Albert Einstein’s blijvende goede voornemen

Een nieuw jaar, plannen, goede voornemens. Waar ga ik mijn tanden inzetten? Hoe ga ik een echte impact maken dit jaar?

Deze persoonlijke keuzes kunnen heel belangrijk lijken, maar zijn ze dat ook? Dat hangt af van je perspectief. Einstein toonde met zijn speciale relativiteitstheorie aan dat de staat van ruimtetijd afhangt van de unieke positie van de waarnemer. Wanneer je in een rijdende auto zit, verloopt de tijd een microscopisch beetje langzamer dan wanneer je op een bureaustoel zit.

Deze theorie kun je ook toepassen op je persoonlijke keuzes en activiteiten. Voor jou kan het van levensbelang maken wat je gaat doen in 2025, maar verreweg de meeste mensen zijn zeer ego-geconcentreerd en boeit het dus niets. Dat is niet zozeer een negatief mensbeeld, maar gewoon een weergave van hoe een ego werkt. Het ego wil dat alles over zichzelf gaat en trekt alle aandacht van het geïndividualiseerde bewustzijn naar zich toe. Het gevolg is dat dingen die je niet direct raken, je meestal ook niet zoveel interesseren.

Dus maakt iemand het wat uit wat ik dit nieuwe jaar ga doen? Vanuit mijn perspectief wel. Een ander zal het een worst zijn of ik meer ga sporten, een bijzondere reis ga maken of eindelijk dat boek ga schrijven waar ik het al jaren over heb.

Echter, voor diegenen die willen groeien en de kwaliteit van hun bewustzijn willen verhogen is er een goede reden voor om je te interesseren in de levens van andere wezens. In een relatief universum binnen bewustzijn is alles namelijk verbonden met elkaar, zowel fysiek als mentaal. Binnen een dergelijk universum hebben de keuzes die je maakt wel degelijk impact. Dit doe je door boven de behoeften van je ego uit te stijgen en te kijken naar hoe je anderen kunt helpen.

Einstein zei het als volgt: ‘Een mens is een deel van het geheel dat door ons universum wordt genoemd, een deel dat beperkt is in tijd en ruimte. Hij ervaart zichzelf, zijn gedachten en gevoelens als iets dat gescheiden is van de rest, een soort optische illusie van zijn bewustzijn. Deze waanvoorstelling is een soort gevangenis voor ons, die ons beperkt tot onze persoonlijke verlangens en tot genegenheid voor een paar personen die het dichtst bij ons staan. Het moet onze taak zijn om onszelf uit deze gevangenis te bevrijden door onze cirkel van mededogen te verbreden en alle levende wezens en de hele natuur in haar schoonheid te omarmen.’

De grootste impact die je kunt maken zit hem dus niet in wat je gaat doen dit jaar, maar veel meer in je houding en empathie richting anderen. Je mededogen en hoe je je tot anderen verhoudt: daar zitten de echte groeimogelijkheden.

Verleg dus je focus en verbeter de wereld en je eigen leven. Dat is een intentie die je je elk jaar en zelfs iedere minuut van iedere dag opnieuw kunt voornemen. Je ego trekt je aandacht steeds naar binnen. Jezelf hiervan losmaken is een uitdaging, maar wel eentje die een grote beloning oplevert als je hierin bij tijd en wijle slaagt. De beloning voor je openstellen naar anderen is namelijk persoonlijke, professionele en spirituele groei.

Zie hier het ideale goede voornemen voor 2025 en voor ieder moment van je leven opnieuw.

De beste wensen allemaal.

Het ervaren van niet-fysieke realiteit

Ik dreef in een wilde rivier met in mijn buurt ook andere drijvers. Geen idee hoe ik hier terecht was gekomen, wat natuurlijk heel vaak het geval is in dromen. Tijdens het drijven – wat ik als extreem prettig ervoer – besefte ik me dat dit drijven voor een lange tijd (om precies te zijn één jaar) mijn realiteit zou zijn. Het was een soort pauze van de worstelingen van het dagelijkse bestaan. Of een beloning! Puur drijven langs de kolkende rivier, uitsluitend plezierige sensaties belevend, af en toe de kick van een val van een waterval of rotswand, maar hoofdzakelijk puur ontspannen. Gewoon ‘zijn’ in het hier en nu. Ik had in deze droomstaat wel een lichaam. Maar het was op geen enkele manier een belemmering, zoals het lichaam in het dagelijks leven soms iets kan zijn wat je met je mee moet zeulen. Mijn lichaam was oneindig licht en flexibel. Wat ik ervoer in deze toestand was de niet-fysieke realiteit, zoals hij vaak is beschreven door mensen die een bijna-dood-ervaring hebben meegemaakt. Er waren nog steeds fysieke elementen, zoals het water, de rotsen, en het fysieke lichaam, maar ze hadden hun vastheid verloren. Alles veranderde razendsnel; het stromen van mijn eigen geest was het enige continue in deze toestand.

De verklaring voor waarom we dromen wordt vaak gezocht in het functioneren van de hersenen. Misschien is de verklaring veel simpeler. Dromen is gewoon wat onze geesten voortdurend doen, of we nou wel of niet wakker zijn en interacteren met de fysieke wereld. Een nachtelijke droom vindt plaats in de niet-fysieke realiteit waar we allemaal vandaan komen. Wanneer je wakker wordt, triggert je geest vrijwel direct de fysieke omgeving om je heen zodat alles weer vast lijkt te zijn. Onderliggend is het niet vast. De dromer begrijpt dat. Maar de wakkere persoon (die eigenlijk nog steeds droomt, maar dat niet doorheeft) gelooft dat de solide wereld de ultieme realiteit is terwijl het in werkelijkheid slechts een subdomein is van een veel grotere realiteit. Dromen zijn net zo echt als de wakkere staat. Misschien wel echter omdat puur bewustzijn fundamenteel is en de fysieke wereld niet. Bovendien is het een illusie dat de fysieke wereld echt fysiek is. Wanneer je iets aanraakt, ervaar je slechts energievelden die elkaar afstoten. In een atoom zit zoveel lege ruimte dat wanneer je al het vaste spul van alle atomen van de aarde samenperst, je niet meer dan een knikker overhoudt. De fysieke wereld lijkt alleen fysiek in de beleving van de dromer.

Meer weten over de realiteit als droomtoestand? Bezoek mijn nieuwe website Free-Consciousness.

Hoe is het om… ?

De Amerikaanse filosoof Thomas Nagel (1937) werd bekend met zijn artikel What is it like to be a bat? (1974). Het is een kritiek op het reductionisme, de opvatting dat alles – inclusief onze geest – terug te voeren is tot fundamentele elementen. We kunnen een vleermuis volledig binnenstebuiten keren en alles over zijn fysisch-biologische eigenschappen leren, maar we zullen dan nog steeds niet weten hoe het voelt om een vleermuis te zijn; hoe het is om ondersteboven te hangen in een grot of blind in de nacht op insecten te jagen via echolocatie.

Nagel heeft gelijk. We kunnen onmogelijk weten hoe het is om een vleermuis te zijn of een ander levend organisme. Bewustzijn voelt uniek voor iedereen. Wij zijn allemaal het middelpunt van ons eigen universum. In een biocentrisch universum voelt dat niet alleen zo, maar is dat ook letterlijk wat er aan de hand is. We dragen het universum immers met ons mee waar we ook heengaan. Een vleermuis is, net zoals jij dat bent, een tijdelijke lokalisering van het superbewustzijn in onze spatiotemporale wereld. Zolang jouw lokalisering plaatsvindt, krijg je exclusief toegang tot unieke mentale content. Deze gedachtestromen en persoonlijke ervaringen zijn van ‘jou’ alleen en voor niemand anders beschikbaar. Dit geldt voor alle levende wezens. Zolang de lokalisering duurt, kun je niet weten hoe het is om je in een andere lokalisering te begeven. Een golf in een oceaan kan ook niet gelijktijdig in een andere golf zitten. Pas na de dood komt die mogelijkheid weer beschikbaar via mentale reïncarnatie.

Tot die tijd moeten we genoegen nemen met ervaringen in virtuele realiteit. Of we kunnen in een lucide droom transfiguratie toepassen en een mentale voorstelling maken van hoe het is om een tijger of een slang te zijn. Dit zijn beide echter slechts simulaties en dus geen volledig betrouwbare weergave van de werkelijke ervaring die de ego-geest overstijgt. Maar het is wel het dichtste bij dat we ooit kunnen komen bij de ervaring hoe het voelt om een ander levend wezen te zijn.

PS: Voor nu althans. In het boek ‘Ready Player Two’ is een technologie uitgevonden die het mogelijk maakt ervaringen op te nemen en deze via een machine-brein interface af te spelen.

De wetenschap achter ‘out-of-body-travel’

Het enige wat echt is, is bewustzijn. De rest is virtueel. Dat is de centrale boodschap van Thomas Campbell’s ‘My Big TOE’, een vuistdik boek dat de ware aard van de realiteit beschrijft.

Thomas Campbell (1944) is oorspronkelijk fysicus, maar hij begint zijn boek niet bij de natuurkunde, maar bij bewustzijn. Aan het begin van zijn carrière kreeg hij namelijk de kans onderzoek te doen naar Robert Monroe (1915-1995), een man die beweerde uit zijn lichaam te kunnen treden. Deze stelling wordt sterk bestreden door de wetenschappelijke gemeenschap. En dit is nog steeds hoe er cultureel wordt aangekeken tegen dergelijke fenomenen. Bij astrale projectie – hetgeen dat Monroe beweerde te kunnen – staat het volgende vermeldt op Wikipedia: ‘Er is geen wetenschappelijk bewijs dat er een bewustzijn of ziel is die gescheiden is van normale neurale activiteit of dat men bewust het lichaam kan verlaten en waarnemingen kan doen, en astrale projectie is gekarakteriseerd als een pseudowetenschap.’

Maar Campbell heeft een open geest en heeft nadrukkelijk subjectieve ervaring in zijn TOE (afkorting voor ‘Theory Of Everything’) opgenomen. Want, vindt de onderzoeker, als iets niet resoneert met je persoonlijke ervaring, hoe kun je het dan voor de waarheid aannemen? Daarom is My Big TOE niet een soort narcistische stellingname van de auteur, maar een manier om aan te geven dat een theorie van alles per definitie een subjectief component heeft. Iedereen ontwikkelt in feite een eigen theorie van alles die in lijn is met persoonlijke levenservaringen. En dus is het belangrijk, wanneer je het grotere plaatje wilt zien, om veel ervaringen op te doen die soms wellicht botsen met wat je beschouwt als mogelijk of verklaarbaar binnen je huidige wereldbeeld. Campbell leerde zelf uit zijn lichaam te treden, en zo te ervaren dat de geest niet opgesloten zit in het hoofd van het subject. Zo lijkt het alleen.

Hoe wist hij dit fenomeen – als wetenschapper – te bewijzen? Dit is zeer simpel, al zullen veel wetenschappers dit ook als pseudowetenschappelijk beschouwen. Monroe liet Campbell en een collega-onderzoeker samen uit het lichaam reizen en nam alles op wat ze tijdens het experiment zeiden. Ze bevonden zich in aparte, geluiddichte kamers en werd gevraagd real-time beschrijvingen te geven van wat ze ervaarden tijdens de out-of-body ervaring. Later speelden ze de twee lange opnames tegelijkertijd af en ontdekten ze verbazingwekkende correlaties tussen alles wat ze zeiden en ervoeren. Ze herhaalden het experiment vele malen met andere proefpersonen. Een ander experiment betrof het bewustzijn van de proefpersonen naar huizen van mensen te laten ‘reizen’, ze te laten kijken wat de bewoners aan het doen waren en later samen met hen te bevestigen of dit klopte. Ze waren ook in staat willekeurige getallen te onthouden die op schoolborden waren geschreven buiten de kamers waar hun lichaam lag te slapen, terwijl hun bewustzijn buiten hun lichamen reisde. En dus was de enige conclusie die Campbell’s kon trekken: dit fenomeen is echt.

Zie ook: A Shift In Scientific Worldview – Part 3: Thomas Campbell’s My Big TOE