Economie heeft positieve geluiden nodig vanuit politiek

Het kabinet gaat in 2014 zes miljard extra bezuinigen. Een gigantisch bedrag, zo’n 350 euro per Nederlander. Met de bezuinigingen hoopt het kabinet het begrotingstekort naar 3 procent terug te brengen. Op zich is het best logisch, die enorme focus op het binnen de perken houden van de staatschuld. In Zuid-Europese landen, waaronder Griekenland, zijn de staatschulden volledig uit de klauwen gelopen en de vooruitzichten van deze landen zijn bijzonder zuur en onprettig.

Economie is psychologie. Voordat ‘de grote ommekeer’ begon in 2008 hadden Nederlanders zich rijk gerekend. Dat had vooral met de enorme huizenbubbel te maken. Deze is inmiddels leeggelopen en de gemiddelde Nederlander voelt zich nu zo rijk als de gemiddelde Albaniër. Iedere keer dat het woord ‘bezuinigen’ valt neemt dit depressieve gevoel toe en de neerwaartse spiraal trekt verder door naar beneden.

De mentale staat van de burger is van fundamentele invloed op het economische klimaat. In Nederland gaat het momenteel belabberd qua economische groei. Dit heeft drie oorzaken. Onze exportpositie is erg gericht op Europa en in Europa gaat het bar slecht. Niet in Duitsland overigens, want die hebben gedaan wat wij ook zouden moeten doen. We moeten veel meer naar opkomende landen toe om te profiteren van de groei daar, want de groeiverwachtingen voor Europa blijven beroerd. De tweede en derde reden dat het slecht gaat is dat de overheidsbestedingen op hun gat liggen en het consumentenvertrouwen (en dus de bestedingen) in een grote dip zit.

Hoe gaan we het tij keren? Het vertrouwen zal moeten herstellen, maar hoe? Het kabinet zal op de drie punten waar het slecht gaat maatregelen moeten nemen en in ieder geval moeten stoppen met de focus voortdurend op bezuinigingen te leggen. Daar ontstaat een enorme collectieve droefheid van. Desnoods halen we de eis uit Brussel maar eens niet, zoals Diederik Samsom laatst suggereerde. Fuck it! Iedere Nederlander heeft nu het gevoel dat de crisis eindeloos gaat duren. Dat zet niet aan tot het spenderen van geld, maar juist tot sparen. En dat helpt het land verder in de puree. Kortom, de overheid moet nu in actie komen.

Mijn verbetervoorstellen:

• Investeren in het verhogen van de export naar opkomende markten. Ondernemers die deze stap willen zetten, moeten aan alle kanten kunnen leunen op de overheid: financieel, met kennis en met wet- en regelgeving.

• Investeren in hightech start ups en internet bedrijven. Dat is een groeisector. Als Nederland er in slaagt het Silicon Valley van Europa te worden, zal het vertrouwen snel herstellen.

Investeren in duurzame initiatieven. Hiermee kan de overheid ook de bouwsector weer aanzwengelen, want die ligt volledig op zijn gat.

• Bezuinig alleen in sectoren waar veel te halen valt zoals de zorg en de overheid zelf. Niet door mensen te ontslaan of door van de kwaliteit af te snoepen, maar door processen slimmer in te regelen, en minder uit te geven aan onnodige zaken. Bezuinig NIET op onderwijs. Dat is onze concurrentiepositie van de toekomst.

• Actief communiceren over alles wat er WEL goed gaat in dit land. Stoppen met communiceren over alleen maar deprimerende zaken. Een klein beetje plezier maken in de politiek mag ook wel. Ze hebben een voorbeeldpositie.

• De samenwerking met andere Europese landen opzoeken, want samen staan we sterk.

Ik hoop dat mijn boodschap duidelijk is. We hebben positiviteit nodig! Anders wordt de voortdurende depressie vanzelf een self fulfilling prophesy.

Positiviteit 2

Positiviteit

‘Positive vibes only please.’

Hoe staat Nederland er sociaal-economisch nu echt voor?

Nederlanders hebben snel een oordeel over iets klaar. Daarom was het zo verfrissend om laatst een sessie met Paul Schnabel (directeur Sociaal en Cultureel Planbureau) bij te wonen, die verschillende mythen die de ronde doen mooi wist te ontkrachten en ons kon vertellen hoe het echt zit.

‘Het gaat de verkeerde kant op met Nederland’
Wellicht klopt dat wanneer het gaat om de opkomst van dat zwijn Wilders en de haat tegen vreemdelingen, maar economisch gaat het lang niet slecht. Volgens het instituut achter het World Economic Forum van Davos, het grote congres voor politieke en economische leiders van de wereld, behoort Nederland tot de meest gewaardeerde en geavanceerde economieën ter wereld. Nederland staat op plaats 5 achter Zwitserland, Singapore, Finland en Zweden. ‘Fantastische infrastructuur’, aldus het rapport. ‘Uitstekend onderwijs, goede overheid en een bedrijfsleven dat agressief opereert op de internationale markten.’

We doen het dus goed. Volgens Schnabel investeren we echter te weinig in research & development. Landen als Zwitserland en Zweden zitten al gauw op 3-4 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en sommige deelstaten in Duitsland op zes procent. Wij zitten op 1,6 procent en dat percentage is dalende. Er staat dan ook geen enkele Nederlandse organisatie in de top 100 meest innovatieve bedrijven. Dat is een signaal, want op termijn zullen we innovatiever moeten zijn.

Onze welvaart is enorm gestegen de afgelopen 20 jaar. Als je de inflatie eruit filtert en je 100 euro neemt in 1990, dan was die 107 euro in 2000 en 125 euro in 2010. Dat zijn heel behoorlijke groeicijfers. Hieronder nog wat economische cijfers:

-Bevolking – Nr. 8 van de EU 27
-Inkomen per hoofd van de bevolking – 36.000 euro (Nr. 2 na Luxemburg)
-Absolute omvang economie – Nr. 17 van de wereld
-Exportpositie – Nr. 7 van de wereld (Nr. 2 in de EU)
-Arbeidsparticipatie M/V – Nr. 1 in de EU (kampioen deeltijdwerken)
-Wereld Misère Index – Beste score

‘We hebben een enorm vergrijzingsprobleem’
Dat valt erg mee volgens Schnabel. Wij behoren nog steeds tot de jongste landen van Europa. Landen als Zweden, Duitsland en Italië zitten al op 20 procent 65 plussers. Japan gaat al naar 25 procent. Dat bereiken wij pas in 2040. We kunnen dus leren van die landen zou je zeggen, maar tot nu toe zijn er geen landen zo goed mee omgegaan als wij. We hebben fors geïnvesteerd in pensioenen en die pot bedraagt inmiddels zo’n 850 miljard euro. Meer dan de helft van het pensioenvermogen in de Eurozone bestaat uit Nederlands geld. Dat geeft ook een zorg, want blijft dat ook zo? Maar het is in ieder geval beter geregeld dan in andere landen.

Onze bevolking groeit nog. Per jaar komen er zo’n 50.000 mensen bij. We hebben een vrij hoog geboortecijfer en een heel laag sterftecijfer. Nog groter is de stijging van het aantal huishoudens. Er zijn steeds meer Nederlanders die in een één of tweepersoonshuishouden wonen. In Amsterdam is meer dan 50 procent van de huishoudens een eenpersoonshuishouden. Dat betekent wel wat voor de woningbehoefte in ons land.

‘De werkloosheid loopt op’
Dit is helaas wel waar. Dat percentage is nu 7,5 procent. Ook hebben we 750.000 ZZP’ers die in dat werkloosheidscijfer niet meetellen, ongeacht of ze wel of geen betaald werk hebben. Daarnaast zijn er 1,5 miljoen mensen met een uitkering. Pensioenen zijn nog altijd onzeker. Dat was altijd al zo, maar we dachten een tijdje dat dit niet zo was. Hoe dit verder zal gaan weten we niet, maar het is in ieder geval zeker dat het kabinet Rutte II de sociale zekerheid verder gaat inperken. Een slechte zaak.

Er een zorgwekkende tendens gaande wanneer het gaat om het aantal mensen dat van een lager of minimum inkomen moet rondkomen. Een minimum inkomen is zo’n 1.000 euro voor een alleenstaande en zo’n 1.500 voor een gezin met kinderen. Dat is echt heel erg weinig en een belangrijk signaal voor het nieuwe kabinet.

Waar vertrouwen Nederlanders op? Het minste vertrouwen ze op het kabinet. Nederlanders vertrouwen het meeste op de televisie en de pers. Grappig maar waar, want feiten zoals bovenstaande worden door de media niet bijzonder interessant gevonden. Ik vorm duidelijk een uitzondering. Jammer dat de oplage van Fragmenten.blog redelijk beperkt is.

De hele presentatie van Paul Schnabel is hier te downloaden.