Door Jeppe Kleijngeld
Casino: Love and Honor in Las Vegas
De journalist / schrijver Nicholas Pileggi heeft tweemaal in zijn carrière een onthullend boek geschreven over zijn grootste fascinatie: de maffia. Eerder schreef ik al over zijn boek ‘Wiseguy’, dat in 1990 door Martin Scorsese werd verfilmd als ‘GoodFellas’. Dit keer bespreek in zijn tweede maffiaboek: ‘Casino: Love and Honor in Las Vegas’. Ook dit boek werd door Scorsese verfilmd, namelijk als ‘Casino’ in 1995 met Robert de Niro, Sharon Stone and Joe Pesci.
Pileggi heeft wederom een fascinerend non-fictie verhaal ontdekt en de juiste personen om er aan mee te werken. Het meest fascinerende aspect van ‘Casino’ is hoe de hoofdpersoon, beroepsgokker Frank ‘Lefty’ Rosenthal, die normaal niets aan het toeval overliet, trouwde met de meest instabiele vrouw van Las Vegas. Een gigantische gok, die catastrofaal is uitgepakt. Later overleefde Rosenthal op miraculeuze wijze een bomaanslag… Het is bijna te vreemd om echt gebeurd te zijn.
In ‘Casino’ schetst Pileggi een beeld van de gokstad Las Vegas die in de jaren 70/80 nog het soort glamour had waar échte gokkers op af kwamen. Maar ook normale families kwamen al in groten getale om het collegegeld van junior weg te spelen op de roulettetafels. Rosenthal herinnert zich van zijn begintijd in Vegas dat hij een camper buiten de stad zag stoppen om te lunchen. Binnen stond een blackjack tafel en binnen drie uur had de man er 2400 dollar doorheen gespeeld en ging de familie rechtsomkeert. Ze hebben Vegas niet eens gehaald. ‘Dat ben ik nooit vergeten’, aldus Rosenthal.
Las Vegas is een stad met een maffiageschiedenis. Opgericht door Bugsy Siegel en later geëxploiteerd door maffia families uit het Midwesten van de VS: Chicago, Kansas City, Milwaukee en Detroit. Een man die zelf geen deel van de maffia uitmaakte, maar wel veel geld voor ze verdiende was professioneel gokker Frank ‘Lefty’ Rosenthal. Hij werd uitverkoren de vier casino’s te leiden die onder geheim bestuur van de maffia vielen. Hij was een fenomenaal casino manager, maar het liep allemaal verkeerd af…
Problemen kwamen uit verschillende hoeken. Lefty’s huwelijk met Geri McGee was een ramp. Ze zette Lefty vaak voor schut en was vooral op geld belust; ze heeft nooit van hem gehouden. Niet dat hij zelf een heilig boontje was. Hij ging continu vreemd en vernederde haar voortdurend. Ze hadden constant ruzie en vaak publiekelijk; dit was slecht voor Lefty’s gezondheid en carrière. Daarnaast had Lefty continu problemen met de gaming commission, het orgaan dat toekent wie wel en niet mogen opereren in de stad. De FBI deed daarnaast fulltime onderzoek naar de vermoedelijke afroompraktijken in de casino’s en het was een kwestie van tijd voordat ze voldoende bewijsmateriaal verzameld hadden.
Dan is er nog Lefty’s jeugdvriend, de levensgevaarlijke gangster Anthony ‘The Ant’ Spilotro. The Ant, zo genoemd vanwege zijn beperkte lengte, trok naar Vegas om te profiteren van het door de maffia onontgonnen terrein. Buiten het zicht van de maffialeiders begon Spilotro links en rechts te roven, te moorden en te stelen. Dit ontging natuurlijk niet de lokale politie en Spilotro werd met zijn continue publiciteit een steeds groter probleem voor de bazen in het Midwesten. Hij kwam gewelddadig aan zijn einde.
Het meeste wat in de film ‘Casino’ te zien is, berust op de waarheid zo blijkt uit het boek. De wat onrealistische moord in een bar waarin Spilotro (Nicky Santoro in de film) een man doodsteekt met een pen komt niet in het boek voor. Maar de beruchte martelscene waarin hij het hoofd van een gangster in een bankschroef stopt en samenperst tot zo’n 10 centimeter, zodat zijn ogen uit hun kassen poppen is echt gebeurd.
Uiteindelijk viel de maffiaoperatie in Vegas als een kaartenhuis in elkaar en de stad veranderde vervolgens in een soort Disneyland. Het was de laatste keer dat straatgangsters zoiets waardevols in handen kregen…
Een boeiend boek, maar haalt het niet bij het fenomenale ‘Wiseguy’.