Zondag 15 juni
Terwijl het Nederlands elftal op vrijdag de 13de chorizo maakte van Spanje, zaten Loesje en ik gehurkt bij onze stervende poes Woeffie. Dinsdag kregen we te horen dat ze een kwaadaardige tumor had. Drie dagen later is het afgelopen met onze prachtige Noorse Boskat. Ze is 12 jaar geworden.
‘Ik ben trots op je Woeffie’, zegt Loesje. ‘Je hebt het zo goed gedaan. Je hebt ons altijd beschermd tegen indringers, en als er iemand moest huilen kwam je altijd meteen aanrennen om te troosten. Je bent zo’n dappere, lieve, loyale poes. We zullen je nooit vergeten.’ Ik weet niet goed wat ik moet zeggen, maar ik maak oogcontact met Woeffie. Het lijkt alsof ze zegt: ‘het is goed zo’. Ik voel de band die ik met haar heb heel sterk. Loesje heeft hetzelfde.
’s Middags in de tuin heeft Woeffie een doodstrijd geleverd. Verschrikkelijk ziek was ze en de stuiptrekkingen waren afschuwelijk om naar te kijken. Nu ligt ze er vredig bij. En ze krijgt de volle aandacht van zowel mij als Loesje. Ze heeft nooit iets fijner gevonden dan dat. We hebben haar binnen op een dekentje gelegd. In een rustig hoekje, zodat ze niet gestoord wordt door de andere katten. Het duurt nu niet lang meer. De lichaamsprocessen vallen langzaam uit, en na die verstandhouding die ik net had met Woeffie lijkt ze nu langzaam het bewustzijn te verliezen. Ik moet een enorm brok wegslikken. Woeffie, blijf bij ons. Ik je wil je niet hoeven missen, je hoort bij ons.
Om 00:30 ga ik nog even bij haar kijken. Ze ademt niet meer en haar blik staat op oneindig. Soms denk ik nog iets te zien bewegen, maar ik vermoed dat haar ziel haar lichaam verlaten heeft.
Vanmiddag hebben we haar begraven op een mooie plek in de tuin. Gek hoe veel je kunt geven om een dier. Ik heb me lang niet zo gevoeld. Woeffie zweeft nog ergens rond, dat voel ik. Of halen m’n hersens een trucje met me uit? Hopelijk blijft ze in de buurt. Hoe dan ook, ze heeft voor altijd een plek in mijn hart.
Rust zacht Woef.