‘De overheid moet de schade vergoeden van de vogelgriep uitbraak.’ Zo luidde dinsdag de stelling op BNR Nieuwsradio. De meeste, zakelijk ingestelde luisteraars vonden van niet. ‘Het is een bedrijfsrisico van de pluimveesector, en daar kun je je tegen verzekeren’, aldus een luisteraar. Mijn reactie via Twitter haalde ook de uitzending:
#bnr Nee, consument moet betalen voor schade vogelgriep. =Biotaks
Een toelichting: De bio-industrie is ontstaan na de tweede wereldoorlog. Doordat er in die oorlog zo veel honger is geleden, riep de regering: ‘nooit meer honger! Er moet van nu af aan voor iedereen genoeg en betaalbaar voedsel zijn.’
Langzaam veranderde het boeren ambachtelijke bedrijf in een grootschalige industrie. Jaarlijks worden er in Nederland 500 miljoen dieren in de bio-industrie op wrede manier gehouden door 45.000 bedrijven. De Nederlandse veehouderij produceert in één jaar drie miljoen ton vlees en bijna tien miljard eieren, waarvan meer dan 75 procent voor de export is. Het dierenleed en de milieuschade die dit veroorzaakt is ongekend.
Ik vind dat consumenten nu veel te weinig betalen voor vlees in de supermarkt. De kosten van een vogelgriepuitbraak moeten daarom doorgerekend worden in de prijs van vlees.
Een industrie die ziek is kun je alleen uitroeien door een betere industrie neer te zetten. Ik zou graag zien dat er overal laboratoria worden neergezet om massaal kweekvlees te gaan produceren. Een hamburger uit een reageerbuis? Prachtig, ik zou weer vlees gaan eten.
Maar waarom zou de industrie gaan veranderen? Voor veel producten betalen wij consumenten nu niet de prijs die het eigenlijk zou moeten kosten als je de milieuschade mee zou nemen. Voorbeelden zijn vliegtickets, t-shirts en…. kippenvlees. Het boek ‘de vergeten oplossing’ van Eric Broekhuizen stelt terecht dat bedrijven nu de verborgen kosten van hun afval, luchtvervuiling, uitputting van grondstoffen, uitbuiting van armen en afbraak van de natuur nu niet hoeven te betalen. Waarom zouden ze dan veranderen?
‘In plaats van alleen in het nu te leven, zouden we ook verder kunnen kijken. Willen we de aarde niet onleefbaar achterlaten voor onze kinderen, dan moeten we beginnen de kosten van vervuiling en afbraak van de natuur in rekening te brengen bij de veroorzakers. Zo worden vervuilende producten duur ten opzichte van schone producten en ontstaan bij iedereen de juiste prikkels om schone, duurzame keuzes te maken’, aldus Broekhuizen.
Om tot een nieuwe industrie te komen, moeten we dus eerst de prijs van milieuschade middels biotaks in de consumentenprijs gaan opnemen. Dat dwingt bedrijven voortaan duurzaam te gaan produceren, en waar beter deze biotaks eerst in te voeren dan in de vleesindustrie? Een industrie waarvan iedereen kan zien dat die door en door ziek is. De vogelgriep is slechts een eerste symptoom.