Goldman Sachs: Symbool van doorgeslagen hebzucht

Lees ook: Top 10 films over de financiële wereld

Geen bank, maar een imperium met meer dan 900 miljard dollar aan activa. Financiële schandalen? Check. Obscene bonussen? Dubbel check. Nauwelijk toezicht? Check check check. Voor het ultieme toonbeeld van excessen in finance, kijk niet verder dan zakenbank Goldman Sachs.

De financiële instantie – die opereert vanuit een anonieme toren in New York – groeide in 30 jaar tijd uit van gewone spaarbank tot machtigste bank ter wereld. Een geldmachine met 37.000 haaien op de loonlijst. En bovenal het unieke beïnvloedingsnetwerk maakt de bank oppermachtig: veel oud-medewerkers trekken aan de touwtjes in de politiek. Al moet gezegd worden; in Trumps regering houden ze het niet vol, behalve minister van Financiën Steven Mnuchin.

De core business van Goldman is speculeren voor eigen rekening. De bank doet niet langer zaken met particulieren. Ze worden geholpen door extreem gunstige wet- en regelgeving (of juist gebrek daaraan, republikeinen haten regulering). In 2007 bereikte de bank de top van zijn macht door grootscheepse deregulering en goedkoop politiek geld. Dan begint de kredietcrisis. Zeven miljoen gezinnen kunnen hun hypotheekschuld niet betalen en raken dakloos. Goldman Sachs speculeert in een signature move tegen de huiseigenaren.

Het is slechts één van de voorbeelden van ultiem laag moraal. Een oud-medewerker (een vrouwelijke haai) vertelt dat ze opstapte bij de bank omdat ze hoorde dat op 11 september 2001, nadat het eerste vliegtuig zich in het WTC had geboord, dat de chef van de afdeling grondstoffen zijn team beval zich volop op de handel te storten. Uit die volatiliteit viel geld te verdienen, vond de bankier. Journalist Matt Taibbi van Rolling Stone Magazine noemde Goldman Sachs in 2009 niet voor niets “a great vampire squid wrapped around the face of humanity, relentlessly jamming its blood funnel into anything that smells like money.”

Goldman betaalt het beste. Als je voor de bank werkt, wordt je miljonair. Maar het gaat in de competitieve cultuur om de beste zijn en dat vraagt een offer in integriteit. Klanten (zogenoemde ‘muppets’) zijn er om genaaid te worden. Zoals de behoudende Duitse bank IKB waaraan Goldman gebundelde risicovolle hypotheken verkocht (met AAA-status, dankjewel omgekochte rating-agentschappen). IKB werd in de crisis genationaliseerd door de Duitse overheid en Goldman maakte 13 miljard winst door tegen de eigen klant te speculeren. Dit ABACUS-schandaal is de grootste kraak allertijden.

Toen de crisis uitbrak liet minister van Financiën Hank Paulson – oud CEO van Goldman Sachs die 350 miljoen dollar verdiende aan de verkoop van zijn eigen aandelen – investeringsbank Lehman Brothers failliet gaan (weer een concurrent minder). Vervolgens redde hij verzekeraar AIG met belastinggeld. Goldman Sachs zou toevallig 10 miljard verliezen bij het faillissement van AIG. Nu krijgt de bank het volledige bedrag terug. Van belastinggeld. En zijn er enige gevolgen voor het veroorzaken van de crisis? Nope. Nada. Het wordt een redding zonder sancties. De verantwoordelijken voor de crisis zijn allemaal blijven zitten. Ze doen ‘het werk van God’, zegt topman Lloyd Blankfein even later.

Goldman ging vrolijk verder en bracht de hele Eurozone in gevaar door te speculeren tegen Griekenland. Is er inmiddels een tegenmacht ontstaan? Zal Goldman Sachs overleven? Kijkend naar de evolutie zijn er enkele buitengewoon agressieve diersoorten, zoals schorpioenen, die zowel angstaanjagend als buitengewoon zijn. Ze overleven zelfs een kernexplosie. Zo’n diersoort is Goldman. Die gaat voorlopig niet verdwijnen.

Goldman Sachs: The Bank That Runs the World is nu te zien op Netflix

Europa in (permanente) crisis

Europa

Wanneer je Den Haag binnenrijdt, betreed je gelijk een andere wereld. Dit is waar de leiders van ons land zich ophouden. Vorige week woonde ik een lezing bij van prof. Mark Mazower (Columbia University) over de uitdagingen van Europa. Er waren wel 200 aanwezigen, allen leden van de Haagse elite; politici, intellectuelen en (hoge) ambtenaren. Ik voelde me een outsider – dat ben ik ook in deze kringen – en zo werd ik ook wel aangekeken. Wat je hier aantreft op deze bijeenkomsten is geen afspiegeling van de maatschappij.

Mazower betoogt dat het gezien de aanhoudende crisis in Europa makkelijk is om het zicht te verliezen op waar het allemaal om gaat. Maar waar gaat het eigenlijk om? Wat is het grotere plaatje? Volgens de professor gaat het Europese verbond in essentie om betere leefomstandigheden creëren voor iedere Europeaan. En daar kan niemand op tegen zijn. Verder moeten we stereotypen vermijden. Grieken zijn niet lui. Nederlanders die in Griekenland wonen betalen ook geen belasting. Het is het systeem dat niet goed is.

Klinkt als een nobel doel, maar gezien de enorme cultuurverschillen zou het doel net zo goed betere leefomstandigheden voor alle burgers ter wereld kunnen zijn. Wellicht heb ik meer met een Fransman dan een Taiwanees, cultureel gezien. Maar in tijden waarin de welvaart niet overvloeit, zullen mensen meer gefocust zijn op wat ze zelf verliezen dan op wat anderen kunnen winnen. Nationalisme zal oplaaien, dat is onvermijdelijk.

Natuurlijk zal een deel van de meer verlichte zielen in dit land de strategische doelen van het Europese project niet uit het ogen verliezen. Maar ondertussen blijven er brandjes ontstaan die snel uitwoeien tot enorme branden. We blijven voorlopig bezig met het blussen van die brandjes en het zal voor veel Europeanen lastig blijken solidair te zijn met elkaar. Er wachten nog donkere dagen voor het continent.

Master of the Universe

Master of the Universe 1

Introductie
Het begint met beelden van het Duitse financiële centrum in Frankfurt waar Commerzbank een antenne op haar toren heeft laten zetten om hoger uit te komen dan concurrent Deutsche Bank. Je zou denken dat volwassen mensen zich niet met zulke trieste fratsen bezig zouden houden, maar in de wereld van zakenbankiers is het normaal.

De term ‘Master of the Universe’ kwam ook voor over het boek ‘Dit kan niet waar zijn’ van Joris Luyendijk over zakenbankiers in London. Deze documentaire toont de mindset van een Duitse zakenbankier, die de gloriejaren van de financiële sector meemaakte in de jaren 90’ en inmiddels ontslagen is. In een leeg kantoorgebouw waar in het verleden een grote bank gevestigd was, vertelt hij over hoe het er aan toe gaat in deze wereld en hoe het er volgens hem nu voor staat in de wereldwijde economie.

De documentairemaker sprak vele zakenbankiers, maar deze Rainer Voss was de enige die bereid was voor de camera te spreken over zijn voormalige professie. Waarom wordt nooit duidelijk: hij is niet haatdragend jegens zijn oude werkgever, maar ook niet overmatig bezorgd om de verwoestende effecten van zakenbankieren anno nu.

De cultuur
Voor Voss en zijn collega’s begon het feest allemaal met financiële deregulering ingebracht door Thatcher en Reagan in de jaren 80’. Nachtenlang doorbouwen aan financiële modellen in Excel-spreadsheets en zo carrière maken. Er heerst een geweldige druk om te verdienen in deze wereld. ’10 procent erbij per jaar. Zie maar hoe je het doet.’ Dat is de jaarlijkse opdracht die de toppers meekrijgen van de bazen, die op hun beurt ook weer geweldig onder druk worden gezet. Allnighters, nooit verlof, familie niet zien, het hoort er allemaal bij voor de jongens die echt carrière willen maken.

Master of the Universe 2 - Rainer Voss
Rainer Voss, niet het meest sexy lead character ever, maar inhoudelijk is hij fascinerend

Het is een insiderwereld: je komt ’s ochtends vroeg binnen en alles wordt voor je geregeld. Als het al laat in de avond is, kom je de toren pas weer uit. Wanneer je werkt in zo’n gesloten systeem, maak je je ook steeds minder druk om de effecten die je acties hebben op de buitenwereld. Ook het salaris maakt van zakenbankiers andere wezens. ‘Wanneer je 100.000 dollar per maand verdient, waar moet je dan nog over praten met mensen van buiten de bank?’ observeert Voss.

Het verdienmodel
De modellen die banken gebruiken gaan uit van ongewone situaties, zogenaamde ‘black swans’ (de kans dat op een zeker moment een zwarte zwaan voorbij komt zwemmen is extreem klein). Deze constructies verkopen ze aan bedrijven die daarmee ‘zekere risicovolle items’ op hun balans kunnen neutraliseren. Voss vergelijkt deze zeer complexe rekenmodellen met een brandverzekering op je huis.

‘Snappen klanten de producten wel?’ vraagt de documentairemaker aan Voss. Grote bedrijven als BMW en Volkswagen wel omdat die dezelfde modellen gebruiken, maar middelgrote bedrijven niet. En dat vindt hij ‘schweinerei’, en dan wil hij helaas de camera uit. Later zegt hij: ‘In sommige situaties kunnen deze producten passend zijn, maar als ze verkeerd gebruikt worden kunnen ze rampen veroorzaken.’ Het wordt natuurlijk helemaal een feest als partijen verzekeringen gaan afsluiten op de risico’s van anderen. Een bekend voorbeeld is Goldman Sachs die miljarden verdiende door te speculeren op het falen van de eigen rommelproducten die ze verkocht hadden.

De rampen kunnen ontstaan door zakenbankiers die als lemmings achter elkaar aanlopen, aldus Voss. ‘Een zakenbankier vertelt op een bankiersfeestje; ‘ik heb een killing gemaakt op dit product: Een miljoen dollar in één transactie.’ Het gevolg is dat iedereen dat product gaat verhandelen ook al is het niet geschikt voor hun klanten.

Andere tijden
Sinds de gloriedagen waarin Voss miljoenen verdienden, is er wel wat veranderd. De wereld is complexer geworden, zegt hij: ‘In plaats van vier versnellingen zijn er nu 7500. Het is niet meer managable.’ De banken zijn ook steeds meer verbonden met elkaar geraakt. Dat is ook de reden dat het omvallen van Lehman Brothers in 2008 het begin was van een wereldwijde recessie.

In de praktijk van de zakenbankier betekent de toegenomen complexiteit steeds meer beslissingen nemen in onzekerheid en dealen met de consequenties wanneer het mis gaat. ‘Niemand begrijpt de hele industrie nog’, luidt de zorgzame conclusie van Voss. De gangbare praktijk om landen, zoals Griekenland, te tackelen voor financieel gewin is ook verre van over. Er zijn partijen die baat hebben bij het omvallen van de euro. Daar zijn enorme winsten mee te betalen. Niet wenselijk, maar de enige conclusie kan zijn dat we een monster hebben gecreëerd. Een niet te temmen monster.

De gevolgen zijn inmiddels goed merkbaar, ervaart Voss in bijvoorbeeld Spanje. De hele sociale infrastructuur is aan het afbreken. Een bouwbedrijf bestelt tegels en ze worden nooit geleverd. De handelskracht neemt af. Het zijn dominostenen die omvallen. ‘Ooit gaat het helemaal mis’, aldus Voss. ‘Ik geloof nooit dat het goed afloopt.’ De vraag is alleen wat de volgende partij, of land, is dat in de financiële moeilijkheden gaat raken. Voss zet zijn geld op Frankrijk. ‘Dat land heeft een zwaar economisch probleem.’ De bedragen die dan nodig zouden zijn kan de ECB nooit ophoesten. ‘Dan zullen ze wat anders moeten verzinnen.’

Oplossingen
Het blijft gelukkig niet bij alleen doom denken, want Voss komt zowaar met enkele oplossingen op de proppen, want ‘als de wil er zou zijn kunnen zekere mensen er zo een eind aan maken’. Hij licht toe: ‘Stel, de baas van een grote investeringsbank stuurt een e-mail naar alle handelaren waarin staat dat elke handelaar die nog tegen landen speculeert er morgen uit vliegt. Dan is het zo afgelopen. Maar niemand begint ooit ergens mee.’

Hoe gaat het aflopen? Er zijn drie opties volgens Voss. Of er staat een radicale leider in de financiële sector op die aantoont hoe het met een ander verdienmodel ook echt anders kan, en de sector mee weet te krijgen. Of de politiek gaat radicaal ingrijpen (volgens recent onderzoek is dat inderdaad wat er moet gebeuren). Het derde scenario is waar velen voor vrezen: een volgende economische crisis die zo uit de klauwen loopt dat het wereldwijde handelsverkeer stil komt te liggen en er wereldwijde chaos uitbreekt. De crisis van 2008 was kennelijk niet groot genoeg om voor echte verandering te zorgen.

De wijsheid van Socrates

Mensen weten helemaal niks. Ze denken alleen veel te weten.

In het oude Griekenland – in Athene om precies te zijn – liep er dagelijks een eigenaardig mannetje op straat iedereen vragen te stellen over uiteenlopende onderwerpen. Dat iemand dat doet is bijzonder. Mensen stellen elkaar eigenlijk heel weinig vragen. De meeste mensen vinden het fijner om aan het woord te zijn. Luisteren kost ze veel moeite.

Het vragen stellende mannetje heette Socrates (ca. 469 v.Chr. – 399 v.Chr.) en hij is één van de grondleggers van de filosofie. Filosofie betekent zoiets als ‘liefde voor de wijsheid’. Een passende definitie is: ‘Filosofie is het nadenken over het denken zelf en over het object van het denken. Meer concreet kan men zeggen dat de filosofie zich bezighoudt met vragen die door de wetenschap niet kunnen worden beantwoord of niet eens worden gesteld, zoals bijvoorbeeld de meest fundamentele vraag waarom er iets bestaat en niet veeleer niets.’

De meeste mensen die iets weten vragen niet verder, terwijl naar wij als mensen onmogelijk alles al kunnen weten over iets. Zelfs als we de feiten hebben kunnen we ons afvragen of de realiteit die we ervaren wel echt is. Kunnen we 100 procent aannemen dat het klopt dat wat onze zintuigen ons vertellen wat waar is? Nee, natuurlijk niet. Daarom is het nuttig en terecht om vragen te blijven stellen, ook al wordt dat vaak – zoals ook in het geval van Socrates – als bijzonder irritant ervaren.

Een vriend van Socrates bezocht het onfeilbare orakel van Delphi en vroeg haar: ‘Is er iemand wijzer dan Socrates?’ Het antwoord van het orakel was: ‘Nee, er is niemand wijzer dan Socrates.’ Toen Socrates dit hoorde van zijn vriend was hij verbaasd. Er waren toch zoveel mensen rondom hem met onuitputtelijke kennis? Maar jaren later begreep hij wat het orakel had bedoeld. Wijsheid is niet het kennen van zoveel mogelijk feiten, althans zaken die men voor feit aanneemt. Het is juist alle kennis ter discussie stellen om zo te komen tot steeds nieuwe inzichten over het leven en de wereld om ons heen. Socrates bezat die wijsheid. Hij was geen geleerde met een enorm ego die ermee pochte de wijsheid in pacht te hebben. Wat hij deed was vragen stellen. En dat is de les die hij voor ons heeft achtergelaten: ‘I know that I know nothing’. Dus stel veel vragen en blijf ze stellen.

Socrates