Carl Gustav Jung #2: Psyche en materie

Lees ook: Carl Gustav Jung #1: Individuatie

Jung sprak eens in een interview over de psyche als een aspect van materie omdat het zich in levende lichamen bevindt. Daarmee heeft hij nog niets gezegd over de relatie tussen de twee. Creëert het ene het andere, of zijn het twee kanten van dezelfde substantie, zoals Spinoza dacht (duaal monisme)?

De subatomaire wereld van de kwantumfysica waarin gebeurtenissen slechts plaatsvinden wanneer ze worden waargenomen, heeft radicaal afgerekend met de zogeheten causaliteit – de wet van oorzaak en gevolg als enige verklaring voor gebeurtenissen. Dit heeft bekende natuurkundigen uit die tijd, zoals Wolfgang Pauli (1900 – 1958), ertoe aangezet diep te gaan nadenken over de relatie tussen de natuurkunde en het onbewuste.

Als Pauli 30 jaar is, raakt hij in een crisis. Hij heeft zijn gevoelsleven verwaarloosd en reist af naar Küsnacht waar Carl Jung zijn privé-praktijk heeft. Dit is het begin van een beroemde samenwerking tussen de twee mannen waarin ze de relatie tussen dieptepsychologie en kwantumfysica exploreren. Dit ging niet direct heel soepel. Pauli had grote moeite met therapie en wilde het op een puur theoretisch niveau houden. Samen bespraken ze Pauli’s dromen en Jung heeft ze vervolgens geanalyseerd op archetypische connecties.


Wolfgang Pauli (l) en Carl Gustav Jung (r)

Pauli had dromen met natuurkundige symboliek. Zo droomde hij van vier eieren met daarop wiskundige formules. Vier is het symbool van de erotiek en het vrouwelijke. Ook de cirkel en later de vierkant duiken vaak op in zijn dromen. Volgens Jung wordt Pauli’s focus op rationele wetenschap in zijn dromen gecompenseerd. Hij schreef: ‘De 4 is een oud symbool dat verbonden is met de gedachte aan de wereldscheppende Godheid. De 4 symboliseert de delen, kwaliteiten en aspecten van het ene.’

Jung schreef in dit verband over het vooroordeel dat God buiten de mens is. Het onbewuste creëert het beeld van een quaterniteit – een vierheid, terwijl de christelijke symboliek het beeld van een triniteit voortbrengt dat een uitsluitend mannelijk karakter draagt. Kortom, er ontbreekt een belangrijk aspect. In de tijd van de alchemisten is 4 eveneens het symbool van de eenheid van geest en materie: van man en vrouw.

In de tijd van Isaac Newton is een kloof ontstaan tussen psyche en materie. De kerk is ontdaan van materie en de natuurkunde is diezelfde materie gaan vergoddelijken. De kwantumtheorie die in de negentiende eeuw is ontwikkeld, maakte duidelijk dat dit een niet langer te negeren probleem is. En zo verklaarde Jung Pauli’s dromen over eieren, cirkels, vierkanten en vrouwen. Er worden elementen toegevoegd en zo wordt de eenheid hersteld. De boodschap voor de kwantumwetenschapper was dat natuurkunde niet alles is wat er is. Hij moest het integreren in iets groters.

Helaas is Pauli er niet in geslaagd de natuurkundige gemeenschap te overtuigen van de eenheid van psyche en materie. Na het schrijven van een boek met Jung over synchroniciteit, trok hij zich terug. Volgens Jung’s assistent was de fysicus bang voor de psychiater. Dat kwam omdat zijn dromen hem zeiden dat hij zich publiekelijk moest uitspreken voor Jungiaanse psychologie. Daar kreeg hij het spaansbenauwd van. Hij was bang voor het hoongelach dat hij zou ontvangen in de kringen van prominente fysici.

Jammer, want een natuurkundige van het formaat van Pauli had wellicht invloed kunnen uitoefenen op het materialistische wereldbeeld dat vandaag de dag nog steeds standhoudt. Maar misschien ook niet. Wellicht is pas nu – in de 21ste eeuw – de tijd echt rijp om de eenheid tussen psyche en materie definitief te herstellen.

Alchemie is het onderwerp van het volgende fragment over Carl Jung.

Borderline, ouderschap en vooroordelen

Gastpost door Loesje Kleijngeld

Loesje schreef deze blog in reactie op de stigmatisering van personen met borderline. Ze reageerde specifiek op deze blog, maar het had ook net zo goed een andere kunnen zijn. Het stigmatiseren van personen met borderline persoonlijkheidstoornis gebeurt helaas nog overal.

Beste,

Een goede hulpverlener gaat er mijns inziens altijd vanuit dat hij nog lang niet alles weet, dat er nog veel te leren valt en dat er nuances bestaan. Een goede hulpverlener is nieuwsgierig naar ontwikkelingen op zijn vakgebied en bovenal (!!!) heeft hij respect voor zijn cliënten.

U heeft ervaring en u heeft de basisproblematiek van mensen met borderline goed op een rij. Ook weet u het prikkelend op te schrijven. Daar is mijns inziens ook alles mee gezegd.

Allereerst. Wat is uw motivatie geweest bij het schrijven van deze blog? Het is geen verhaal waar iemand mee aan de slag kan, op een positieve manier. Zelfs de kinderen van ouders met borderline niet.

Aan de mensen die van streek zijn geraakt door het lezen van dit artikel, wil ik graag het volgende mededelen: Er wordt steeds meer bekend over de werking van de hersenen. Behandelingen worden steeds beter. Vroeger wist men niet goed wat er aan borderline te doen was, met alle gevolgen van dien, voor de persoon met borderline en voor de direct betrokkenen.

Borderline heeft kenmerken waarin elke persoon met borderline zich in meer of mindere mate kan herkennen. Niet elke ‘borderliner’ heeft last van ieder kenmerk. Het kan ook zijn dat iets een tijdje speelt en dan weer een (lange) periode niet.

Belangrijk is dat er aan borderline kan worden gewerkt. Heel hard gewerkt. Daar is hulp bij te krijgen, steeds betere. Hoe hard iemand wil en kan werken, dat ligt aan de persoon zelf. Het is een confronterende, lange, pijnlijke, eenzame, droevige weg. Maar het leven kan er beter op worden. Veel beter. Voor jezelf en voor je omgeving.

Heb je last van borderline en wil je gelukkiger worden en dat je omgeving gelukkiger wordt, dan zul je altijd weer bij moeten schaven. Altijd bijsturen. Dwz, steekt iets de kop op wat je nog niet onder de knie hebt, dan ga je opnieuw aan de slag dmv therapie, praten, lezen, leren, werken. Zie het maar als een leven lang studeren.

Borderline is rot, heel rot. Maar als je leert hoe je er (meer) grip op kunt krijgen, dan is het niet meer zo’n monster. Het is een hele verantwoordelijkheid, waar je niet om hebt gevraagd. Maar zo is het leven.

Houd het klein, kies waar je aan wilt werken, ga ervoor, ploeter en dan….succes!! Geniet, wees trots en dan ga je weer een stapje verder. Als je dat doet (en een goede therapeut leert je hoe het moet), dan wordt je een rijker mens.

Perfect wordt het niet. Maar dat geldt voor iedereen. Probeer van het leven te genieten en tegelijkertijd aan jezelf te blijven werken, zodat de generatie na jou misschien niet meer zo hard hoeft te knokken.

Terug naar Henk. De mensen die op uw blog afkomen zijn zoekende en daarmee kwetsbaar. U bent hulpverlener, dus dat weet u. Het verbaast mij dan ook dat u op zo’n stellige en minzame manier schrijft over de problemen van uw doelgroep. U zegt hulpverlener te zijn, maar u pretendeert dat er niets te helpen valt. Borderline is (zo stelt u) immers hopeloos. Zelfs als iemand u schrijft wel degelijk succes te hebben geboekt, dan doet u dit snel af als dat er wel geen sprake van ‘echte’ borderline zal zijn.

Ik vind het heel (!!) erg dat er nog altijd zoveel hulpverleners bestaan die hun eigen gelijk en ego belangrijker vinden dan het welzijn en de vooruitgang van de patiënt. Dit is superschadelijk en staat de ‘evolutie’ van therapieën in de weg.

Aan alle borderliners: Aan borderline valt te sleutelen. Echt. Enne…je bent geen monster hoor, je hebt gewoon heel erg veel pech.

Liefs, Loesje

Deel 2

Goede avond,

Bedankt voor de reacties. Ter verduidelijking: Ik ben zelf een ‘ernstige borderliner’. Ernstig, daar is geen twijfel over mogelijk. Ik heb echter, door bijna twee decennia ploeteren, stabiliteit bereikt, lastige eigenschappen en gedragingen de kop ingedrukt en zeer, zeer veel (zelf-) inzichten vergaard. En ik ben nu moeder.

Ik ben echter niet klaar. Als (ernstige) borderliner ben je helaas nooit klaar. Zoals ik al zei is het een kwestie van bijschaven en hard werken. Het moederschap is en blijft voor mij inderdaad een nieuwe uitdaging. Een mijnenveld vol risico’s tot oude gedragingen. Maar met goede wil en introspectie, kom je ver.

Mijn punt: Borderliners zijn mensen. Zijn moeders. Zijn vrouwen ( of mannen) met gevoel. Sommige zijn niet in staat tot zelfinzichten, zelfkritiek, sommigen zijn intelligent, sommige niet, sommige willen vechten, andere niet. Dit laatste is niet anders dan bij mensen zonder borderline. Er bestaan goede en slechte ouders, luie, egoïstische, lieve, zorgzame.

In de psychologie heb ik eigenlijk nooit zo erg gehoord van ‘ernstige borderliners’. Wel van: ‘persoonlijkheidsstoornis-… met borderline trekken’ en van ‘borderline persoonlijkheidsstoornis’. En dan zijn er ook nog de ‘gewone’ mensen met borderline trekken.

Mocht u twijfelen: menig psychotherapeut/psychiater/psycholoog heeft mij als borderline persoonlijkheidsstoornis gediagnosticeerd. In mijn zoektocht naar verbetering heb ik er heel wat gekend. Er is mij echter ook door menig psych respect toegekend door de ‘vastberadenheid en mijn vermogen tot introspectie en het feit dat ik zo’n ander mens heb weten te worden’. Bijna borderliner-af dus. Helaas sta ik in de opvoeding van mijn dochter opnieuw zelf in de kinderschoenen. Ik moet het rad opnieuw uitvinden. Wat overigens voor alle ouders geld.

Ik ontken niet de problemen en vreselijke effecten die borderline op kinderen kan hebben en meestal heeft. Ik ontken ook niet dat het een zeer serieuze beslissing is, die niemand en al helemaal een borderliner niet, licht mag nemen.

Ik wil alleen zeggen dat borderliners mensen zijn. Dat borderliners wel degelijk naar zichzelf kunnen kijken, mits ze de intelligentie bezitten, de juiste hulp krijgen en willen. Ik wil u erop wijzen dat u zelf waarschijnlijk een versmald beeld hebt gekregen door uw ervaringen. Uw ervaringen zijn reëel en uw zorg is terecht, alleen uw manier van benadering niet. Er zijn in inmiddels zoveel therapieën, er zijn zoveel mensen en zoveel soorten borderliners.

Het opzetten van een blog als deze brengt een verantwoordelijkheid met zich mee. Mijns inziens is uw tekst echter ontmoedigend (al is dat vast ook uw bedoeling), eenzijdig en grenst aan discriminatie.

Borderline is een ziekte. Ook borderliners hebben het recht op kinderen. Ze dienen dan echter wel hun verantwoordelijkheid te nemen. Er bewust voor te kiezen (en blijven kiezen) dat de ruimte voor ‘de borderline- gevoelens’ gestructureerd moet worden, op momenten dat het kind er niet is. Dat er ongelooflijk hard gewerkt moet worden en dat er al bergen zijn overwonnen VOOR de keuze een kind te verwekken. Et cetera. Maar niettemin is het niet aan u om over zo een persoonlijk, wezenlijk en pijnlijk iets heen te walsen zoals u mijns inziens doet in uw tekst. Het is kwetsend, bevooroordeeld en schadelijk.

Ik houd het hier verder bij, ik heb mijn aandacht weer nodig voor mijn kind en mijn borderline.

Het beste, Loesje

Icon 5 - Signature

In Treatment: Levensechte televisie-ervaring rond psychotherapie

In de serie ‘In Treatment’ volgen we de praktijk van psychiater Paul Weston. Iedere aflevering is een sessie en ieder seizoen bevat 7 weken therapie per patiënt. Op de laatste dag van de week ligt Paul zelf op de bank bij zijn behandelaar.

De serie is in Nederland bijna letterlijk nagemaakt als ‘In Therapie’ en is zelf gebaseerd op de prijswinnende Israëlische serie ‘Be Tipul’. Mijn advies is om de Amerikaanse serie te kijken vanwege de levensechte dialogen en het briljante acteerwerk.

Van ‘In Treatment’ gaat een bijna zen-achtige rustgevende kracht uit. Dat is aan twee sleutelfactoren te wijten. Allereerst het concept waarbij je de kamer van Paul Weston niet verlaat en de focus volledig ligt op een gesprek. Afwijkend van hedendaagse televisie dus, en 100 procent geslaagd in de opzet. Bovendien extreem geloofwaardig.

Ten tweede, het personage Paul Weston (fantastisch gespeeld door rasacteur Gabriel Byrne) is een plezier om naar te kijken. Als een detective a la Sam Spade probeert hij de troebele geesten en verwarrende manoeuvres van zijn patiënten te doorgronden. Paul is zo’n geweldige psychotherapeut, dat je zelf wel met hem zou willen afspreken. In zijn privéleven, waar je soms een glimp van opvangt, of in zijn eigen therapie is hij onuitstaanbaar, maar voor zijn patiënten gaat hij door het vuur.

In Treatment

Ook mooi is dat je zelf steeds beter wordt in het doorzien van belemmerende of destructieve patronen die de patiënten van Paul dwarszitten in hun levens. Alle patiënten zijn verschillend, maar het verloop van de behandeling is steeds bijna hetzelfde. Het begint altijd met het aftasten, waarbij Paul door middel van goede vragen steeds dichter bij de kern van de zaak komt. Dan komt de verwarrende tijd dat alles vloeibaar wordt, zodat de patiënt nieuwe keuzes kan maken. Dit leidt altijd tot heftige confrontaties met de behandelaar en uitspattingen buiten de therapie om, waarna het in de meeste gevallen leidt tot verandering in de vorm van nieuwe inzichten en gewoonten die het leven van de patiënt positief beïnvloeden. Complexiteit wordt simpel. ‘In Treatment’ is waarachtige televisie.

Top 5 patiënten van Paul Weston
1. April (seizoen 2) – Een student die met kanker is gediagnosticeerd, maar dit aan niemand heeft verteld behalve Paul.
2. Sophie (seizoen 1) – Een suïcidale turnster en middelbare scholier die moeite heeft op te treden tegen haar egoïstische vader.
3. Oliver (seizoen 2) – 12 jaar oude zoon van Bess en Luke, een echtpaar dat in scheiding ligt en waarvan Oliver zichzelf de schuld geeft.
4. Sunil (seizoen 3) – Indiase man die door zijn zoon en schoondochter naar de Verenigde Staten is gehaald na de dood van zijn vrouw.
5. Alex (seizoen 1) – Een gevechtspiloot, getraumatiseerd door een verkeerd gelopen missie in Irak.