The Doorway (1): LSD

“A fraction of a milligram and everything changes. A molecule that alters your consciousness. An unforgettable experience.”

On April 16, 1943, Swiss chemist Albert Hofmann, working at the Sandoz laboratory in Basel, accidentally ingested a small dose of LSD. Suddenly, he felt as if he were in another world. Fear gripped him: he worried he might never return to his wife and child, and panic set in. But later, the fear gave way to a positive wave. Afterwards, Hofmann felt he had crossed to the other side and returned.

Hofmann had been searching for a medicine to improve circulation. His work led him to ergot, a fungus that grows on rye and related plants. From this he synthesized LSD (lysergic acid diethylamide), a substance chemically related to psilocybin, the psychedelic compound found in magic mushrooms. At first, Hofmann did not know what had caused his extraordinary experience, but he soon realized it must have been the compound he had created.

At Sandoz, researchers recognized LSD’s potential value for psychiatric research. Samples were sent to Stanislav Grof, a Czech-born American psychiatrist and consciousness researcher. This marked the beginning of Grof’s decades-long exploration of non-ordinary states of consciousness.

Grof saw LSD as a catalyst. It does not create these experiences, he argued, but makes them accessible. “In that sense”, he said, “LSD is comparable to what a microscope is for biology or a telescope for astronomy. We don’t think the microscope creates worlds that are not there, but we cannot study these worlds without the tool.”

During the Cold War, the CIA became interested in LSD as a possible truth serum. The problem was that they were seeking predictable outcomes and LSD does not work that way. It was also considered as a potential weapon to incapacitate the enemy.

So how does LSD work? Our consciousness is the sum total of everything our senses perceive. LSD amplifies these senses dramatically. Psychedelic sessions can take people further than years of psychoanalysis.

In a positive experience, users may feel the ego dissolve, boundaries melt away, and control loosen. This can be deeply pleasant. Space and time lose their meaning; experience flows freely until one becomes pure experience itself.

In the 1960s, the psychedelic revolution erupted. The Merry Pranksters, led by Ken Kesey – author of ‘One Flew Over the Cuckoo’s Nest’ – embraced LSD and drove a brightly painted bus across America, inviting people to experience it for themselves.

In Millbrook, an abandoned estate in New York, psychiatrist Timothy Leary and Ralph Metzner established a psychedelic research center where anyone could participate. LSD was seen as a great equalizer. No matter one’s social background, the experience could dissolve hierarchy and expand cosmic understanding.

“We teach people to turn on, go out of their minds, and tune in”, Leary said. “The country is an insane asylum, focused on material possession, war, and racism.” His ambition was nothing less than a spiritual revolution, achieved by millions of people using LSD regularly.

Hofmann strongly objected to this approach. LSD, he warned, was a powerful instrument that required a mature mind. Promoting it indiscriminately to young people was irresponsible.

LSD often triggered strong anti-war sentiments, rooted in transpersonal experiences of unity with nature and all living beings. This directly challenged conservative values. In the United States, amid the escalating Vietnam War, tensions between the counterculture and the establishment grew. LSD became a convenient scapegoat for social unrest, and the government launched an aggressive – and often absurd – propaganda campaign.

In 1966, LSD was outlawed in California. In 1967, President Nixon declared Timothy Leary “the most dangerous man in America.” Grof later remarked, “In the irresponsible hands of Leary, it came to be seen as dangerous and that killed nearly all possibilities for research.”

Some clinical work continued for a while. Grof conducted LSD sessions with terminal cancer patients, profoundly altering their relationship with death. Many became reconciled with the fact that they were dying. “In our culture”, Grof said, “we are programmed to think we are only our bodies. LSD can show you that you are part of something much larger.”

Soon, however, LSD was internationally demonized. Research disappeared underground and remained there for decades.

Albert Hofmann died on April 29, 2008, at the age of 102. He never denied LSD’s risks, but he also believed its greatest danger lay in misunderstanding it. For Hofmann, LSD was not an escape from reality but a doorway… A doorway that, if approached with care, could reveal how vast and mysterious consciousness truly is.

The documentary ‘The Substance: Albert Hofmann’s LSD’ is available for rent on the Apple TV app.

Mind Matters

Laatst droomde ik dat mijn moeder mij in paniek opbelde over mijn broer. Hij had al zijn geld geïnvesteerd in complexe en risicovolle financiële producten. Een dag later sprak ik mijn moeder echt; ze vertelde dat mijn broer hun de dag daarvoor met hun financiën had geholpen en ze daarbij had geadviseerd hun spaargeld te beleggen in risicovolle financiële producten! (En zo te profiteren van de lage koersen door de coronacrisis.)

Toeval? Dat is goed mogelijk. Ik schrijf regelmatig over financiële zaken, mijn broer doet wel eens gek de laatste tijd, en mijn moeder is regelmatig bezorgd. De ingrediënten om deze droom te construeren waren dus latent aanwezig in mijn hoofd. Toch, voor iemand die denkt dat de gehele realiteit voortkomt uit een oneindig mentaal veld, is toeval niet voor alles zomaar een verklaring.

Het onderzoeksveld voor dergelijke fenomenen in de psychologie heet transpersoonlijke psychologie. Het uitgangspunt is dat het ego een afgebakend stuk geest is, maar dat we in werkelijk allemaal mentaal met elkaar verbonden zijn. De grondlegger van deze tak van de psychologie is Carl Gustav Jung. Hij noemde zulke gebeurtenissen synchroniciteit. Hiermee bedoelde hij zinvolle coïncidentie van uiterlijke en innerlijke gebeurtenissen die zelf niet causaal verbonden zijn.

Een bekende opvolger in het transpersoonlijke veld is de van oorsprong Tsjechische bewustzijnsonderzoeker Stanislav Grof. Hij gebruikte eerst LSD om proefpersonen transpersoonlijke ervaringen te laten beleven, maar toen dit verboden werd ontwikkelde hij de ademhalingstechniek holotropic breathwork. Door langdurig intensief in te ademen verandert het zuurstofgehalte in het brein en bereiken de proefpersonen de mentale staat van heelheid. Hierbij tappen ze in het bewustzijn van andere mensen, reptielen, vissen, vogels, insecten, en zelfs complete beschavingen of het gehele universum! Grof heeft duizenden proefpersonen dergelijke ervaringen laten ondergaan en allemaal hebben ze grote invloed gehad op hun levens. Onderstaand is de beschrijving van één hen:

“Ik had nooit serieus nagedacht over de mogelijkheid dat er zoiets als plantenbewustzijn bestond. Ik heb enkele verslagen gelezen van experimenten die wijzen op het ‘geheime leven van planten’ en beweringen dat het bewustzijn van de tuinman de oogst kan beïnvloeden. Ik heb dergelijke dingen altijd beschouwd als ongegrond new age gebazel. Maar hier was ik, volledig getransformeerd in een gigantische Sequoia-boom, en het was me absoluut duidelijk dat wat ik ervoer echt in de natuur gebeurt, dat ik nu dimensies van de kosmos ontdekte die gewoonlijk verborgen zijn voor onze zintuigen en intellect.

Het meest oppervlakkige niveau van mijn ervaring leek erg fysiek en omvatte dingen die westerse wetenschappers hebben beschreven, alleen gezien vanuit een geheel nieuwe hoek – als bewustzijnsprocessen geleid door kosmische intelligentie, in plaats van mechanische gebeurtenissen in organische en onbewuste materie. Mijn lichaam had de vorm van de Sequoia-boom, het was de Sequoia. Ik voelde de circulatie van sap door een ingewikkeld systeem van haarvaten onder mijn schors. Mijn bewustzijn volgde de stroom naar de fijnste takken en naalden en was getuige van het mysterie van de gemeenschap van leven met de zon – de fotosynthese. Mijn bewustzijn reikte helemaal tot in het wortelstelsel. Zelfs de uitwisseling van water en voedsel van de aarde was geen mechanisch, maar een bewust, intelligent proces.”*1

Stel dat dit echt waar is, wat zou dat dan betekenen voor de mensheid? Het antwoord komt van niemand minder dan Albert Einstein. Hoewel hij altijd is blijven zoeken naar een waarnemer-onafhankelijke externe lokale realiteit – waarvan kwantummechanica duidelijk heeft aangetoond dat die er niet is – begreep hij het transpersoonlijke principe heel goed. Hij zei: “’Een mens is een deel van het geheel dat door ons universum wordt genoemd, een deel dat beperkt is in tijd en ruimte. Hij ervaart zichzelf, zijn gedachten en gevoelens als iets dat losstaat van de rest, een soort optische waanvoorstelling van zijn bewustzijn. Deze waanvoorstelling is een soort gevangenis voor ons, die ons beperkt tot onze persoonlijke verlangens en tot genegenheid voor een paar personen die het dichtst bij ons staan. Het moet onze taak zijn om onszelf uit deze gevangenis te bevrijden door onze cirkel van mededogen te verbreden om alle levende wezens en de hele natuur in haar schoonheid te omarmen.”

Betekent dit dat je zelfs niet op een brandnetel mag stappen? Dat gaat wat ver. Maar begrijpen dat al het leven ‘ervaart’ kan voor de meeste ego’s geen kwaad om te beseffen. Dit zou een mooie volgende stap zijn in de evolutie van het leven op deze planeet.

© Jeppe Kleyngeld, mei 2020

*1 Grof, S., with Zina Bennett, H. The Holotropic Mind: The Three Levels Of Human Consciousness And How They Shape Our Lives. New York: HarperCollins Publishers, 1993

Dag Sluupie

Sluup
XX-XX-2002 — 04-05-2017

Tot later weer, maatje!

*Een notitie over de dood: Bewustzijn is niet een product van neurobiologische processen in het brein, maar de bron van al het bestaan. Volgens biocentrisme is alles wat we observeren, inclusief ruimtetijd, een constructie binnen de geest (het bewustzijn) en bestaat er geen externe wereld buiten het bewustzijn (voor meer uitleg, lees deze blog). Kortom, tijd bestaat slechts als instrument van de dierlijke geest en heeft geen grondslag in de realiteit. Bij de dood van Sluup is zijn bewustzijn verplaatst, maar niet verdwenen. Er is geen plek waar het naar toe zou kunnen verdwijnen. We hebben zijn levenloze lichaam gezien, maar hij (zijn bewustzijn) was al vertrokken en het lichaam wat overbleef was Sluup niet meer. De dood is een illusie en we leven allemaal voor eeuwig als onderdeel van het grote bewustzijn van de natuur.

Voor wie dit te mooi vindt om waar te zijn moet zeker het werk lezen van wetenschappers Robert Lanza en Stanislav Grof. Het is een zeer heugelijk gegeven!