Carl Gustav Jung #4: Lijden van de ziel

Lees ook: Carl Gustav Jung #3: Alchemie

Het werk van Carl Jung had in tegenstelling tot andere psychologen een sterke religieuze inslag. Het Christendom was in zijn ogen niet volmaakt omdat het geen plaats kon geven aan het kwaad. In Jungs boek ‘Antwoord op Job’ kwam de dubbele natuur van God aan de orde.

Net zoals dat Jung bij de alchemisten een synthese vond tussen materie en geest, vond hij bij de gnostici een synthese tussen goed en kwaad in God en in onszelf. Het gnosticisme werd verketterd door de kerk doordat zij zagen dat de Goddelijke vonk in mensen aanwezig is en dat, door zichzelf te kennen, zij God kunnen leren kennen.

Een tegenstrijdigheid in het Christendom is dat er verschrikkelijke dingen gebeuren, zoals dood, ziekte, marteling en oorlog. Hoe is dat te verenigen met een liefdevolle God? Vanuit dat dilemma is het verhaal van Job geschreven. Het gaat over de rechtvaardige Job die met allemaal tegenslagen te maken krijgt. Ondanks zijn lijden blijft hij trouw aan God.

Deze proef kan iedereen treffen. De vraag waar al dat lijden en het onrecht goed voor is houdt de mens tot op de dag van vandaag bezig. Met de oorlogen in o.a. Syrië en Oekraïne wordt de mens opnieuw geconfronteerd met openlijke onrechtvaardigheid, tirannie, leugens en onmenselijke folteringen. Hoe moet de mens zich hiertoe verhouden?

Het antwoord van de gnostici – en van Carl Jung – is dat God zowel de bron van het goede als het kwade is. Van al het goede in de wereld is er dus ook een tegenhanger. Het omgekeerde van kosmisch bewustzijn is totale verlatenheid en duisternis; de afwezigheid van vreugde of hoop. Het antwoord van de gnostici is dat lijden zit ingebouwd in de structuur van de kosmos. Er is geen ‘waarom’. Het is gewoon zo.

Het Christelijke symbool van het kruis laat die tegenstellingen zien. Jung heeft gezegd dat het kruis ons bewust maakt van de pijnlijke botsing van tegenpolen waar we in ons eigen leven mee moeten worstelen. Het goede nieuws is dat er ook een middenstuk is waar de lijnen elkaar kruisen; daar zit de harmonie. Omgaan met lijden kan de mens bereiken door niet onwetend te zijn (gnosis is het Oudgriekse woord voor ‘kennis’). We moeten niet uit het oog verliezen dat we de Goddelijke vonk in ons hebben. Ook is er meer dan we kunnen waarnemen. Er ontvouwt zich een groot mysterie, er is iets gaande op transcendentaal niveau.

In therapie kun je de innerlijke, tegengestelde krachten met elkaar verzoenen. Er vindt altijd een conflict plaats tussen je diepste, innerlijke zelf en wat de maatschappij, je familie, van je vraagt. Met dat pijnlijke spanningsveld moet je als mens vrede zien te sluiten. We zullen moeten accepteren dat de uitersten, waaronder goed en kwaad, in ons allemaal besloten zitten en dat we niet verstrikt moeten raken in een van beide uitersten, want dit leidt onherroepelijk tot destructie. Ook wanneer je helemaal goed bent, ben je gefragmenteerd, versplinterd, en de hoop is juist om in compleetheid te leven.

Omgaan met het kwaad doen we door ons toe te wijden aan bewustzijn en ons te bevrijden van de illusies van tegenstellingen die we zelf creëren. Volgens Jung is er geen kwaad dat geen goed voortbrengt en geen goed dat niet ergens kwaad aanricht. We hebben het allemaal in ons. Omhels dus je schaduwzijde, zoals Jung het noemde, in je individuatieproces (proces van bewustwording als afzonderlijk wezen). Het als onbewust proces te laten plaatsvinden is het grote gevaar. De gnostici zeiden het ook; accepteer het duister om de Goddelijke heelheid te vinden.

Lees ook: Man’s Search For Meaning

Carl Gustav Jung #3: Alchemie

Lees ook: Carl Gustav Jung #2: Psyche en materie

In de jaren 30 van de vorige eeuw bestudeerde Jung de alchemie en kwam tot een analogie tussen de begrippen uit deze oude tak van de natuurfilosofie en zijn psychologie. Archetypische symbolen speelden een grote rol in de alchemie en dat was wat de beroemde psychiater er zo in aansprak.

In het tijdperk waarin Jung leefde, en ook nog in onze huidige maatschappij, bekijken de meeste mensen de wereld op een objectieve, wetenschappelijke manier. De connectie met het collectieve onbewuste – dat zich uitdrukt in symboliek – is verloren gegaan. Volgens Jung en zijn discipelen is dat de oorzaak van de vele neurosen waar de mensheid mee kampt.

De alchemie herkende de archetypische beelden en het belang daarvan voor de mensheid. Jung moest wennen aan de bizarre beeldtaal van de alchemisten, maar vond er uiteindelijk verborgen betekenis in. Wat hij ontdekte in de beelden waren de vele tegenstellingen die voortkomen uit het onbewuste: de diepte en hoogte, moord en liefde, licht en duisternis. Hij vond alle stadia van groei en verval, verstarring en transformatie, weerspiegeld in de rijke alchemistische symboliek.

Onze hedendaagse wetenschap is onovertroffen als het gaat om het creëren van de meest ingenieuze technologische toepassingen, maar de alchemie, de middeleeuwse voorloper van de hedendaagse wetenschap, was superieur in het mentale aspect; de connectie met de archetypische onderstroom. Newton, met wie de moderne wetenschap begon, was een groot kenner van de alchemistische kennis en nam deze zeer serieus. Het ontzielde wetenschappelijke wereldbeeld is niet met hem begonnen, maar wel met zijn wetenschappelijke ontdekkingen.

Alchemie heeft als grondbeginsel dat alles met elkaar in verbinding staat. De macrokosmos en microkosmos zijn verbonden en de mens staat in het midden daarvan. In het boek van Hermes – de bijbel van de alchemisten – was de mens in het begin nog een met God, maar daalde hij uit nieuwsgierigheid af naar de aarde, de verwarrende wereld van de materie. Er bloeide liefde op tussen de natuur en de Goddelijke mens die zichzelf in de natuur herkende, en dat leidde tot een versmelting van het Goddelijke met de materie. De uitdaging voor de mensen is nu om zichzelf in het stof – de eenheid van henzelf en God – te hervinden. En dat is de link met de dieptepsychologie van Jung.

De alchemisten en de astrologen van die tijd beschreven wat zij zagen op subjectieve wijze. Wat zij buiten zichzelf zagen was een afspiegeling van wat zich in de menselijke psyche voltrok. Turen in het donkere universum, het bestuderen van materie, is als kijken naar jezelf. Die zienswijze is verloren gegaan. Dit kan volgens Jung resulteren in massapsychose en dat is gevaarlijker dan een atoombom. Het kan leiden tot volledige ineenstorting van onze ecosystemen en samenlevingen. Onwetendheid is de grote ramp voor de ziel van de tegenwoordige mens.

Mercurius – een slang in een cirkel die zijn eigen staart opeet – is een belangrijk symbool in de alchemie. Het staat voor de schepping en vernietiging, de vereniging van tegenstellingen. Het herstel van de psyche vindt plaats door het verband te vinden tussen de manifeste en niet-manifeste wereld, het besef dat alles een en hetzelfde is. De mens maakt zelf deel uit van die eeuwige, Goddelijke, vloeiende energie. Opnieuw de connectie maken met het onbewuste – onze diepste natuur – is het enige wat ons kan redden uit de destructieve cyclus waar we nu inzetten, die cyclus van psychische ziekte en ecologisch verval. Dat was, voor Jung, wat we van de alchemisten kunnen leren. Ze waren dus niet zozeer meesters van de materie, maar juist van de diepste krochten van de psyche.

In het vierde en laatste fragment over Jung staat het lijden van de ziel centraal.

Carl Gustav Jung #2: Psyche en materie

Lees ook: Carl Gustav Jung #1: Individuatie

Jung sprak eens in een interview over de psyche als een aspect van materie omdat het zich in levende lichamen bevindt. Daarmee heeft hij nog niets gezegd over de relatie tussen de twee. Creëert het ene het andere, of zijn het twee kanten van dezelfde substantie, zoals Spinoza dacht (duaal monisme)?

De subatomaire wereld van de kwantumfysica waarin gebeurtenissen slechts plaatsvinden wanneer ze worden waargenomen, heeft radicaal afgerekend met de zogeheten causaliteit – de wet van oorzaak en gevolg als enige verklaring voor gebeurtenissen. Dit heeft bekende natuurkundigen uit die tijd, zoals Wolfgang Pauli (1900 – 1958), ertoe aangezet diep te gaan nadenken over de relatie tussen de natuurkunde en het onbewuste.

Als Pauli 30 jaar is, raakt hij in een crisis. Hij heeft zijn gevoelsleven verwaarloosd en reist af naar Küsnacht waar Carl Jung zijn privé-praktijk heeft. Dit is het begin van een beroemde samenwerking tussen de twee mannen waarin ze de relatie tussen dieptepsychologie en kwantumfysica exploreren. Dit ging niet direct heel soepel. Pauli had grote moeite met therapie en wilde het op een puur theoretisch niveau houden. Samen bespraken ze Pauli’s dromen en Jung heeft ze vervolgens geanalyseerd op archetypische connecties.


Wolfgang Pauli (l) en Carl Gustav Jung (r)

Pauli had dromen met natuurkundige symboliek. Zo droomde hij van vier eieren met daarop wiskundige formules. Vier is het symbool van de erotiek en het vrouwelijke. Ook de cirkel en later de vierkant duiken vaak op in zijn dromen. Volgens Jung wordt Pauli’s focus op rationele wetenschap in zijn dromen gecompenseerd. Hij schreef: ‘De 4 is een oud symbool dat verbonden is met de gedachte aan de wereldscheppende Godheid. De 4 symboliseert de delen, kwaliteiten en aspecten van het ene.’

Jung schreef in dit verband over het vooroordeel dat God buiten de mens is. Het onbewuste creëert het beeld van een quaterniteit – een vierheid, terwijl de christelijke symboliek het beeld van een triniteit voortbrengt dat een uitsluitend mannelijk karakter draagt. Kortom, er ontbreekt een belangrijk aspect. In de tijd van de alchemisten is 4 eveneens het symbool van de eenheid van geest en materie: van man en vrouw.

In de tijd van Isaac Newton is een kloof ontstaan tussen psyche en materie. De kerk is ontdaan van materie en de natuurkunde is diezelfde materie gaan vergoddelijken. De kwantumtheorie die in de negentiende eeuw is ontwikkeld, maakte duidelijk dat dit een niet langer te negeren probleem is. En zo verklaarde Jung Pauli’s dromen over eieren, cirkels, vierkanten en vrouwen. Er worden elementen toegevoegd en zo wordt de eenheid hersteld. De boodschap voor de kwantumwetenschapper was dat natuurkunde niet alles is wat er is. Hij moest het integreren in iets groters.

Helaas is Pauli er niet in geslaagd de natuurkundige gemeenschap te overtuigen van de eenheid van psyche en materie. Na het schrijven van een boek met Jung over synchroniciteit, trok hij zich terug. Volgens Jung’s assistent was de fysicus bang voor de psychiater. Dat kwam omdat zijn dromen hem zeiden dat hij zich publiekelijk moest uitspreken voor Jungiaanse psychologie. Daar kreeg hij het spaansbenauwd van. Hij was bang voor het hoongelach dat hij zou ontvangen in de kringen van prominente fysici.

Jammer, want een natuurkundige van het formaat van Pauli had wellicht invloed kunnen uitoefenen op het materialistische wereldbeeld dat vandaag de dag nog steeds standhoudt. Maar misschien ook niet. Wellicht is pas nu – in de 21ste eeuw – de tijd echt rijp om de eenheid tussen psyche en materie definitief te herstellen.

Alchemie is het onderwerp van het volgende fragment over Carl Jung.

Reality As an Act of Dreaming

Our reality is like a waking dream. It has rules, those we can study objectively (science). But they are not as steady as we may think. Quantum mechanics has revealed that beyond a steady appearance, there is only probability. It takes the act of observing to construct reality out of potentiality.

We used to think that God was the creator of our world and God resided outside of nature. Then Western science removed God, and we were left with nature without cause. Everything was explained as resulting from an extremely large series of random accidents. This worked partly, but many problems remained. Life and consciousness cannot be explained away by random accidents. Nor can randomness be a proper explanation for the immense ordered complexity we observe around us.

The solution was already present all along. Turns out that Eastern philosophy was closest to the edges of truth we can ever hope to get. God is not outside of nature. God IS nature. And since we are part of nature, we are also part of God. We are the mental hubs in a participatory universe.

According to the famous physicist John Wheeler, the universe is a self-referential ‘strange loop’ in which physics gives rise to observers, who then give rise to meaning – establishing observers – participants who grant a meaningful existence to the universe. The world and consciousness are intermingled in such a way that they mutually co-arise in a deeper unified sphere of being. It is impossible to say which initially caused the other, as their relationship has no beginning in time. Their relationship is reciprocal – now one side and then the other acts as a cause. Through the conscious observer in the dreamlike reality, the universe becomes a lucid dreamer.*


From: The Goldilocks Enigma by Paul Davies

Uncountable small acts of observer-participancy have over eons built up the tangible appearance of the material world. As observers, there is no getting around the fact that each of us are participants in bringing reality into being. Wheeler: “I can’t make something out of nothing, and you can’t, but together we can”. The universe is a collective shared dream that is too seemingly dense and solidified for any one person’s change in perspective to transform, but when a critical mass of people get into alignment and consciously put together what I call our “sacred power of dreaming” we can, literally change the waking dream we are having.”*

As agents of cosmic evolution, we are being invited to contribute to the growing edge of the universe’s creative unfoldment into uncharted territory. This is truly evolution in action, as we discover that we can actively participate in our own evolution, and in fact are being called to do so. We become (or maybe we always have been, but just didn’t know it) a channel for the universe to automatically re-create itself in a novel and evolutionary way. Or maybe I am just dreaming.*

*Segments taken from: The Quantum Revelation by Paul Levy

Read also: How The Goldilocks Enigma Is Another Major Indication For A Consciousness-Based Universe