Bewustzijn in de 21e eeuw

We leven in bepalende tijden voor het lot van miljoenen levende wezens op deze planeet. Het is niet langer te ontkennen dat we afstevenen op rampspoed. Ten tijden van dit schrijven worden enkele van de grootste en machtigste landen ter wereld geregeerd door ego-maniakale freaks. Trump is binnenkort weg, maar o.a. Poetin, Bolsonaro, Johnson en Erdoğan zitten er nog. Natuur en biodiversiteit worden in duizelingwekkend tempo afgebroken en verwoest. En we staan aan het begin van een klimaatcrisis die ongekend vernietigende gevolgen gaat hebben voor de hele planeet. De ernst van deze realiteiten sijpelt voortdurend door tot de collectieve psyche van de mensheid wat leidt tot toenemende angst, woede en waanzin. Het lijkt een kwestie van tijd voordat we massaal gaan doorslaan. Een nieuw wereldbeeld was nooit meer nodig.

Ondertussen vindt buiten het blikveld van het merendeel van de mensheid een stille revolutie plaats. Wetenschappers ontdekken dat de materiële wereld om ons heen niet echt materieel is, maar mentaal van aard. Het fundament van honderden jaren door het Westen gedreven wetenschappelijke en technologische vooruitgang – namelijk een objectief bestaand universum – staat op barsten. Experiment na experiment toont aan dat achter de overtuigende façade van een materiële wereld een spiritueel domein schuilgaat. Veel wetenschappers zitten nog in de ontkenningsfase. Het wachten is nu op het beslissende experiment dat het heersende materialistische paradigma de nek omdraait. De realisatie die daarop zal volgen heeft de potentie de mensheid te bevrijden. En haar te helpen haar ware spirituele aard te doorgronden.

In het nieuwe wereldbeeld staat niet materie, maar bewustzijn centraal. Bewustzijn dat het individu ontstijgt en zijn oorsprong vindt in een mentaal domein dat buiten ruimte en tijd bestaat. Uit dit domein, dat niet direct toegankelijk is voor onze aardse meetinstrumenten (maar wel indirect kan worden onderzocht en direct ervaren in andere staten van bewustzijn), worden zowel de wereld als onze beleving ervan gegenereerd. En hierin verschilt het nieuwe wereldbeeld radicaal van het oude: onze beleving van de wereld IS de wereld. Bewuste ervaring en buitenwereld zijn één en hetzelfde.

Het vermoeden van deze verbluffende realisatie is ontstaan toen natuurkundigen in de jaren 30’ van de twintigste eeuw aanliepen tegen het zogeheten meetprobleem van de kwantumfysica. Een atomair object dat niet geobserveerd wordt, bestaat niet op één vaste locatie in ruimte en tijd. Het bestaat slechts als een golf van waarschijnlijkheden en kan niet langer worden beschouwd als concreet object, maar als een spookachtige golf van informatie. Pas wanneer er een meting wordt uitgevoerd, verandert de waarschijnlijkheidsgolf in een deeltje met een vast te stellen positie in de ruimte. Dit proces staat bekend als het ineenstorten van de golffunctie. Maar waarom een meting dit effect veroorzaakt en wat een meting überhaupt inhoudt is niet bekend. Dit is hét centrale mysterie van de kwantumfysica.

Dit raadselachtige gedrag van de natuur heeft weinig bekendheid onder het gewone publiek omdat we het in de gewone wereld van alledaagse objecten niet tegenkomen. Alleen bij kwantumexperimenten waar de werking van de atomaire wereld wordt onderzocht – niet ieders kopje thee – worden zulke vreemde effecten vastgelegd. Daarom een analogie naar de echte wereld. Je komt thuis van een dag werken en parkeert je auto op de parkeerplaats nabij je huis. De volgende ochtend gaat om half zeven de wekker en maak je je klaar voor een nieuwe dag werk. Nadat je gedoucht hebt en je ontbijt en koffie op hebt loop je naar de deur om te vertrekken. Waar is je auto? Altijd op de plek waar je hem hebt achtergelaten. Niet zo in de wereld van de kwantum. De kans dat jouw vervoersmiddel op de parkeerplaats staat is slechts 10 procent. Er is ook 10 procent kans dat hij voor de deur staat, wat natuurlijk fijn zou zijn omdat het je een wandeling bespaart. Maar hij kan ook bij het winkelcentrum staan op 10 minuten loopafstand. Ook die kans is 10 procent. De totale distributie voor de positie van je auto ziet er als volgt uit:

Waar is je auto? Nergens totdat je hem ergens aantreft. Het vinden van jouw auto is de meting die de golfdistributie in elkaar doet storten. Dit alles slaat natuurlijk nergens op. Zo’n scenario kom je nooit tegen in ‘de echte wereld’. En omdat je het niet waarneemt bestaat het ook niet, toch? Maar hierin vergissen we ons; deze effecten bestaan wel. In het laboratorium zijn ze onmiskenbaar aangetoond. Weliswaar op atomaire schaal, maar de wereld waarin we leven is uiteindelijk opgebouwd uit atomaire interacties. Alleen op grote schaal worden deze effecten teniet gedaan. Maar ze bestaan nog steeds! De kans dat je auto op de maan staat is zo ongelofelijk klein dat je het nooit zult meemaken al leefde je een triljard jaar. Maar de kans is niet 0,0%. Dus wat is er aan de hand?

Hier hebben natuurkundigen waaronder de grootsten, zoals Albert Einstein, zich de afgelopen eeuw over gebogen. Er is geen consensus bereikt, maar er zijn wel een aantal ideeën. Een vrij populaire is de veel-werelden-interpretatie van Everett. Deze interpretatie zegt dat bij iedere observatie het universum vertakt. Om het voorbeeld van je auto er nog eens bij te halen; volgens de veel-werelden-interpretatie bevindt je auto zich op alle plekken die de golffunctie aangeeft, maar in parallelle universa. Jij treft je auto in dit universum aan voor je huis, en een andere jou vindt zijn auto terug bij het winkelcentrum. Voor elke mogelijkheid een universum. Dat zijn een hoop universa. Het probleem is: de theorie legt niks uit.

Er is een andere mogelijkheid. Die is niet minder bizar, maar als de kwantummechanica één ding heeft duidelijk gemaakt, is het wel dat de uiteindelijke oplossing radicaal zal zijn. Voor de interpretatie die ik voorstel, waarin bewustzijn een sleutelrol speelt, zijn vele namen, waaronder idealisme en bewust realisme. De interpretatie komt hierop neer: de fysieke wereld komt voort uit een ander domein. Dit domein is mentaal van aard en bevat de potentie van alle gebeurtenissen die kunnen plaatsvinden. Wij, levende wezens, zijn uiteindelijk onderdeel van dit multidimensionale systeem. Onze rol is het manifesteren van mogelijkheden in het ons welbekende ruimtetijd-domein. We bepalen niet als individuen zelf waar de auto zal worden teruggevonden, maar hebben collectief wel invloed op hoe de realiteit zich uiteindelijk manifesteert, want alles gebeurt binnen één bewustzijn waar wij onderdeel van zijn. De kwaliteit van ons bewustzijn is daarom cruciaal.

Hoe kan dit besef ons helpen in de 21e eeuw succesvoller te zijn? De afgelopen eeuw was de eeuw van het materialisme. We hebben evolutie beschouwd als een puur biologisch, fysiek proces waarbij soorten – en individuen – moeten zien te floreren. Het vergaren van zoveel mogelijk bezittingen is een tragisch bijeffect van dit wereldbeeld en het zorgt voor veel ellende. In het nieuwe wereldbeeld is alles in het universum verbonden met elkaar. En kunnen we dus alleen succesvol zijn als ieder biologisch wezen een optimale kwaliteit van bewustzijn ervaart binnen de gegeven omstandigheden. Het vergroten van de kwaliteit van ons collectieve bewustzijn is waar het fundamentele proces van evolutie echt om draait. En niet om het succesvol laten zijn van slechts een aantal levensvormen ten koste van anderen. We kunnen nog eeuwen doorgaan met eindeloos consumeren en individuele rijkdom vergaren met alle schade voor het milieu en armoede voor anderen tot gevolg. Of we kunnen nu beginnen met het najagen van onze uiteindelijke lotsbestemming: vrij, liefdevol en verbonden bewustzijn hier op aarde. Als we vandaag beginnen kan het al in de 21ste eeuw werkelijkheid worden.

Hoe weten we dat we op de goede weg zijn? Bewuste ervaring en buitenwereld zijn één en hetzelfde, dus we hoeven maar naar de buitenwereld te kijken en we weten hoe de kwaliteit van ons bewustzijn ervoor staat. Directe feedback. Verandering begint bij individuen die werken aan de kwaliteit van hun eigen bewustzijn. Wanneer een kritische massa wordt bereikt, zal de mensheid als eenheid door een nieuwe bril kunnen kijken naar onze dillema’s. Hoe we technologie op een verstandige manier kunnen inzetten. Hoe we kunnen stoppen met het exploiteren van de natuurlijke rijkdommen van deze planeet en het grootste deel van haar bewoners. En hoe we weer in harmonie met de natuur kunnen leven. De eerste stap is is het vergroten van onze kennis over hoe de realiteit echt in elkaar steekt.

⟿ Jeppe Kleijngeld, januari 2021

[Klaar voor de => “AI-revolutie”]

Machines die slimmer zijn dan mensen. Het kan realiteit worden in de toekomst en daar zitten veel haken en ogen aan. Verschillende topexperts brengen de implicaties in kaart in de documentaire We Need To Talk About A.I.

In deze fase zijn we omringt door Narrow AI, kunstmatige intelligentie die een specifieke taak veel beter dan mensen kan uitvoeren. Bijvoorbeeld schaken, autorijden, beleggen, een vliegtuig besturen en gezichten herkennen. Deze AI is vergelijkbaar met een autistische savant. Dit is indrukwekkend, maar staat nog ver af van A.G.I.: Artificial General Intelligence. Mocht dit ooit arriveren, wat gaat er dan gebeuren? De scenario’s in films zijn meestal niet erg rooskleurig. Denk maar aan The Terminator, The Matrix, 2001: A Space Odyssey en Ex Machina. Ook verschillende publieke figuren hebben gewaarschuwd voor de gevaren van AI, zoals Elon Musk, Stephen Hawking en Bill Gates.

Een van de gevaren is dat AGI-machines niet noodzakelijk dezelfde doelen als de mensheid nastreven: het goal alignment probleem. Bijvoorbeeld, wanneer de missie wereldvrede is, dan vindt de AI het misschien wel een goed idee om het hele menselijke ras uit te roeien. Zie bovenstaande films voor dergelijke scenario’s. De film die waarschijnlijk het meest realistische beeld geeft is 2001: A Space Odyssey. De boordcomputer HAL van het ruimteschip Discovery One besluit dat hij de missie naar Jupiter beter zonder bemanning kan uitvoeren, en probeert astronauten om zeep te helpen. Een duidelijk goal alignment probleem. Maar veel AI-experts worden boos van dit soort bangmakerij. Het is onmogelijk om ver vooruit te kijken bij technologische ontwikkelingen. We moeten gewoon bouwen, experimenteren en leren van wat er goed en fout gaat.

Dat kan zo zijn, maar er is wel een grote zorg die tijdig geadresseerd moet worden. Als AGI wordt ontwikkeld kan dat de machtsverhoudingen op de wereld enorm verstoren. Stel dat een dictator als Poetin, Trump of Xi als eerste AGI in handen krijgt… Ik durf er niet aan de denken. Of mogelijk even verschrikkelijk; een tech-gigant als Google of Facebook die ermee aan de haal gaat. Dit is een winner takes all contest. Degene die het als eerste krijgt zal binnen de kortste keren iedere industrie domineren. Hier moeten we afspraken over maken of het kan rampzalig uitpakken.

Maar er is ook heel veel dat AGI kan brengen. Een paar voorbeelden: tijdig de signalen herkennen van hartproblemen, kanker en suïcide. Het sterk verbeteren van verkeersveiligheid. Het laten slagen van veel meer operaties met robotchirurgie. Maar ook het mogelijk maken van een meer gelijkwaardige verdeling van welvaart binnen een vrije markt economie. En zorgen voor meer duurzaamheid en minder oorlog.

Dit klinkt idyllisch, maar een keerzijde hiervan kan weer zijn het inleveren van vrijheid. Een AI dictatorschap dus. Een tussenvorm kan zijn dat de AI als scenarioplanner fungeert die de mens alle ideale beleidsvoorstellen voorlegt. Maar de mensen blijven beslissen. We moeten hoe dan ook nadenken over hoeveel autonomie we machines geven. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor zelfrijdende auto’s die ethische keuzes moeten maken, zoals het laten sterven van hun passagier of het inrijden op een groep kinderen. Wie beslist?

Er komt nogal wat bij kijken. En gezien de enorme revolutie die AI gaat inluiden is het niet verkeerd als hier zoveel mogelijk risicomanagement op los te laten. Alles wat er mogelijk verkeerd kan gaan moet in kaart worden gebracht en alle mogelijke maatregelen moeten worden genomen om deze risico’s in te dammen. De vuistregel van riskmanagement-expert Nassim Nicholas Taleb is hier van toepassing: ‘wat moeder natuur doet, is rigoureus totdat het tegendeel is bewezen; wat mens en wetenschap doen, is gebrekkig totdat het tegendeel is bewezen.’ We zijn gewaarschuwd.

Espresso drinkende George Clooney toch niet ontstaan uit toevallig botsende moleculen?

Door Jeppe Kleijngeld

Vanuit onze typische Westerse opvattingen kijken we doorgaans naar het ontstaan van het leven en het universum alsof het puur materiële en toevallige aangelegenheden betreft.

De oerknal: 13,7 miljard jaar geleden werd vanuit één beginpunt (de singulariteit) triljoenen triljoenen triljoenen tonnen materie gelanceerd. Maar hoe en waarom? Dat weten we niet.

Evolutie: Door een toevallige samenloop van omstandigheden ontstond op een klein rotsblok (de aarde) nabij een derde generatie ster (onze zon) bij puur toeval leven. Na miljarden jaren evolutie heeft dat uiteindelijk geresulteerd in… ons. Maar hoe precies? Geen idee.

De hersenen: Wat zijn wij? In essentie een stel hersenen met een (soms) fraaie verpakking eromheen, maar hoe komt het bewustzijn tot stand? Gemakshalve denkt de wetenschap dat ook dit toevallig uit moleculen is ontstaan, maar er is geen enkel bewijs voor dat dit mogelijk is, eerder het tegenovergestelde.

Eeuwenoude religies en filosofen hebben altijd intuïtief geweten dat levende wezens meer zijn dan puur een fysiek, bij toeval ontstaan systeem. Hen zal het dan ook niet verbazen dat de (Westerse) wetenschap er niet in slaagt het hele universum en leven te verklaren vanuit de puur fysieke, wiskundige benadering. Er komen steeds meer scheuren in deze aannames, de theory of everything zit op een dood spoor, maar wat voor alternatieven zijn er?

Behalve het religieuze alternatief: ‘God heeft de wereld geschapen’, is er nog een alternatief vanuit de biologie. De naam van deze theorie is ‘biocentrisme’ en de bedenker is wetenschapper Robert Lanza. Het mooie van biocentrisme is dat het helemaal in lijn is met de vreemde waarnemingen uit de kwantumtheorie die traditionele wetenschap niet kan verklaren. Lanza haalt er een element bij dat in de ‘alles is toeval’ aannames ontbreekt: het bewustzijn. En daarmee komt hij een heel eind in het verklaren van het ontstaan van alles.

Biocentrisme in het kort

Bewustzijn creëert het universum, niet andersom.

In de Westerse opvattingen bestaat het universum als grote, hoofdzakelijk lege ruimte waarin toevallig leven is ontstaan. Maar volgens deze benadering is het leven niet meer dan een bijproduct – een schimmeltje op een rotsblok – en lange tijd was er helemaal geen leven en na de ondergang van de mensheid zal er weer een lange tijd geen leven zijn. Tenminste niet in dit hoekje van het universum.

Volgens biocentrisme bestaat er helemaal geen leeg en ‘dom’ universum onafhankelijk van leven. Het enige universum dat er bestaat is het universum dat we zelf waarnemen. Levende wezens met bewustzijn creëren het universum zelf. Dat betekent dat als je ’s avonds naar bed gaat, je keuken niet meer echt bestaat. Hij bestaat alleen als je hem waarneemt. De maan zou er niet zijn als we hem niet met zijn allen zouden waarnemen. En als wij er niet meer zouden zijn, zou het universum dat wij kennen oplossen in een wolk van potentie, maar niet langer bestaan als materiële werkelijkheid.

Een oude filosofische vraag is; als in een leeg bos een boom omvalt, maakt dit dan geluid? Immers, niemand is in de buurt om het te horen. Volgens biocentrisme is deze vraag irrelevant. Als er niemand in het bos is om het waar te nemen, bestaat het bos niet, alleen als mogelijkheid. Tenzij planten en bomen ook bewustzijn hebben en het lijkt erop dat dit best eens zou kunnen, dus maak van het bos een stadscentrum en van de boom een omvallende toren.

Ruimte en tijd bestaan niet echt
Kortom, er bestaat geen objectieve wereld, maar slechts de miljarden subjectieve werelden die levende wezens waarnemen. Buiten het bewustzijn bestaat niks. De interne en externe wereld die wij ervaren zijn in feite twee kanten van dezelfde medaille en de verbinding tussen die twee kan niet verbroken worden. En onze waargenomen werelden gaan allemaal in elkaar over. In de natuur is alles één. Ruimte en tijd zijn volgens biocentrisme niets meer dan constructies van de geest. Net als zintuigen helpen zij ons de wereld te begrijpen, maar ze bestaan niet echt. Ze zijn onderdeel van de mentale software van dierlijke organismen die sensaties omvormt tot multidimensionale objecten. We dragen ruimte en tijd met ons mee, zoals een schildpad het schild op zijn rug met zich meedraagt.

Volgens biocentrisme is tijd slechts een mechanisme dat we gebruiken om veranderingen waar te nemen. De klok tikt verder, we worden langzaam ouder, de zon komt op en gaat weer onder, maar geen van deze dingen bewijst dat tijd echt onafhankelijk bestaat van onze waarnemingen.

Als tijd en ruimte niet bestaan heeft dat nogal wat implicaties. Het betekent in de eerste plaats dat het bestaan geen echt begin en einde meer heeft. Beide woorden ‘begin’ en ‘einde’ zijn begrippen die met tijd te maken hebben. Bestaat tijd niet meer, dan verliezen die begrippen hun betekenis. Ook doodgaan is zonder tijd slechts een illusie. De sequentie waarin dingen lijken te verlopen doet er niet toe wanneer tijd slechts een instrument van de geest is. Andere mensen zien je dode lichaam, maar dat ben jij niet. Jouw bewustzijn bestaat ergens anders voort binnen het alles is één universum, al heeft ‘ergens’ ook weer geen betekenis omdat ruimte niet echt bestaat. Bewustzijn bestaat uit een 23 watt bolletje energie en zoals je misschien nog weet van de natuurkunde les: energie kan nooit verloren gaan. We zijn allemaal onlosmakelijk verbonden met het universum en hier nooit meer los van te koppelen.

Biocentrisme en vooral de illusionaire natuur van ruimte en tijd zijn lastige concepten om te bevatten zolang we in ons afgebakende menszijn vastzitten. Bij doodgaan kunnen we eindelijk losbreken uit de begrenzingen van ons lichaam en buiten de tijd bestaan, dus dat is een bevrijding en niet iets om bang voor te zijn.

Bewijzen voor biocentrisme: kwantumtheorie en ‘goldilocks’ universum
Het proces van creatie en de rol die de observant hierin speelt is goed zichtbaar in de bekende experimenten uit de kwantummechanica. Vooral het double slit experiment laat goed zien welke rol de observant speelt. Kwantumtheorie heeft ons geleerd dat subatomaire deeltjes NIET bestaan op een definitieve plek. Ze bestaan slechts als reeks van waarschijnlijkheden die niet manifest zijn. Zodra er een observant een meting doet stort ieder van deze golffuncties in elkaar en nemen een vaste positie in. Zo ontstaat een fysieke realiteit. Het bewustzijn is krachtig genoeg om een materiële wereld te creëren. Denk aan schizofrene patiënten die hele werelden scheppen in hun hoofd (‘A Beautiful Mind’). Voor hen is die wereld net zo echt als de echte wereld. Na 100 jaar experimenteren kunnen wetenschappers niet anders dan erkennen: de waarnemer is NIET te verwijderen uit de kwantumrealiteit.

Atomen bestaan sowieso uit veel meer leegte dan vaste materie, dus zo gek is het idee niet dat de maan pas gevormd wordt als we ernaar kijken. Als bij de studie van de kleinste bouwstenen van de natuur de waarneming het gedrag van die bouwstenen verandert is die waarneming kennelijk essentieel, betoogt Lanza. Dit geldt overigens niet alleen voor de kleinste deeltjes; de experimenten zijn inmiddels ook uitgevoerd met grotere moleculen die uit honderden atomen bestaan en daaruit kwamen dezelfde resultaten: ze bestaan alleen als wolk van mogelijkheden voordat ze geobserveerd worden. Lanza’s stelling is dat wat geldt voor grote atomen en kristallen ook geldt voor flatgebouwen en planeten.

In andere kwantum experimenten is aangetoond dat deeltjes die met elkaar verbonden zijn (‘entangled particles’) met elkaar kunnen blijven communiceren ongeacht hoe ver ze van elkaar verwijderd zijn. Dat kan twee dingen betekenen: ze kunnen sneller communiceren dan lichtsnelheid wat niet kan volgens Einstein’s algemene relativiteitstheorie of de ruimte tussen de deeltjes bestaat niet echt… Volgens biocentrisme bestaat ruimte inderdaad niet echt en zitten we allemaal in feite op elkaar en in elkaar verweven. Dat is in lijn met Einstein: de sterren lijken ver, maar als we met lichtsnelheid konden reizen reduceert de reisafstand tot nul (bij reizen met lichtsnelheid staat de tijd stil). Zo bezien bestaan ruimte en tijd alleen in onze subjectieve ervaringen en niet als losstaande, objectieve entiteiten.

Een ander belangrijk argument voor biocentrisme is het ‘goldilocks’ universum. Ons universum is te geschikt voor leven om per toeval ontstaan te zijn. Was de Big Bang een miljoenste krachtiger geweest, dan waren we er niet geweest. Als de zwaartekracht één tandje lager was geweest, dan zouden er geen sterren zijn en dus ook geen zon. En zo zijn er meer dan 200 fysieke parameters, waarvan de kleinste wijziging zou betekenen dat wij nooit zouden bestaan.

Natuurlijk kun je aanvoeren dat het logisch is dat we bij toeval zijn ontstaan omdat we ons anders deze vraag niet konden stellen, maar dat is een beetje vreemd. Een gevangene die het vuurpeloton met 100 schutters heeft overleefd denkt ook niet; ‘natuurlijk heb ik het overleefd, anders zou ik hier niet staan’. Die zou afvragen waarom 100 kogels hem niet gedood zouden hebben. Biocentrisme doet hetzelfde voor ons bestaan op aarde. In de woorden van Lanza: ‘The very structure of the universe is only explainable through biocentrism. The universe is fine-tuned for life, which makes perfect sense as life creates the universe, not the other way around. The universe is simply the complete spatio-temporal logic of self.’

Kort samengevat, creatie is het manifest worden van het non manifeste. En daar heb je een waarnemer voor nodig. En die waarnemer ben JIJ. Gefeliciteerd met het mooie universum dat je ontworpen hebt.

Het veld van oneindige potentie

het-veld-van-oneindige-potentie

Foto: Pixabay

Succes is een reis, geen bestemming. Met geld heeft succes niks te maken; echt succes is het ervaren van het miraculeuze. Niet af en toe, maar voortdurend. Om dat te bereiken moeten we de zaden van goddelijkheid voeden die in ons allemaal verscholen zitten.

In essentie zijn we allemaal puur bewustzijn. Self-referal betekent het ervaren van het ware spirituele zelf. Dat is anders dan object-referal waarbij we voortdurend in afwachting zijn van anderen. Bij object-referal is het referentiepunt het ego: het sociale masker. Maar ons ego is niet wie we werkelijk zijn. Ons ego wil goedkeuring, controle en bevestiging. Ons ware spirituele zelf heeft deze dingen niet nodig. Het is immuun voor kritiek, onbevreesd voor elke uitdaging en doet voor niemand onder. Maar het is toch bescheiden, want het herkent dat iedereen hetzelfde is diep van binnen: een spiritueel wezen. Puur bewustzijn.

Wanneer we toegang hebben tot ons echte spirituele zelf, hebben we ook toegang tot het veld van oneindige potentie dat om ons heen ligt. En wanneer we dat hebben kunnen we echt succes bereiken: een overvloedige stroom van positieve energie; een goede gezondheid; energie en enthousiasme voor het leven; vervullende relaties; creatieve vrijheid; emotionele en psychologische stabiliteit; een gevoel van welzijn; gemoedsrust en het moeiteloos bereiken van doelen. Dit is – in tegenstelling tot object-referal – echte macht. Bij object-referal gaat macht samen met een titel, met geld, met status of met bezit. Maar deze zaken zijn altijd tijdelijk. Self-referal geeft de macht om te creëren zoals het universum dat doet: moeiteloos. Een boom probeert niet tot bloei te komen, maar doet dat gewoon.

Hoe krijgen we toegang tot dit veld van pure, oneindige potentie? Hier zijn drie manieren voor:

1. Mediteren / stilte ervaren
We moeten dagelijks stilte ervaren om de turbulentie in ons hoofd tot rust te brengen. Hoe meer, hoe beter, maar 15 minuten in de ochtend en 15 minuten in de avond mediteren is genoeg. Dus in deze tijd niet lezen, praten, luisteren, maar pure stilte ervaren. Wees gewoon.

2. Niet oordelen
Wanneer je constant labels plakt, analyseert, evalueert en oordeelt, zorgt dat voor veel turbulentie in je hoofd. Dit blokkeert de energie tussen jezelf en het veld van oneindige potentie. Oefen dagelijks in het niet-oordelen.

3. Communiceer direct met de natuur
Ga wandelen in een veld, een bos of langs een rivier. Hoe meer in contact je staat met de creatieve geest van de natuur, hoe meer toegang je krijgt tot de onbegrensde creativiteit van het universum.

De essentie is: hoe meer je in contact staat met het universum, hoe meer je moeiteloos kunt bereiken wat je wilt.

Bron: The 7 Spiritual Laws of Success (1994, Deepak Chopra)