America’s Drift Toward Autocracy Not Yet Priced Into Stock Markets

The rate at which Trump and his fascist thugs are installing an autocratic regime in the United States is breathtaking. Federal forces are deployed in cities with the instruction to use ‘maximum force’ against Americans, every institution that is not MAGA is attacked, and brown people are kidnapped off the streets by gestapo ICE agents by the hundreds. Every American who values democracy knows this is the fight of their lives.

The economic fallout of Trump’s policies is already visible. Tourism is struggling. Farmers are hurting. Ordinary people are seeing their spending power decline. Yet the stock market has held up surprisingly well since Trump took office. Certain sectors, especially tech, have enjoyed gains, even as volatility has spiked due to trade wars, tariffs, inflation risks, and global uncertainty.

Everyone understands America is facing serious long-term risks. Markets, however, are biased toward the short term: they price in near-term, quantifiable changes like tax or regulatory shifts. Longer-term and systemic risks – climate change, for example – are notoriously underpriced because they are difficult to time or quantify.

Authoritarianism, like climate change, unfolds gradually. Its costs are diffuse, slow to appear, and thus rarely priced in until too late. America’s drift toward authoritarianism under Trump is almost certainly underestimated by investors. Over time, it will be bad for U.S. companies and markets:

● Investors demand higher returns for exposure to countries where the rule of law is undermined.

● Arbitrary executive actions (e.g., against companies critical of the regime) would raise uncertainty and financing costs.

● Independent courts, regulators, and agencies provide predictability and contract enforcement. Authoritarian consolidation erodes these safeguards.

● Without reliable institutions, companies face a higher risk of politicized regulations, favoritism, or selective enforcement.

● Global capital depends on confidence in U.S. democratic stability. Authoritarian drift could lead to capital outflows, reduced foreign direct investment, and a weaker dollar as investors seek safer jurisdictions.

● Authoritarian systems often mean policy changes on a whim, benefiting allies and punishing opponents. That increases volatility, discourages long-term business planning, and incentivizes short-termism over innovation.

● U.S. authoritarianism could strain alliances (this is already happening), trigger retaliatory trade policies, and weaken American leadership in global standard-setting.

● U.S. competitiveness relies on being a magnet for global talent. An authoritarian shift could reduce immigration, drive skilled workers abroad (this is already happening), and create a climate of fear and censorship that stifles innovation and entrepreneurship.

● Institutional investors and consumers worldwide are increasingly guided by environmental, social, and governance (ESG) criteria. A U.S. move toward authoritarianism would damage its ESG profile, pushing pension funds and global asset managers to divest.

Historical Comparisons
Other countries that consolidated authoritarian rule show a clear pattern: markets initially underprice the risk, only to suffer later when the costs become undeniable.

Russia (Putin):
In the early 2000s, Russia was attractive to foreign investors. But once Putin consolidated power, arbitrary interventions like the Yukos oil seizure scared off capital. Valuations remained permanently discounted due to ‘Kremlin risk’. By 2022, geopolitical aggression fueled by authoritarian control triggered massive capital flight, sanctions, and an investment collapse.

Turkey (Erdogan):
Turkey was once an emerging-market success story. As Erdogan weakened central bank independence and concentrated power, the lira collapsed, inflation soared (up to 84%), and foreign direct investment dried up. Unpredictable regulations, cronyism, and politicized courts continue to suppress growth.

Hungary (Orban):
Orban’s erosion of rule of law and press freedom led investors to see Hungary as politically risky compared to peers like Poland or the Czech Republic. Reliance on EU subsidies deepened as private capital inflows shrank.

Venezuela (Chávez/Maduro):
An extreme case. Venezuela was once South America’s wealthiest nation. But authoritarian populism led to expropriations, collapse of the private sector, and irreversible capital flight. Markets underestimated the risks until it was too late.

Will Trump’s attempt succeed?
The jury’s still out on this one. Crucial will be the mid-term elections from next year where democrats can win back dominance in the House of Representatives and part of congress. I am personally very pessimistic about this. Trump will not allow the democrats to win and rig the election any way he can. I have a hard time seeing any other scenario than violent revolution to turn this nightmare around and undo the untold damage Trump is causing.

De nieuwe economische wereldorde: Deel 2

Het economische wonder van de afgelopen veertig jaar is zonder twijfel China. Het land maakte de sprong van arm, agrarisch gebied naar moderne economische supermacht – sneller dan welk ander land ook in de geschiedenis. “De Verenigde Staten hebben nu een serieus probleem”, zegt econoom Richard Wolff. “Een echte, serieuze economische concurrent.”

Vergelijk het bruto binnenlands product (bbp) – de totale waarde van alle goederen en diensten die binnen de landsgrenzen worden geproduceerd. Het bbp van de VS – nog altijd de grootste economie – bedroeg in 2023 zo’n 27 à 28 biljoen dollar. Ter vergelijking: Rusland kwam datzelfde jaar uit op slechts 2 biljoen dollar. Rusland is nooit een economische uitdager van betekenis geweest. China daarentegen had in 2023 een bbp van bijna 18 biljoen dollar.

China is er nog niet, maar komt snel dichterbij. De economische groei van China ligt structureel hoger dan die van de VS. Naar verwachting zal China de Amerikaanse economie al in het komende decennium voorbijstreven. Op vrijwel alle terreinen waarop de VS vooroplopen – technologie, kunstmatige intelligentie, elektrisch rijden – heeft China een evenwaardige of zelfs indrukwekkendere tegenhanger ontwikkeld.

Het Chinese groeiverhaal is het meest indrukwekkende economische succesverhaal in de moderne geschiedenis. Het valt niet te negeren, ook al roept het ongemak op. Hoe heeft China dit voor elkaar gekregen?

De Chinese Communistische Partij (CCP) greep op 1 oktober 1949 de macht, met de oprichting van de Volksrepubliek China. In de jaren zestig vond er een breuk plaats met de Sovjet-Unie, omdat China een eigen visie had op economische ontwikkeling.

Het belangrijkste verschil? Waar in de Sovjet-Unie de staat alle grote industrieën bezat, koos China voor een hybride model: ongeveer de helft van de industrie is in staatshanden, de andere helft is privaat eigendom. Deze unieke combinatie van socialisme en kapitalisme heeft tot opmerkelijke resultaten geleid.

Sinds de jaren zeventig heeft China zijn markt geleidelijk opengesteld voor westerse bedrijven. In ruil voor toegang tot goedkope arbeid en een groeiende afzetmarkt, hebben die bedrijven hun technologie en kennis gedeeld – iets waar China gretig van heeft geprofiteerd.

Ook in de recente handelsoorlog met Trump, waarin hij zijn hand heeft overspeeld, toont China zich strategisch. Terwijl Trump wereldwijd bruggen verbrandt, reist de Chinese president Xi actief de wereld over om relaties aan te halen – in Azië, Afrika en Europa.

Daarnaast biedt China lagere rentevoeten dan de VS, wat het land een sterke financiële positie geeft. Wie de wereld kan financieren, verwerft geopolitieke invloed. Lange tijd was dat de rol van de Verenigde Staten – maar nu is China bezig die positie over te nemen. Het land investeert op grote schaal in buitenlandse bedrijven en infrastructuur, en breidt zijn invloedssfeer voortdurend uit.

De Chinese leiders hebben een duidelijke langetermijnvisie uitgesproken: in 2049 – het honderdjarig bestaan van de Volksrepubliek – wil China wereldwijd erkend worden als economische supermacht. Die ambitie omvat zowel technologische dominantie als economische superioriteit ten opzichte van de westerse industrielanden. De hervormingen die in 1978 zijn ingezet, vormen de basis voor deze opmars. En inmiddels zijn ze hard op weg hun doelen te verwezenlijken.

De wereldorde verschuift – niet plots, maar gestaag. Terwijl het Westen worstelt met interne verdeeldheid en stilstand, zet China met ijzeren discipline en strategisch beleid koers richting de toekomst. Het wordt tijd dat we dit niet langer als dreiging zien, maar als een realiteit die om visie en aanpassing vraagt.

De nieuwe economische wereldorde: Deel 1

De wereld bevindt zich momenteel op een keerpunt. De Verenigde Staten staan aan het einde van een tijdperk van tachtig jaar waarin het land de economische supermacht was. Het is nog steeds de grootste economie ter wereld – maar hoe lang nog?

De handelsoorlog die door Trump werd ontketend, is volgens econoom Richard Wolff geen teken van kracht, maar van wanhoop. “Economische oorlog verklaren aan de hele wereld – wie doet dat? China in elk geval niet. Natuurlijk blijft de VS een grote speler, maar haar relatieve positie is al geruime tijd aan het verzwakken.”

Na de Tweede Wereldoorlog lagen veel Europese landen in puin, verwoest door de strijd. De Verenigde Staten namen toen het economische leiderschap over. Maar dat was geen stabiele situatie – landen krabbelen namelijk altijd weer op. Eerst deden de Duitsers dat, daarna de Japanners. En toen – verrassend voor sommigen – was het China. Inmiddels is China de grote rivaal van de VS in de strijd om economische dominantie.

De VS beseffen dat, maar verkeren in ontkenning. In het hoofd van veel Amerikanen zijn zij nog altijd het machtigste land ter wereld. Het idee dat die macht relatief afneemt – en dat ze over tien of twintig jaar misschien niet langer de grootste economie zijn – is moeilijk te bevatten, laat staan te accepteren.

Trump is een symptoom van een dieperliggend probleem: de greep van het bedrijfsleven op de politiek, de gigantische staatsschuld van 35 biljoen dollar, de toenemende ongelijkheid, en nu – onder Trump – de versnelde afglijdende beweging richting een schurkenstaat: een instabiel, corrupt land met een uitgeholde democratie, verbroken internationale relaties en een diepe sociale crisis.

Richard Wolff uit stevige kritiek op zowel Trump als de Democraten, omdat zij het probleem onvoldoende adresseren. “Je kunt het niet terugdraaien. Maar als president kun je het wel bespreekbaar maken en mensen uitleggen wat er aan de hand is. Maar ja, mensen willen niets horen over instortende imperia, dus zwijgen politici er liever over.”

Trump blijft doen alsof hij de spelregels bepaalt, maar andere landen spelen niet meer mee. De VS hebben simpelweg niet langer de macht om hun wil op te leggen – en daarom slaagt Trump er niet in om nieuwe handelsdeals te sluiten. China buigt niet, maar laat zien wat het geworden is: een volwaardig alternatief voor de VS.

Het economische succes van Amerika leunt nu vooral op de technologiesector, met de meest dominante techbedrijven ter wereld. Maar die voorsprong is niet vanzelfsprekend of blijvend. Andere landen – vooral China – zitten niet stil.

De VS beschikt ook nog over de dollar als wereldwijde reservemunt, maar ook die positie is niet onaantastbaar. Zoals eerder genoemd, neemt het mondiale gewicht van de VS af. Daarnaast voert het land een volkomen onverantwoord fiscaal beleid, en is de Amerikaanse financiële sector opmerkelijk primitief ingericht. Deze factoren samen zullen uiteindelijk het einde inluiden van de dominantie van de dollar – en daarmee het proces versnellen waarin de VS haar rol als leidende wereldeconomie verliest.

De nieuwe economische wereldorde dient zich al aan. De overgang zal onrustig en grillig zijn, maar is onvermijdelijk. In het volgende deel zal ik inzoomen op de ontwikkeling van China.

Gaat klimaat-tech ons redden van catastrofische klimaatverandering?

Mijn verwachtingen ten aanzien van het oplossen van de klimaatcrisis gaan nog wel eens op een neer: van hoopvol naar (bijna-)fatalistisch. Recentelijk heeft mijn vertrouwen weer een boost gekregen. Voor M&A Magazine interviewde ik de oprichters van Carbon Equity, een platform dat privaat kapitaal ophaalt voor de investering in technologische oplossingen tegen klimaatverandering. Deze dames zijn pas drie jaar bezig en hebben nu al 250 miljoen euro opgehaald.

De klimaatfondsen waarin zij investeren financieren oplossingen in energie en productie, industrie, mobiliteit, de gebouwde omgeving en het voedselsysteem. Deze sectoren zijn verantwoordelijk voor alle emissies. Daarnaast investeren ze in carbon management voor het opvangen en verwijderen van CO2. Ze ondersteunen zowel vroege innovatieve ideeën, zoals het winnen van magnesium uit zeewater voor lichtere en sterkere materialen, als groeikapitaal en buy-outs, zoals synthetische brandstoffen en efficiënte batterijopslag.

“Er zijn zoveel interessante innovaties, zoals precisie-fermentatie, waarmee we dierlijke moleculen maken zonder dieren. Dit zorgt ervoor dat plantaardige kaas en vlees net zo lekker smaken als de dierlijke varianten”, geeft co-founder Liza Rubinstein Malamud aan. “Ook op het gebied van elektriciteit en cement zijn er veel innovaties. We hebben bedrijven die CO2-vrij cement maken via verschillende methoden, zoals micro-organismen of elektriciteit. Er zijn enorm veel goede ideeën die financiering waard zijn. Deze innovaties zullen waarschijnlijk op verschillende plekken en op verschillende schaalniveaus impact hebben.”

De transitie naar net zero binnen enkele decennia is een ongekende opgave. Toch is de stemming bij de investeerders in klimaat-tech overwegend optimistisch. “Dat komt door de vele interessante innovaties en het grote aantal getalenteerde mensen dat hieraan werkt”, zegt Jacqueline van den Ende, CEO van Carbon Equity. “Als je ziet wat er allemaal gebeurt, is het moeilijk niet enthousiast te worden. Er is een enorme pool van talent in de klimaatsector. Bij Carbon Equity krijgen we honderden aanmeldingen per vacature, en ongelofelijk veel succesvolle ondernemers richten zich momenteel op dit gebied.”

Maar uitdagingen blijven bestaan, zoals het ophalen van waanzinnige hoeveelheden kapitaal om de transitie mogelijk te maken. Maar er zijn hoopvolle signalen dat het de goede kant op gaat, blijkt uit de publicatie ‘The Seven Trillion in 10 Years Opportunity’.

1). De jaarlijkse inkomsten uit klimaattechnologieën zullen naar verwachting groeien van vijf biljoen euro (5.000 miljard euro) in 2020 naar twaalf biljoen euro in 2030, een jaarlijks samengesteld groeipercentage van tien procent.

2). Klimaattechnologie, zoals hernieuwbare energie en elektrische voertuigen, bevindt zich al op of staat op het punt prijspariteit te bereiken met de bestaande technologie. Ongeveer tachtig procent van de klimaat-technologieën die nodig zijn voor een netto nul uitstoot heeft een duidelijke route naar kosten-pariteit.

3). Climate Tech Venture Capital (durfkapitaal investeringen in klimaattechnologie) trekt momenteel vijftig miljard dollar aan investeringen per jaar aan, waardoor in 2023 zestien procent van al het durfkapitaal en groeikapitaal in klimaattechnologie werd geïnvesteerd, wat meer dan verdrievoudigd is in tien jaar tijd.

4). Climate Tech Venture Capital (VC) is veel veerkrachtiger geweest dan algemene VC: een daling van twaalf procent versus meer dan vijftig procent in de afgelopen twee jaar.

5). Steeds meer reguliere private equity-fondsbeheerders stappen in klimaattechnologie omdat ze de boot niet willen missen.

Kortom, een hoopvol verhaal. De oplossingen zijn er en het kapitaal dat nodig is om deze oplossingen door te ontwikkelen en op te schalen begint de juiste kant op te vloeien. En het is geld dat, meer dan wat dan ook, bepaalt wat er in de wereld gebeurt.

Lees hier het hele interview met Carbon Equity: ‘Veel klimaattechnologieën staan aan de vooravond van de grote omslagcurve’