Het ervaren van niet-fysieke realiteit

Ik dreef in een wilde rivier met in mijn buurt ook andere drijvers. Geen idee hoe ik hier terecht was gekomen, wat natuurlijk heel vaak het geval is in dromen. Tijdens het drijven – wat ik als extreem prettig ervoer – besefte ik me dat dit drijven voor een lange tijd (om precies te zijn één jaar) mijn realiteit zou zijn. Het was een soort pauze van de worstelingen van het dagelijkse bestaan. Of een beloning! Puur drijven langs de kolkende rivier, uitsluitend plezierige sensaties belevend, af en toe de kick van een val van een waterval of rotswand, maar hoofdzakelijk puur ontspannen. Gewoon ‘zijn’ in het hier en nu. Ik had in deze droomstaat wel een lichaam. Maar het was op geen enkele manier een belemmering, zoals het lichaam in het dagelijks leven soms iets kan zijn wat je met je mee moet zeulen. Mijn lichaam was oneindig licht en flexibel. Wat ik ervoer in deze toestand was de niet-fysieke realiteit, zoals hij vaak is beschreven door mensen die een bijna-dood-ervaring hebben meegemaakt. Er waren nog steeds fysieke elementen, zoals het water, de rotsen, en het fysieke lichaam, maar ze hadden hun vastheid verloren. Alles veranderde razendsnel; het stromen van mijn eigen geest was het enige continue in deze toestand.

De verklaring voor waarom we dromen wordt vaak gezocht in het functioneren van de hersenen. Misschien is de verklaring veel simpeler. Dromen is gewoon wat onze geesten voortdurend doen, of we nou wel of niet wakker zijn en interacteren met de fysieke wereld. Een nachtelijke droom vindt plaats in de niet-fysieke realiteit waar we allemaal vandaan komen. Wanneer je wakker wordt, triggert je geest vrijwel direct de fysieke omgeving om je heen zodat alles weer vast lijkt te zijn. Onderliggend is het niet vast. De dromer begrijpt dat. Maar de wakkere persoon (die eigenlijk nog steeds droomt, maar dat niet doorheeft) gelooft dat de solide wereld de ultieme realiteit is terwijl het in werkelijkheid slechts een subdomein is van een veel grotere realiteit. Dromen zijn net zo echt als de wakkere staat. Misschien wel echter omdat puur bewustzijn fundamenteel is en de fysieke wereld niet. Bovendien is het een illusie dat de fysieke wereld echt fysiek is. Wanneer je iets aanraakt, ervaar je slechts energievelden die elkaar afstoten. In een atoom zit zoveel lege ruimte dat wanneer je al het vaste spul van alle atomen van de aarde samenperst, je niet meer dan een knikker overhoudt. De fysieke wereld lijkt alleen fysiek in de beleving van de dromer.

Meer weten over de realiteit als droomtoestand? Bezoek mijn nieuwe website Free-Consciousness.

Carl Gustav Jung #2: Psyche en materie

Lees ook: Carl Gustav Jung #1: Individuatie

Jung sprak eens in een interview over de psyche als een aspect van materie omdat het zich in levende lichamen bevindt. Daarmee heeft hij nog niets gezegd over de relatie tussen de twee. Creëert het ene het andere, of zijn het twee kanten van dezelfde substantie, zoals Spinoza dacht (duaal monisme)?

De subatomaire wereld van de kwantumfysica waarin gebeurtenissen slechts plaatsvinden wanneer ze worden waargenomen, heeft radicaal afgerekend met de zogeheten causaliteit – de wet van oorzaak en gevolg als enige verklaring voor gebeurtenissen. Dit heeft bekende natuurkundigen uit die tijd, zoals Wolfgang Pauli (1900 – 1958), ertoe aangezet diep te gaan nadenken over de relatie tussen de natuurkunde en het onbewuste.

Als Pauli 30 jaar is, raakt hij in een crisis. Hij heeft zijn gevoelsleven verwaarloosd en reist af naar Küsnacht waar Carl Jung zijn privé-praktijk heeft. Dit is het begin van een beroemde samenwerking tussen de twee mannen waarin ze de relatie tussen dieptepsychologie en kwantumfysica exploreren. Dit ging niet direct heel soepel. Pauli had grote moeite met therapie en wilde het op een puur theoretisch niveau houden. Samen bespraken ze Pauli’s dromen en Jung heeft ze vervolgens geanalyseerd op archetypische connecties.


Wolfgang Pauli (l) en Carl Gustav Jung (r)

Pauli had dromen met natuurkundige symboliek. Zo droomde hij van vier eieren met daarop wiskundige formules. Vier is het symbool van de erotiek en het vrouwelijke. Ook de cirkel en later de vierkant duiken vaak op in zijn dromen. Volgens Jung wordt Pauli’s focus op rationele wetenschap in zijn dromen gecompenseerd. Hij schreef: ‘De 4 is een oud symbool dat verbonden is met de gedachte aan de wereldscheppende Godheid. De 4 symboliseert de delen, kwaliteiten en aspecten van het ene.’

Jung schreef in dit verband over het vooroordeel dat God buiten de mens is. Het onbewuste creëert het beeld van een quaterniteit – een vierheid, terwijl de christelijke symboliek het beeld van een triniteit voortbrengt dat een uitsluitend mannelijk karakter draagt. Kortom, er ontbreekt een belangrijk aspect. In de tijd van de alchemisten is 4 eveneens het symbool van de eenheid van geest en materie: van man en vrouw.

In de tijd van Isaac Newton is een kloof ontstaan tussen psyche en materie. De kerk is ontdaan van materie en de natuurkunde is diezelfde materie gaan vergoddelijken. De kwantumtheorie die in de negentiende eeuw is ontwikkeld, maakte duidelijk dat dit een niet langer te negeren probleem is. En zo verklaarde Jung Pauli’s dromen over eieren, cirkels, vierkanten en vrouwen. Er worden elementen toegevoegd en zo wordt de eenheid hersteld. De boodschap voor de kwantumwetenschapper was dat natuurkunde niet alles is wat er is. Hij moest het integreren in iets groters.

Helaas is Pauli er niet in geslaagd de natuurkundige gemeenschap te overtuigen van de eenheid van psyche en materie. Na het schrijven van een boek met Jung over synchroniciteit, trok hij zich terug. Volgens Jung’s assistent was de fysicus bang voor de psychiater. Dat kwam omdat zijn dromen hem zeiden dat hij zich publiekelijk moest uitspreken voor Jungiaanse psychologie. Daar kreeg hij het spaansbenauwd van. Hij was bang voor het hoongelach dat hij zou ontvangen in de kringen van prominente fysici.

Jammer, want een natuurkundige van het formaat van Pauli had wellicht invloed kunnen uitoefenen op het materialistische wereldbeeld dat vandaag de dag nog steeds standhoudt. Maar misschien ook niet. Wellicht is pas nu – in de 21ste eeuw – de tijd echt rijp om de eenheid tussen psyche en materie definitief te herstellen.

Alchemie is het onderwerp van het volgende fragment over Carl Jung.

Carl Gustav Jung #1: Individuatie

Individuatie is volgens de Zwitserse psychiater en psycholoog Carl Gustav Jung (1875 – 1961) het proces van worden wie je altijd al was. Individuatie is een groeiproces, volwassen worden, waarbij de mens zich bewust wordt van zijn uniekheid tegenover andere mensen. Uit dat individuatieproces ontstaat in de psyche een nieuw element, het ‘ik’ of ‘ego’ genoemd. Het doel van individuatie is volgens deze opvatting zichzelf te leren kennen, wat leidt tot zelfverwerkelijking.

Het leven van Jung draaide om het vinden van het midden: het zelf van waaruit de persoonlijkheid als een geheel kan openbloeien. Het symbool van die totaliteit van de mens is de mandala: het symbool van zelf in een eenheid van tegengestelden. Jung tekende vele mandala’s in zijn leven. Het hielp hem in tijden van crisis om zichzelf te hervinden. De eenheid is een troost, vond Jung. Je psyche wordt niet verscheurd door allerlei Goden, maar er is een innerlijke leidraad – het Zelf – die op de achtergrond aanwezig is en probeert een heelheid te creëren.

Individuatie is een vereniging van het bewuste en het onbewuste. Het onbewuste wordt volgens Jung gesymboliseerd door het water. De invloedrijke psycholoog was zijn hele leven gefascineerd door water, en hij wilde ook altijd aan het water wonen. Zijn opvatting over het onbewuste leidde tot een breuk met zijn vroegere mentor Sigmund Freud. Volgens Freud bestond het onbewuste uit de zaken die we zelf verdrongen en weggedrukt hebben. Jung zag het als een gedeelde bron van psychische ervaringen (‘het collectieve onbewuste’): een krioelende massa die het onbewuste van de volledige mensheid bevat, niet alleen van het individu.

Meester van de onderwereld
Jung’s visie op het onbewuste kwam voort uit een droom die hij als vierjarig kind had. In zijn droom stond hij in de wijde achter de pastorie waar hij vaak speelde. Plotseling werd zijn aandacht getrokken door een plek in de aarde waarvan hij voelde dat er zich iets daaronder moest bevinden. Hij vond een ingang achter een groen gordijn en liep een stenen trap af richting een duistere diepte…

In een donkere, stenen ruimte beneden zag hij een podium staan waarop een kostbare, gouden troon stond die met wortels verbonden leek met het binnenste van de aarde. Op de troon stond een reusachtig gewrocht dat was omgeven door een zacht, stralend licht dat nergens vandaan leek te komen. De kleine Jung zag dat het gewrocht bestond uit huid en levend vlees, en helemaal bovenin zat één enkel oog dat onafgebroken naar boven staarde. Op dat moment hoorde hij zijn moeder die zei: “Ja, kijk maar eens goed, dat is de menseneter.” Doodsbang schrok hij wakker.

Hoe kon zo’n jong kind dromen over zaken die geen herinnering kunnen zijn? Door deze kinderdroom werd Jung ingewijd in de geheimen van de aarde en nam zijn geestelijke leven zijn onbewuste aanvang.

Onze verbeeldingskracht, het onbewuste, is niet zonder structuur. Je hebt de neiging je de dingen op een bepaalde manier in te denken. Jung noemde dat de archetypische structuur. Deze structuur brengt telkens weer bepaalde beelden en symbolen voort. Daarom hoef je er als individu zelf geen ervaring mee te hebben gehad. In vele culturen komen beelden naar voren die je ook weer in andere culturen ziet. Zo kom je bijna overal de fallus tegen. “We weten niks over de psyche”, zei Jung. “Door ons gebrek aan bewustzijn zijn we overgeleverd aan onze psychische onderwereld.”

In Jungs carrière was hij voortdurend op zoek naar de relatie tussen dit onbewuste en het ego/ik. Ook ging hij verborgen verbanden zien tussen de psyche en materie. Dit komt aan bod in het volgende fragment over Jung: psyche en materie.

Lees ook: Lessen in scenarioschrijven: Gebruik van symboliek

Klimaatangst dromen

Twee of drie kinderbijen bevinden zich onder water in de sloot achter mijn huis. Hun twee grote ouders ‘zwemmen’ achter ze en ze zijn in paniek. Als hun kroost nog veel langer onder water blijft verdrinken ze. Ik sta aan de kant en wil de kinderen er uitvissen. Maar de ouders willen instinctief niet dat ik aan hun kinderen kom. Als ik de kleintjes pak, zullen ze me zeker steken en dus kan ik de kinderen niet helpen….

Dit was een van de twee ‘klimaatangst’ dromen die ik in oktober 2021 gehad heb, inmiddels anderhalf jaar geleden. De tweede ging over een groep boze Afrikanen die onderweg waren naar ons veilige Nederland. Ik had me aangesloten bij een groep gewapende verdedigers. Ik maakte me er druk over dat ik geweld zou moeten gaan gebruiken tegen mensen die eigenlijk niks verkeerd deden. Natuurlijk willen ze naar Europa komen als hun eigen landen onbewoonbaar worden. Maar toch zou ik nu op ze in gaan rammen met een metalen honkbalknuppel.

De eerste droom vond plaats nadat ik uit eten was geweest met een groep ‘belangrijke mensen’ voor m’n werk. Er was vooraf een mailtje rondgegaan met daarin de mededeling dat het restaurant wilde weten of we vis of vlees wilden. En iedereen had hier op gereageerd alsof het de normaalste vraag van de wereld was:‘vlees, vis, vis, vlees, vis, vlees, vis…. En dit zijn heel intelligente mensen. Thought leaders binnen hun gebied. Als zij al niet inzien dat de wereld in een enorme crisis zit en actie nu echt hard nodig is, wie dan wel?

Ik vond het dan ook niet lastig om die dromen meteen te kunnen duiden. De bijen uit mijn eerste droom staan symbool voor de achteruitgaande natuur, de kinderen voor de nieuwe generatie die de dupe gaan worden van het gebrek aan actie en de volwassen bijen (de ouders) voor de huidige generatie die geesteloos hun instincten blijven volgen en de situatie daarmee steeds erger maken.

De evolutie heeft mensen niet uitgerust met de mentale tools om adequaat op klimaatverandering te kunnen reageren. Klimaatverandering is non-lineair en we hebben de neiging te onderschatten hoe ernstig en snel het ons gaat raken. Echter, ben ik nu – anderhalf jaar na deze dromen – iets positiever geworden. Ik heb de afgelopen tijd een aantal artikelen geschreven over investeren in klimaatoplossingen en heb het gevoel dat we op een omslagpunt zitten. Dat geldt ook voor de leidende investeerders die ik voor de stukken gesproken heb.

Klopt, er moet nog ontzettend veel kapitaal naar klimaatoplossingen om naar netto nul te gaan, maar er is een duidelijk pad waarin we ons uit deze situatie kunnen investeren. Door om te schakelen naar renewables (o.a. zon en wind) en groene waterstof, kunnen we de uitstoot verminderen met 75 procent. De laatste 25 procent moet met carbon removal-oplossingen verwijderd worden. Om dat te realiseren moet er zo’n drie tot vijf biljoen dollar per jaar naar de transitie komen tot aan 2050. We zitten nu op 600 miljard. Een verhoging van vijf tot acht keer is dus nodig willen investeerders de wereld behoeden voor catastrofische klimaatverandering. Dit wordt een gigantische opgave.

Gaan we er zonder kleerscheuren vanaf komen? Absoluut niet. Daar is het al te laat voor. Maar ik vermoed dat we de omslag kunnen maken zonder dat de temperatuur meer dan twee graden oploopt. Dat is op zichzelf al rampzalig voor de mensheid. Vele leefgebieden voor mensen en dieren zullen onbewoonbaar worden. Maar de wereld zal zich kunnen aanpassen aan de effecten en de ergste doemscenario’s zullen voorkomen worden. Het is bemoedigend om te zien dat de mindset anno 2023 aan het omslaan is. Maar op de weg naar netto nul zullen nog vele tegenslagen opduiken. Het wordt een rocky ride de komende decennia met nog vele klimaatangst dromen voordat dit hoofdstuk zijn climax bereikt.