Met een Labradoodle pup.
Daarmee zijn we nu met zijn veertienen: drie mensen, een kat, een hond, vijf kippen en vier schapen.
De labradoodle heet Aagje, is een vrouwtje, en is elf weken oud. Het ras (in Nederland ook bekend onder de naam labradoedel) is een gefokte kruising tussen de labrador-retriever en de poedel. De Australiër Wally Conron is de geestelijke vader van de labradoodle; hij geeft in interviews te kennen daar niet trots op te zijn (Wikipedia).
Wij vinden het wel een fijn ras; de honden zijn energiek, vriendelijk en sociaal. De oorspronkelijke taak van de labrador-retriever is het apporteren van waterwild, dus de hond duikt graag het water in en draagt graag voorwerpen in zijn bek.
Nu begint de opvoeding en het is net of we weer een baby in huis hebben. De hele dag draait alles om de hond. Gelukkig worden honden iets sneller volwassen dan mensen pups…
Update: Het puppy-project is uitgelopen op een deceptie en een mislukking. Loesje en ik zijn erachter gekomen dat de impact van een hond in huis veel te groot is en helemaal niet past in de levensfase waar we inzitten en de uitdagingen die ons te wachten staan. Big Mistake. We hebben een foute beslissing genomen en hebben dit aan Rosa moeten uitleggen. Autch. Gelukkig kon de pup terecht bij Loesje’s ouders en blijft ze toch nog in ons leven. #Failure


Pingback: De Kleijngeldjes breiden uit… (poging 2) | FRAGMENTEN UIT HET SCHEMERLAND