Mensen zijn tot bijna alles in staat, de diepste oceanen trotseren, de ruimte verkennen, en de grootste kunstwerken maken. Maar als het aankomt op de dood zijn we er volledig aan overgeleverd. Sterker nog, er is geen wezenlijk verschil tussen de dood van een garnaal en een mens. En dat gegeven veroorzaakt grote angst (death anxiety).
De gevolgen van die angst zouden wel eens groter kunnen zijn dan we ons realiseren. De documentaire ‘Flight From Death’ – die voortborduurt op het werk van Ernest Becker (auteur van ‘The Denial of Death’) probeert die gevolgen duidelijk te maken.
Om met onze doodsangst om te gaan hebben we strategieën ontwikkeld. Becker noemt dit ‘immortality projects’: grote bewegingen die ons sterfelijke bestaan te boven gaan. Denk aan de bouw van de piramides. Maar ook in onze hedendaagse samenleving zijn talloze voorbeelden te vinden: aansluiting zoeken bij de kerk, kinderen nemen en competitieve sport beoefenen. Cultuur geeft ons de kans heroïsch te zijn. Als je in Amerikaanse cultuur in staat bent een bal door een metalen ring te gooien ben je een genie. Veel van hetgeen de mensheid bereikt heeft komt voort uit doodsangst, zo stelt de documentaire.
Maar niet alleen de prestaties, ook veel geweld en conflicten komen eruit voort. Geloof in een God en behoren tot een groep met gedeelde waarden helpt ons onze ‘immortality illusion’ in stand te houden. Wanneer een andere groep met een ander geloof ons beeld dreigt aan te tasten, triggert dat de neiging het bestaansrecht van deze groep te ontzeggen en geweld tegen ze te gebruiken.
De psychologen achter de documentaire tonen deze reactie aan in verschillende experimenten. Een groep rechters (een beroepsgroep met een sterk normbesef) werd gevraagd een borg te bepalen voor een licht vergrijp. De helft van hen werd vooraf aan hun eigen dood herinnert. Deze groep bepaalde een borg die wel negen keer zo hoog was dan de rechters die niet eerst aan hun dood herinnerd waren. In een ander experiment werd een groep Christelijke studenten gevraagd medestudenten te beoordelen en degenen die vooraf aan hun eigen dood waren herinnerd, waren veel positiever over hun Christelijke medestudenten en veel negatiever over hun Joodse medestudenten.
Ook de neiging tot het gebruik van geweld nam toe. Een controlegroep die middels een survey met hun dood was geconfronteerd, was geneigd anderen een veel hogere dosis hete saus te geven in een zogenaamd niet-gerelateerd experiment. Een triest voorbeeld buiten de wetenschappelijke arena was de moord op een Tulband-dragende Sikh net na de aanslagen op het WTC. De dreiging met de dood door terroristen leidde tot een sterke over-generalisatie van niet-Westerse culturen. Conclusie, de herinnering aan de dood maakt geloofssystemen kwetsbaar. De gevolgen kunnen groot zijn.
Hoe moeten we hiermee omgaan? Bewustzijn is een belangrijke eerste stap. We creëren illusies om betekenis te geven aan de realiteit. Maar illusies hoeven niet destructief te zijn. In Boeddhistische culturen herinneren mensen zichzelf voortdurend aan sterfelijkheid door bijvoorbeeld een schedel op hun tafel te zetten. Bewust zijn van de dood is veiliger dan het onbewust ontkennen van de dood. Ook moeten we blijven werken aan het creëren van een cultuur waarin iedereen zich goed kan voelen en niet de neiging hoeft te voelen om anderen kwaad te doen. De laatste les is om altijd te leven alsof je heel snel dood zal gaan. Uiteindelijk zijn we allemaal terminaal.
Pingback: Man’s Search For Meaning | jkleyngeld.com