Ik dreef in een wilde rivier met in mijn buurt ook andere drijvers. Geen idee hoe ik hier terecht was gekomen, wat natuurlijk heel vaak het geval is in dromen. Tijdens het drijven – wat ik als extreem prettig ervoer – besefte ik me dat dit drijven voor een lange tijd (om precies te zijn één jaar) mijn realiteit zou zijn. Het was een soort pauze van de worstelingen van het dagelijkse bestaan. Of een beloning! Puur drijven langs de kolkende rivier, uitsluitend plezierige sensaties belevend, af en toe de kick van een val van een waterval of rotswand, maar hoofdzakelijk puur ontspannen. Gewoon ‘zijn’ in het hier en nu. Ik had in deze droomstaat wel een lichaam. Maar het was op geen enkele manier een belemmering, zoals het lichaam in het dagelijks leven soms iets kan zijn wat je met je mee moet zeulen. Mijn lichaam was oneindig licht en flexibel. Wat ik ervoer in deze toestand was de niet-fysieke realiteit, zoals hij vaak is beschreven door mensen die een bijna-dood-ervaring hebben meegemaakt. Er waren nog steeds fysieke elementen, zoals het water, de rotsen, en het fysieke lichaam, maar ze hadden hun vastheid verloren. Alles veranderde razendsnel; het stromen van mijn eigen geest was het enige continue in deze toestand.
De verklaring voor waarom we dromen wordt vaak gezocht in het functioneren van de hersenen. Misschien is de verklaring veel simpeler. Dromen is gewoon wat onze geesten voortdurend doen, of we nou wel of niet wakker zijn en interacteren met de fysieke wereld. Een nachtelijke droom vindt plaats in de niet-fysieke realiteit waar we allemaal vandaan komen. Wanneer je wakker wordt, triggert je geest vrijwel direct de fysieke omgeving om je heen zodat alles weer vast lijkt te zijn. Onderliggend is het niet vast. De dromer begrijpt dat. Maar de wakkere persoon (die eigenlijk nog steeds droomt, maar dat niet doorheeft) gelooft dat de solide wereld de ultieme realiteit is terwijl het in werkelijkheid slechts een subdomein is van een veel grotere realiteit. Dromen zijn net zo echt als de wakkere staat. Misschien wel echter omdat puur bewustzijn fundamenteel is en de fysieke wereld niet. Bovendien is het een illusie dat de fysieke wereld echt fysiek is. Wanneer je iets aanraakt, ervaar je slechts energievelden die elkaar afstoten. In een atoom zit zoveel lege ruimte dat wanneer je al het vaste spul van alle atomen van de aarde samenperst, je niet meer dan een knikker overhoudt. De fysieke wereld lijkt alleen fysiek in de beleving van de dromer.
Meer weten over de realiteit als droomtoestand? Bezoek mijn nieuwe website Free-Consciousness.





