Doodsvonnis

Vannacht had ik een angstaanjagende droom. Een zekere dr. de Kruijk (Loesje’s oude neuroloog, grappig hoe in dromen fantasie en herinneringen door elkaar lopen) vertelde me dat ik dodelijk ziek was. Het enige wat ze nog konden doen was …………………… ……………………….(ik hoorde hem niet meer). Toen ik thuis was, was de enige conclusie die ik met deze onvolledige informatie kon trekken dat ik niet meer lang te gaan had. Toen moest ik dat nieuws gaan vertellen aan mijn vrouw en mijn ouders. En dat was misschien nog erger dan het nieuws zelf.

Het is niet zo gek dat ik juist vannacht die droom had; ik had gisteravond fragmenten gezien uit ‘Over mijn lijk’ waarin de slechts 18-jarige Matthijs afscheid moest nemen van het leven en zijn familie. Ik kon het laatste bezoek van presentator Valerio aan Matthijs niet aanzien en heb het uitgezet, maar het zaadje voor mijn levensechte nachtmerrie was gelegd. Uiteindelijk zijn we allemaal terminaal. De enige vraag is wanneer we gaan.

Waarom zijn mensen zo bang voor de dood? Een belangrijke reden van voor mij is afscheid te moeten nemen van mijn familie en de gedachte dat mijn dochter op moet groeien zonder mij. Ook ben ik gewoon nog niet klaar met mijn leven. Volgens Ernest Becker (schrijver ‘The Denial of Death’) is angst voor de dood de meest fundamentele drijfveer van mensen en is onze strategie hoe we met deze angst omgaan de reden dat we een beschaving hebben opgebouwd. Alle menselijke prestaties komen voort uit onze doodsangst (een soort tegengif tegen deze death anxiety), maar ook conflicten zoals oorlog komen eruit voort, aldus Becker. Vele psychologen zijn het met hem eens.

En wat is de betekenis van het leven? Ik heb al twee keer zo lang geleefd als de dappere Matthijs, dus ik kan mijn leven wat dat betreft al bijzonder geslaagd noemen. Maar wat zou je tegen mij – of tegen een ieder die een doodvonnis heeft gekregen – kunnen zeggen over de betekenis van het leven? Waar is het allemaal goed voor? Een antwoord komt van psycholoog en concentratiekamp-overlever Viktor E. Frankl in zijn boek ‘Man’s Search for Meaning’. Als het noodlot toeslaat en je verplicht moet wachten op de dood, kun je er nog altijd voor kiezen hoe je die dood tegemoet treedt. Die innerlijke vrijheid kan niemand je afnemen – ook de beulen in het concentratiekamp niet. En dat – op zichzelf – is al betekenis genoeg.

En toen werd ik wakker; ik ga niet dood. Maar ik blijf leven alsof dat wel zo is.

Doodsvonnis

Doodsangst

Mensen zijn tot bijna alles in staat, de diepste oceanen trotseren, de ruimte verkennen, en de grootste kunstwerken maken. Maar als het aankomt op de dood zijn we er volledig aan overgeleverd. Sterker nog, er is geen wezenlijk verschil tussen de dood van een garnaal en een mens. En dat gegeven veroorzaakt grote angst (death anxiety).

De gevolgen van die angst zouden wel eens groter kunnen zijn dan we ons realiseren. De documentaire ‘Flight From Death’ – die voortborduurt op het werk van Ernest Becker (auteur van ‘The Denial of Death’) probeert die gevolgen duidelijk te maken.

Flight From Death 1 - DVD

Om met onze doodsangst om te gaan hebben we strategieën ontwikkeld. Becker noemt dit ‘immortality projects’: grote bewegingen die ons sterfelijke bestaan te boven gaan. Denk aan de bouw van de piramides. Maar ook in onze hedendaagse samenleving zijn talloze voorbeelden te vinden: aansluiting zoeken bij de kerk, kinderen nemen en competitieve sport beoefenen. Cultuur geeft ons de kans heroïsch te zijn. Als je in Amerikaanse cultuur in staat bent een bal door een metalen ring te gooien ben je een genie. Veel van hetgeen de mensheid bereikt heeft komt voort uit doodsangst, zo stelt de documentaire.

Maar niet alleen de prestaties, ook veel geweld en conflicten komen eruit voort. Geloof in een God en behoren tot een groep met gedeelde waarden helpt ons onze ‘immortality illusion’ in stand te houden. Wanneer een andere groep met een ander geloof ons beeld dreigt aan te tasten, triggert dat de neiging het bestaansrecht van deze groep te ontzeggen en geweld tegen ze te gebruiken.

De psychologen achter de documentaire tonen deze reactie aan in verschillende experimenten. Een groep rechters (een beroepsgroep met een sterk normbesef) werd gevraagd een borg te bepalen voor een licht vergrijp. De helft van hen werd vooraf aan hun eigen dood herinnert. Deze groep bepaalde een borg die wel negen keer zo hoog was dan de rechters die niet eerst aan hun dood herinnerd waren. In een ander experiment werd een groep Christelijke studenten gevraagd medestudenten te beoordelen en degenen die vooraf aan hun eigen dood waren herinnerd, waren veel positiever over hun Christelijke medestudenten en veel negatiever over hun Joodse medestudenten.

Ook de neiging tot het gebruik van geweld nam toe. Een controlegroep die middels een survey met hun dood was geconfronteerd, was geneigd anderen een veel hogere dosis hete saus te geven in een zogenaamd niet-gerelateerd experiment. Een triest voorbeeld buiten de wetenschappelijke arena was de moord op een Tulband-dragende Sikh net na de aanslagen op het WTC. De dreiging met de dood door terroristen leidde tot een sterke over-generalisatie van niet-Westerse culturen. Conclusie, de herinnering aan de dood maakt geloofssystemen kwetsbaar. De gevolgen kunnen groot zijn.

Hoe moeten we hiermee omgaan? Bewustzijn is een belangrijke eerste stap. We creëren illusies om betekenis te geven aan de realiteit. Maar illusies hoeven niet destructief te zijn. In Boeddhistische culturen herinneren mensen zichzelf voortdurend aan sterfelijkheid door bijvoorbeeld een schedel op hun tafel te zetten. Bewust zijn van de dood is veiliger dan het onbewust ontkennen van de dood. Ook moeten we blijven werken aan het creëren van een cultuur waarin iedereen zich goed kan voelen en niet de neiging hoeft te voelen om anderen kwaad te doen. De laatste les is om altijd te leven alsof je heel snel dood zal gaan. Uiteindelijk zijn we allemaal terminaal.

Flight From Death 2 - Giza

Na de dood

‘Now it is time that we were going, I to die and you to live; but which one of us has the happiest prospect is unknown to anyone but God’
– Socrates (after being sentenced to die for impiety, introducing new gods, and corrupting the young)

Een kuiken dat in een ei zit, kan de wereld om zich heen niet zien. Misschien is dat ook zo met levenden, dat wij de andere wereld niet kunnen zien waar de doden zich begeven.

Een mooie gedachte, die ik zowaar gehoord heb van een hoogleraar bedrijfswiskunde. Bepaald geen zweverig persoon dus, maar een zeer rationele denker. Hij gelooft in leven na de dood. Veel mensen hebben daar moeite mee en wijzen al onze ervaringen toe aan activiteiten in de hersenen. Jammer, want het is een mooi geloof weet ik uit eigen ervaring. Maar wat er niet is kun je niet forceren. Loesje lukt het ook maar niet erin te geloven.

Een ‘onmenselijke’ diagnose zoals de deelnemers aan ‘over mijn lijk’ krijgen is met dit geloof een stuk beter te verdragen. Natuurlijk doet afscheid nemen nog steeds onwijs veel pijn, maar de gedachte dat iemand wegzweeft naar een andere dimensie is toch wel heel troostend. Socrates zei dat je niet wordt verslagen als je doodgaat, maar genezen.

Zelf heb ik een sterk gevoel over leven na de dood. Reïncarnatie meer specifiek. Nu kan dat natuurlijk – net zo goed als iedere religieuze ervaring – in de hersenen ontstaan. Bewijs zal er toch nooit komen. Het gaat om geloof. En ik geloof dat als ik doodga – hier in Schermerhorn – dat ik zal uitvliegen over de poldervelden en mijn vleugels na een lang leven weer kan uitslaan.

Na de dood

Afscheid nemen

Zondag 15 juni
Terwijl het Nederlands elftal op vrijdag de 13de chorizo maakte van Spanje, zaten Loesje en ik gehurkt bij onze stervende poes Woeffie. Dinsdag kregen we te horen dat ze een kwaadaardige tumor had. Drie dagen later is het afgelopen met onze prachtige Noorse Boskat. Ze is 12 jaar geworden.

‘Ik ben trots op je Woeffie’, zegt Loesje. ‘Je hebt het zo goed gedaan. Je hebt ons altijd beschermd tegen indringers, en als er iemand moest huilen kwam je altijd meteen aanrennen om te troosten. Je bent zo’n dappere, lieve, loyale poes. We zullen je nooit vergeten.’ Ik weet niet goed wat ik moet zeggen, maar ik maak oogcontact met Woeffie. Het lijkt alsof ze zegt: ‘het is goed zo’. Ik voel de band die ik met haar heb heel sterk. Loesje heeft hetzelfde.

’s Middags in de tuin heeft Woeffie een doodstrijd geleverd. Verschrikkelijk ziek was ze en de stuiptrekkingen waren afschuwelijk om naar te kijken. Nu ligt ze er vredig bij. En ze krijgt de volle aandacht van zowel mij als Loesje. Ze heeft nooit iets fijner gevonden dan dat. We hebben haar binnen op een dekentje gelegd. In een rustig hoekje, zodat ze niet gestoord wordt door de andere katten. Het duurt nu niet lang meer. De lichaamsprocessen vallen langzaam uit, en na die verstandhouding die ik net had met Woeffie lijkt ze nu langzaam het bewustzijn te verliezen. Ik moet een enorm brok wegslikken. Woeffie, blijf bij ons. Ik je wil je niet hoeven missen, je hoort bij ons.

Om 00:30 ga ik nog even bij haar kijken. Ze ademt niet meer en haar blik staat op oneindig. Soms denk ik nog iets te zien bewegen, maar ik vermoed dat haar ziel haar lichaam verlaten heeft.

Vanmiddag hebben we haar begraven op een mooie plek in de tuin. Gek hoe veel je kunt geven om een dier. Ik heb me lang niet zo gevoeld. Woeffie zweeft nog ergens rond, dat voel ik. Of halen m’n hersens een trucje met me uit? Hopelijk blijft ze in de buurt. Hoe dan ook, ze heeft voor altijd een plek in mijn hart.

Rust zacht Woef.

Woeffie  2002 - 2014

Woeffie
2002 – 2014