My Greatest Cinema Moments Ever

There was a terrific feature in Empire Magazine last month, especially during a pandemic when all cinemas are shut down and barely any major movies are released. They invited their readers and celebrated filmmakers, like Steven Spielberg, James Cameron and Bong Joon-Ho to share their favorite cinema moments.

They are specifically looking for moments in which the whole audience experienced movie magic. Think Hannibal Lecter escaping from prison in The Silence of the Lambs. Can you imagine the audience’s response when he pulls the face off in the ambulance? I sure can, even though I never saw Silence in cinema. Or the ending in Buffalo Bill’s house where the depraved serial killer is stalking Clarice Starling with night vision goggles? These are memories from filmmaker Edgar Wright (Baby Driver, Shaun of the Dead), who initiated this feature.

Wright: “I vividly recall riotous screenings of A Fish Called Wanda and There’s Something About Mary, the unforgettable sound of massed sobs in E.T. or Titanic, or just the palpable energy of the first weekend crowd of Scream or The Silence of the Lambs, which was so electric, you’d think it could power a city. I’ve been lucky enough to have made a few scenes myself where the crowd have drowned out the next scene because they are laughing or whooping (I’m thinking the ‘Don’t Stop Me Now’ scene in Shaun of the Dead, JK). Such moments are truly infectious, but again, that’s an adjective that needs to be retired for the moment.”

Other notable contributions in the issue are:
– Darth Vader’s dilemma right before he kills the emperor in Return of the Jedi. By Simon Pegg.
– Luke throwing down his lightsaber, also in Return of the Jedi. By Mark Hamill.
– Neo stops the bullets, but the whole film really, in The Matrix. By Chris Evans.
– The tragic reality of Menace II Society. By Patty Jenkins.
– The ear scene in Reservoir Dogs. By Joe Russo.
– And many many more….

My favorite cinema moment by far is The Lord of the Rings. I went to fellowship on opening day and it was a magical experience. You could feel the whole room just be completely absorbed by the wondrous world Peter Jackson and his team had painted on the screen. It was breathtaking. I remember highlight after highlight, but the ultimate audience engagement happened in Moria where the fellowship faces one challenge after the other. When finally Gandalf sacrifices himself to let the others escape, the audience felt like Frodo: totally and utterly defeated. By the time they face the Uruk Hai at the end, the audience was re-energized, and left the room in pretty good spirit, but also sad because of the loss of both Boromir and Gandalf.

The Two Towers even topped this experience. The way it starts is just a master move. Gandalf being pulled into the abyss and falling and fighting the demonic Balrog. Everybody in that cinema went apeshit. After that: one great scene after the other. But the real show stealer of the evening was off course Gollum. Never before had a digital character been so fully realised. Andy Serkis’ performance is mind blowing. He should have won the Oscar for best supporting actor that year, no question. The movie ends at Helm’s Deep and this is a groundbreaking battle scene in terms of pure scale and spectacle. It is the only movie I saw in cinema three times.

Of course, at the moment there are no cinema experiences at all, but the memories remain. And like many of our favorite movie characters, they will return at some point. No question. True cinema moments are magical. There is no substitute.

The Hobbit: Een persoonlijke reis

19 december 2001 – Ik had een dag vrijgenomen van de opleiding journalistiek die ik toen volgde om naar één van de belangrijkste films van mijn leven te gaan; The Lord of the Rings: The Fellowship of the Ring. Het was een woensdag en ik ging in mijn eentje naar Pathe City in Amsterdam en heb de voorstelling van mijn leven gehad. Wat een fantastische filmervaring. Fantastisch in termen van schaal en visueel spektakel. Zonder twijfel, maar belangrijker voor de beleving is uiteindelijk het verhaal over wezens die hun lotsbestemming moeten ontdekken en de moed die dat van ze vergt.

Het is inmiddels 11 jaar geleden – een lange tijd – maar tegelijk lijkt het zo ontzettend kort. Ik wist toen nog niet wat mijn eigen lotsbestemming was, met wie ik zou eindigen en waar. Ik kende haar gek genoeg al wel… Inmiddels is mijn leven behoorlijk veranderd. Ik ben bijna 10 jaar samen met Loesje, we hebben een kind samen, een huis, een eiland, veel dieren. Ik ben opleidingen begonnen en heb ze afgesloten, ik heb een baan – al vijf jaar, Loesje heeft een konijnenopvang. We hebben nieuwe mensen leren kennen, anderen zijn afgevallen…

Op filmgebied is er ook veel veranderd. Sinds Avatar is het de normaalste zaak van de wereld om met een 3D-bril op je hoofd in de bioscoop te zitten. In The Hobbit: An Unexpected Journey gebruiken de makers voor het eerst een ‘48 frames per seconde techniek’, die de film een geweldige diepte en scherpte meegeeft. In scènes waar letterlijk honderden karakters tegelijk alle kanten op bewegen is de dynamische actie met gemak te volgen. Geslaagd experiment dus; voer dit maar in bij alle 3D spektakels.

12 december 2012 – Bijna exact 11 jaar na dato zit ik in de Pathe City voor The Hobbit: An Unexpected Journey. Geregisseerd door één van mijn grootste filmhelden: Peter Jackson, die met The Lord of the Rings trilogie, een tijdloze en monumentale fantasievisie neerzette. Dit zijn de films die ik met mijn kinderen wil kijken op winterse zondagen. The Hobbit sluit hier naadloos bij aan.

The Hobbit

Vanaf de eerste minuut, waarin Bilbo ons meeneemt in de fascinerende geschiedenis van de dwergen, was ik weer helemaal terug in Midden-Aarde. Qua opbouw en structuur lijkt me film exact op The Fellowship of the Ring. Na de geschiedenis van de dwergen is de missie duidelijk en stelt tovenaar Gandalf wederom een curieus gezelschap samen om de reis mee te gaan maken. Een cruciaal lid van het gezelschap wordt wederom een hobbit – Bilbo Baggins ditmaal – die eigenlijk niet gewend is veel buiten zijn comfortabele hobbithol te komen. Onderweg komen ze het ene gevaar na het andere tegen – orks, goblins, wargs, reuzen, trollen en donkere magie – terwijl ze dichter bij hun bestemming komen: the lonely mountain (Erebor) waar de magnifieke draak Smaug zich schuilhoud met zijn veroverde goudschat van de dwergen.

Ik was een beetje bang dat de film te lang zou duren sinds Jackson had aangekondigd dat hij The Hobbit in drie delen zou uitbrengen. Het bronmateriaal bedraagt namelijk maar zo’n 250 pagina’s (ter vergelijking: The Lord of the Rings heeft 1300 pagina’s). Mijn angst bleek volledig ongegrond. De film vloog voorbij en iedere scene – of hij nu wel of niet uit het boek kwam – voelde volledig gerechtvaardigd. Wat geweldig dat ons de komende twee jaar rond kerstmis nog zo’n ervaring wacht.

Missie geslaagd dus. Waar Jackson wat mij betreft vooral veel waardering voor verdiend is hoe hij zijn personages zo écht weet te maken. Dat is namelijk cruciaal om publiek mee te krijgen in een fantasiewereld, hoe overtuigend de visuele effecten ook mogen zijn. Slechts weinig filmmakers slagen hier zo goed in als Jackson. De 13 dwergen zijn fantastisch neergezet, en de relatie tussen Bilbo, Gandalf en dwergenleider Thorin Oakenshield is oprecht ontroerend. Geweldig gespeeld door deze drie hoofdpersonen ook, met precies de juiste balans tussen drama en humor. The Hobbit maakt nu al – ik veronderstel bij vele fans van deze films – meteen al een belangrijk deel uit van mijn eigen reis door het leven. Daarom is de titel ‘An Unexpected Journey’ ook zo goed. Het gaat niet alleen om de letterlijke reis die Bilbo gaat maken, maar de reis die ieders leven is. Soms komt er iets op je pad waar je niet om gevraagd hebt, en dan moed tonen en de juiste keuzes maken is wat je maakt als mens – en als hobbit.