvloeden dat dergelijke alternatieve realiteiten toegankelijk worden voor ons waarnemers van planeet aarde. Dat is nu nog science fiction gebied, maar stel je voor wat dit kan betekenen. De mogelijkheden zijn (vanuit ons perspectief) onbegrensd.

⟿ Jeppe Kleijngeld, februari, 2021

* Een lucide dromer, zoals ik, traint zijn geest om die momenten van alertheid tijdens slaap te verstevigen. Dit kan bijvoorbeeld door rekensommen te gaan doen op het moment dat je doorhebt dat je droomt. Daardoor wordt je alerter in je lucide droom en kun je hem langer in stand houden. En vervolgens kun je dingen gaan doen waar je een kick van krijgt. Favorieten van lucide dromers zijn vliegen, seks hebben, andere planeten verkennen en de wet breken.

Wat is het mentale universum?

In 2005 stond in het toonaangevende Britse wetenschapsblad Nature een publicatie van Richard Conn Henry met de titel The mental Universe. Hierin schrijft de professor natuurkunde en astrologie dat kwantummechanica zonder twijfel heeft aangetoond dat we in een mentaal, en niet een fysiek universum leven.

Is dit serieus de mening van de natuurkundige gemeenschap? Dat het bewijs voor het bestaan van de immateriële ziel geleverd is? Of is dit gewoon een maffe professor die de draad een beetje kwijt is? Maar als dat zo is, waarom zou een belangrijke wetenschappelijke publicatie dan zijn artikel plaatsen? Nature stelt hele strenge eisen aan de inhoud van hun journaal. Daar kom je niet zo even in te staan.

In het artikel vertelt de professor dat Galileo Galilei niet alleen zelf het ongelofelijke wist te geloven – dat de aarde om de zon draait – maar ook bijna iedereen wist te overtuigen dat dit zo was. Een waanzinnige prestatie. Vandaag staan we voor een soortgelijke verschuiving in wereldbeeld. En wel eentje die de mens weer van insignificant bijverschijnsel van de natuur terug plaatst in het centrum van het universum. De materiële wereld die we denken waar te nemen, is niet fundamenteel. Hij blijkt niet te bestaan buiten onze ervaring, maar wordt van moment tot moment gegenereerd in ons gedeelde bewustzijn. Er is nooit sprake van iets wat solide is. Alles wat er is, is een dynamisch, mentaal gestuurd proces.

Sommige kwantum-pioniers vermoeden dit al vanaf het begin van de studie naar atomaire deeltjes, maar we weten het nu zeker, of zouden het moeten weten. Experiment na experiment toont aan dat er in feite niets materieels is wanneer we niet observeren met onze geesten. Wat wij beschouwen als buitenwereld is totaal verstrengeld met degene die deze ‘buitenwereld’ onderzoekt. Maar onze tijd heeft nog geen Galilei voortgebracht die zichzelf en de mensheid hiervan heeft overtuigd. Er zijn overigens wel een aantal uitstekende kandidaten voor deze rol: Robert Lanza, Donald Hoffman, Thomas Campbell en Bernardo Kastrup.

Wat is het mentale universum? In één zin; een universum dat niet gemaakt is van spul, maar van observaties. In het klassieke natuurkundige beeld bestaat het universum als een enorme container gevuld met ruimte waar objecten in rondzweven. Dat beeld blijkt niet te kloppen. De meeste natuurkundigen accepteren dit nog niet, maar alleen de observaties van levende wezens maken dat die container met ruimte en objecten er is. De uitdaging wordt te begrijpen hoe iets als een observatie een universum kan veroorzaken. Want wat is een observatie? Waar is het van gemaakt? Uiteindelijk is alles energie. Materie is niet fundamenteel, maar de onderliggende bewustzijnsenergie is dat wel. Achter de verborgen coulissen van het universum bestaat een mentaal veld (‘Field of Mind’). Dat is de computer die het fundamentele proces heeft doen ontstaan en draaiende houdt. En het veld doet dit door afgescheiden (vanuit ons perspectief) eenheden bewustzijn te creëren: levende wezens.

De belangrijkste reden dat een nieuwe Galileo nog niet is verschenen is dat je het nieuwe wereldbeeld niet intellectueel kunt vatten. Onze hersenen accepteren het niet. Je kunt het alleen ervaren. Dit is zo bizar en radicaal anders dan onze normale, alledaagse beleving van de wereld dat hoeveel bewijs er ook bestaat, niemand het zal geloven. Alleen mensen die in een andere staat van bewustzijn worden gebracht, kunnen inzien dat de materiële wereld slechts een illusie is. En dat is de reden dat mystici, voor wie de subjectieve ervaring en niet de objectieve werkelijkheid centraal staat, al eeuwenlang weten dat het universum een droom is (wel een die heel overtuigend in elkaar zit). Het geheim van de werking van de natuur zit in onszelf verborgen, maar we kunnen het alleen vinden wanneer we in een andere mentale staat geraken. Onze realiteitsmodulator – ons brein – moet van frequentie veranderen om in te zien dat de normale frequentie ons illusoir doet geloven dat de buitenwereld los van ons bestaat.

En dat is de reden dat ik in mijn pogingen om hier een boek over te schrijven tot nu toe gefaald heb. Mijn ambitie is om het onbeschrijfelijke op intellectueel niveau uit te leggen. Maar hierin ben ik afhankelijk van taal. En taal is niet datgene dat ik probeer uit te leggen. Zoals droommeester Morpheus aan hacker Neo vertelt in de science fiction klassieker The Matrix: “Helaas kan niemand verteld worden wat de Matrix is. Je moet het zelf ervaren.”

Dit alles neemt niet weg dat ik nog steeds dezelfde missie heb als toen ik drie-en-een-half jaar geleden mijn rode pil consumeerde (het boek biocentrisme van Robert Lanza). Ik wil betere manieren vinden om het uit te leggen, omdat ik ervan overtuigd ben dat het een belangrijke boodschap voor de mensheid is. Als we geen kosmische toevalstreffer zijn, maar onderdeel van een fundamenteel proces, impliceert dit dat we een rol – hoe klein ook – te vervullen hebben. Welke rol dat is ga ik in een volgende essay op in.

Lees hier het vervolg: Waarom zijn we hier?

⟿ Jeppe Kleijngeld, oktober 2020

Mind Matters

Laatst droomde ik dat mijn moeder mij in paniek opbelde over mijn broer. Hij had al zijn geld geïnvesteerd in complexe en risicovolle financiële producten. Een dag later sprak ik mijn moeder echt; ze vertelde dat mijn broer hun de dag daarvoor met hun financiën had geholpen en ze daarbij had geadviseerd hun spaargeld te beleggen in risicovolle financiële producten! (En zo te profiteren van de lage koersen door de coronacrisis.)

Toeval? Dat is goed mogelijk. Ik schrijf regelmatig over financiële zaken, mijn broer doet wel eens gek de laatste tijd, en mijn moeder is regelmatig bezorgd. De ingrediënten om deze droom te construeren waren dus latent aanwezig in mijn hoofd. Toch, voor iemand die denkt dat de gehele realiteit voortkomt uit een oneindig mentaal veld, is toeval niet voor alles zomaar een verklaring.

Het onderzoeksveld voor dergelijke fenomenen in de psychologie heet transpersoonlijke psychologie. Het uitgangspunt is dat het ego een afgebakend stuk geest is, maar dat we in werkelijk allemaal mentaal met elkaar verbonden zijn. De grondlegger van deze tak van de psychologie is Carl Gustav Jung. Hij noemde zulke gebeurtenissen synchroniciteit. Hiermee bedoelde hij zinvolle coïncidentie van uiterlijke en innerlijke gebeurtenissen die zelf niet causaal verbonden zijn.

Een bekende opvolger in het transpersoonlijke veld is de van oorsprong Tsjechische bewustzijnsonderzoeker Stanislav Grof. Hij gebruikte eerst LSD om proefpersonen transpersoonlijke ervaringen te laten beleven, maar toen dit verboden werd ontwikkelde hij de ademhalingstechniek holotropic breathwork. Door langdurig intensief in te ademen verandert het zuurstofgehalte in het brein en bereiken de proefpersonen de mentale staat van heelheid. Hierbij tappen ze in het bewustzijn van andere mensen, reptielen, vissen, vogels, insecten, en zelfs complete beschavingen of het gehele universum! Grof heeft duizenden proefpersonen dergelijke ervaringen laten ondergaan en allemaal hebben ze grote invloed gehad op hun levens. Onderstaand is de beschrijving van één hen:

“Ik had nooit serieus nagedacht over de mogelijkheid dat er zoiets als plantenbewustzijn bestond. Ik heb enkele verslagen gelezen van experimenten die wijzen op het ‘geheime leven van planten’ en beweringen dat het bewustzijn van de tuinman de oogst kan beïnvloeden. Ik heb dergelijke dingen altijd beschouwd als ongegrond new age gebazel. Maar hier was ik, volledig getransformeerd in een gigantische Sequoia-boom, en het was me absoluut duidelijk dat wat ik ervoer echt in de natuur gebeurt, dat ik nu dimensies van de kosmos ontdekte die gewoonlijk verborgen zijn voor onze zintuigen en intellect.

Het meest oppervlakkige niveau van mijn ervaring leek erg fysiek en omvatte dingen die westerse wetenschappers hebben beschreven, alleen gezien vanuit een geheel nieuwe hoek – als bewustzijnsprocessen geleid door kosmische intelligentie, in plaats van mechanische gebeurtenissen in organische en onbewuste materie. Mijn lichaam had de vorm van de Sequoia-boom, het was de Sequoia. Ik voelde de circulatie van sap door een ingewikkeld systeem van haarvaten onder mijn schors. Mijn bewustzijn volgde de stroom naar de fijnste takken en naalden en was getuige van het mysterie van de gemeenschap van leven met de zon – de fotosynthese. Mijn bewustzijn reikte helemaal tot in het wortelstelsel. Zelfs de uitwisseling van water en voedsel van de aarde was geen mechanisch, maar een bewust, intelligent proces.”*1

Stel dat dit echt waar is, wat zou dat dan betekenen voor de mensheid? Het antwoord komt van niemand minder dan Albert Einstein. Hoewel hij altijd is blijven zoeken naar een waarnemer-onafhankelijke externe lokale realiteit – waarvan kwantummechanica duidelijk heeft aangetoond dat die er niet is – begreep hij het transpersoonlijke principe heel goed. Hij zei: “’Een mens is een deel van het geheel dat door ons universum wordt genoemd, een deel dat beperkt is in tijd en ruimte. Hij ervaart zichzelf, zijn gedachten en gevoelens als iets dat losstaat van de rest, een soort optische waanvoorstelling van zijn bewustzijn. Deze waanvoorstelling is een soort gevangenis voor ons, die ons beperkt tot onze persoonlijke verlangens en tot genegenheid voor een paar personen die het dichtst bij ons staan. Het moet onze taak zijn om onszelf uit deze gevangenis te bevrijden door onze cirkel van mededogen te verbreden om alle levende wezens en de hele natuur in haar schoonheid te omarmen.”

Betekent dit dat je zelfs niet op een brandnetel mag stappen? Dat gaat wat ver. Maar begrijpen dat al het leven ‘ervaart’ kan voor de meeste ego’s geen kwaad om te beseffen. Dit zou een mooie volgende stap zijn in de evolutie van het leven op deze planeet.

© Jeppe Kleyngeld, mei 2020

*1 Grof, S., with Zina Bennett, H. The Holotropic Mind: The Three Levels Of Human Consciousness And How They Shape Our Lives. New York: HarperCollins Publishers, 1993

De Vietnam-oorlog vanuit eenheidsbewustzijn

Is er een filosofie die een einde kan maken aan menselijk lijden? Nee niet beëindigen, maar er zijn er een aantal die behoorlijk kunnen helpen. De voornaamste die ik ken is Advaita Vedanta ofwel non-dualiteit. Deze aanwijzing zegt dat alles één bewustzijn is dat een spel speelt met zichzelf. Alles om ons heen vindt gewoon plaats als een toneelstukje en wij – de toneelspelers – doen vrolijk mee. Maar er is eigenlijk geen ‘ik’ en al helemaal geen individuele vrije wil. We zijn allemaal de oceaan, maar we denken dat we druppels zijn die vrijelijk bewegen. De stem in ons hoofd, levert commentaar nadat bewustzijn al een actie-reactie besloten heeft, waardoor de illusie ontstaat dat we in de bestuurdersstoel zitten.

Nou heb ik een aantal bezwaren tegen non-dualiteit (wat een echte non-dualist natuurlijk worst zal wezen; ‘hij’ bestaat immers niet). Het bezwaar (in plaats van ‘mijn’ bezwaar) is dat individuele vrije wil niet uit te sluiten is. We zijn allemaal één in een gedeelde droom, dat is absoluut waar, maar misschien zijn we wel bewuste agenten die nog maar net leren hoe we met onze intenties kunnen beïnvloeden hoe de wereld zich manifesteert. En er zijn wetenschappelijke experimenten die dit aantonen. Kortom, ik ben niet overtuigd dat het alomvattende bewustzijn alles bestuurt, maar dat we mogelijk in een informatiesysteem leven dat deels decentraal, door levende wezens, wordt aangestuurd.

Maar goed, daar gaat deze blog niet over. Ik wil het over lijden hebben, en hoe een non-dualistische visie lijden kan doen verminderen. Sinds ik naar de bekende podcast luister van overtuigde non-dualisten Paul Smit en Patrick Kicken is mijn visie op onderwerpen die normaal stress kunnen veroorzaken, zoals politiek, werk, geld, gezondheid en klimaat, wel behoorlijk veranderd. Want al is vrije wil niet uit te sluiten, we hebben in ieder geval lang niet zoveel zeggenschap als we vaak denken. Per dag nemen we onbewust duizenden besluiten net zoals alle andere miljarden wezens. Dat werkt allemaal op elkaar in. Hoeveel invloed kun je daar nou echt op hebben?

En zo komen we op lijden. Wanneer we als mensen uitzoomen, is het inderdaad een film die zich afspeelt en waar jij één (vrij insignificant) spelertje in bent. Dat beseffen is verlichting. Het omgekeerde is inzoomen: alles overkomt jou en als je anders zou handelen zou het allemaal anders kunnen zijn. Maar zo is het niet. Wat gebeurt, gebeurt. Goed en slecht zijn slechts twee tegenstellingen die bewustzijn creëert om ervaring überhaupt mogelijk te maken. Zoals gezegd, het is een spel. En uitgezoomd vaak een erg vermakelijk snel. Waar mensen zich al niet allemaal druk om maken.

Maar als je dit nou loslaat op een uiterst serieus onderwerp, zoals laten we zeggen de Vietnam-oorlog. Werkt het dan nog steeds? Je kunt immers moeilijk beweren dat zoiets vreselijks gewoon maar moet gebeuren, of erger nog, goed is zoals het is. Dat kan toch niet! Toch is dat precies wat non-dualisten beweren. Ook de Vietnam-oorlog is slechts een spel van bewustzijn. Bewustzijn wil alles ervaren; zwart, wit en alle tinten grijs er tussenin. Dus hierbij:

De non-dualistische visie op de Vietnam-oorlog
Halverwege de negentiende eeuw begon een Westers volk dat zich de Fransen noemen Vietnam te koloniseren. Het werd een bloedige en wrede invasie. Bewustzijn in de vorm van de mens Ho Chi Minh wilde begin twintigste eeuw zijn volk bevrijden van de onderdrukkers. Na 30 jaar lang ballingschap keerde hij in 1941 terug naar Vietnam en richtte hij het Vietnamese Onafhankelijke Bevrijdingsleger op.

Naast Fransen kwamen er ook Japanse indringers naar Vietnam. De Amerikanen, hun collectieve ego nog gekrenkt vanwege Pearl Harbor, maakte een dealtje met Ho Chi Minh. Ze begonnen met het leveren van wapens aan de Vietnamese guerilla’s. De Vietnamezen zagen de Amerikanen als bevrijders. Ze hadden immers de Europeanen bevrijd in de Tweede Wereldoorlog. Het Amerikaanse volk identificeerde zich met deze rol van redders (oftewel, ze zoomden in en namen het toneelstuk en hun rol erin uiterst serieus).

In de jaren 50 verspreidde het communisme zich over grote delen van Azië en de VS dacht hier, onterecht, invloed op te kunnen uitoefenen. Het Amerikaanse leiderschap onder president Truman had het gevoel dat ze het hadden laten misgaan in Birma en Cambodja. Ze waren bang voor een domino-effect. Dus toen begin jaren 60’ het Zuid-Vietnamese Nationale Bevrijdingsfront (door vijanden Vietcong genoemd) vastberaden was de anti-communistische regering van Ngo Dinh Diem in Noord-Vietnam ten val te brengen, vond de VS, nu onder leiding van Kennedy, dat ze moesten ingrijpen. En zo raakte het land betrokken bij een strijd tussen twee meedogenloze partijen.

Na de moord op JFK, erfde de nieuwe president Lyndon Johnson het Vietnam-dossier. Een ramp. Hier viel niks te winnen. Maar vertrekken uit Vietnam zou gezichtsverlies betekenen. En dat konden de ego’s van de Amerikaanse regeringsleiders niet verdragen. Dus werd het land dieper en dieper het conflict ingetrokken en het aantal doden liep rap op. De Vietcong bleek een zeer geduchte tegenstander en ze brachten de Noord-Vietnamezen enorme klappen toe. De Amerikaanse generaal Westmoreland vroeg wanhopig om meer troepen. Johnson stuurde er 50.000 en beloofde er nog eens 50.000 aan het einde van 1965. Dit bleek lang niet te volstaan en Westmoreland vroeg om nog eens 200.000 manschappen. De kans op overwinning werd slechts geschat op 1 op 3. Maar trokken ze zich terug? Zochten ze een compromis? Nee, ze gingen verder met de strijd.

De Amerikanen bleken gevangenen van hun eigen ervaring. Ze dachten: we doen net als in de Tweede Wereldoorlog, namelijk binnenvallen als een mokerhamer. Deze aanpak werkte niet in Vietnam. Het dualisme nam toe: in Amerika groeide de anti-oorlogsbeweging. Bij de protesten vielen tientallen doden. De groeiende tegenstellingen en het aanhoudende geweld in Vietnam en in de VS dreef een staak door het hart van het land. Er ontstond een grotere polarisatie dan ooit. En de eenheid is nog steeds niet hersteld, getuige de huidige politieke ontwikkelingen. Uiteindelijk eindigde de oorlog voor de Amerikanen in 1973. Meer dan twee miljoen Vietnamezen en 58.000 Amerikanen vonden de dood. En in 1975 werd Vietnam alsnog communistisch wat het land opnieuw in ramspoed stortte.

Waarom het lijden bij advaita verminderd of wegvalt is omdat geaccepteerd wordt dat het individu niet bestaat. Lijden ontstaat bij identificatie met het ego; mij wordt iets aangedaan, ons – als natie – wordt onrecht aangedaan. In werkelijkheid is er is geen mij en ook geen land, alleen bewustzijn. In plaats van dat het lijden dus persoonlijk te maken, vindt slechts observatie plaats: ‘er vindt oorlog plaats, er wordt gemarteld, er gaan kinderen dood’, et cetera. Vaak wordt gedacht dat dit dan een rechtvaardiging is voor alles, maar dit is niet zo. Binnen bewustzijn vindt actie-reactie plaats. Bewustzijn stuurt de kindermoordenaar aan, maar ook de rechter die hem naar het schavot stuurt.

Er is alleen maar een film en dat is alles. Observeer het spel en neem het niet te serieus. Hoe serieus het ook lijkt soms.

⟿ Jeppe Kleijngeld, oktober 2019

Bron: The Vietnam War (2017, Ken Burns, Lynn Novick)