2024 belooft een fataal jaar te worden voor de wereld…

Dit fragment is onderdeel van een tweeluik over de huidige staat van de planeet.

Lees ook deel 2: Het einde van de geschiedenis is uitgesteld

BOEM! De natuurherstelwet van de EU is afgeknald. Ondanks dramatische rapporten van Europese natuurorganisaties over de stand van de natuur krijgt de wet in Brussel onvoldoende steun. En het volk, het merendeel althans, juicht. Ze zijn blij dat hun echte problemen, zoals woningnood, nu zullen worden aangepakt of in elk geval niet verder zullen worden belemmerd. De mens gaat nu eindelijk weer eens voor op de insecten en de vogels. Hoera.

Het kortetermijndenken heeft met het slopen van deze wet een grote strijd gewonnen, maar dit is pas het begin…

Er zijn dit jaar Europese verkiezingen, en dit besluit laat zien wat voor uitslag we kunnen verwachten: een overweldigende meerderheid voor rechts / populistisch rechts. En daarmee nog meer steun voor het verder vergiftigen, exploiteren en afbreken van onze leefomgeving.

Wanneer Trump ook nog wordt gekozen tot president van de VS is de nachtmerrie compleet: de wereld wordt dan grotendeels bestuurd door politici die weigeren de grootste bedreigingen voor de planeet aan te pakken en al hun pijlen richten op winstmaximalisatie op de korte termijn.

Het feit dat dit überhaupt kan gebeuren – PVV in Nederland de grootste en hoogstwaarschijnlijk ook populistische overwinningen in de EU en de VS – toont de huidige mindset, het collectieve (on)bewustzijn, van de mensheid aan. We kiezen er massaal voor om op onze huidige ramkoers door te gaan in plaats van het roer radicaal om te gooien. Op korte termijn kunnen we lekker op oude voet door blijven consumeren, maar op langere termijn is het fataal.

De mens lijkt te zijn vergeten dat we onderdeel zijn van een ecosysteem. Wanneer je radicaal gaat ingrijpen in dit systeem – wat de mens doet – gaat dit zich op den duur keihard tegen je keren. Dit is allang gaande, en de kansen om het tij nog te keren nemen in hoog tempo af. Het erge is dat deze mindset niet wordt bestreden, maar eerder wordt toegejuicht. Of de mensen halen er laconiek hun schouders over op.

Shell maakte onlangs bekend de CO2-reductiedoelen voor 2030 naar beneden bij te stellen. Waar waren de woedende politici die zeiden er alles aan te zullen doen om dit walgelijke besluit te bestrijden? De moreel verwerpelijke plannen van Shell gedijen uitstekend in de huidige wereld met de heersende mindset.

Waar gaat dit uiteindelijk toe leiden? In mei verschijnt het vijfde deel van de serie Mad Max in de bioscoop (Furiosa: A Mad Max Saga). Deze films hebben ons met succes een beeld voorgeschoteld van de apocalyptische wereld waar we naar op weg zijn: geen natuur, geen grondstoffen, en een uitgedunde mensheid. Ik vrees dat deze films actueler dan ooit zijn en 2024 lijkt de voorgeschiedenis van deze filmserie heel accuraat te gaan vertellen.


Afbeelding: Mad Max Beyond Thunderdome

Lees ook: Gaat de mensheid de komende eeuw overleven? 

Carl Gustav Jung #3: Alchemie

Lees ook: Carl Gustav Jung #2: Psyche en materie

In de jaren 30 van de vorige eeuw bestudeerde Jung de alchemie en kwam tot een analogie tussen de begrippen uit deze oude tak van de natuurfilosofie en zijn psychologie. Archetypische symbolen speelden een grote rol in de alchemie en dat was wat de beroemde psychiater er zo in aansprak.

In het tijdperk waarin Jung leefde, en ook nog in onze huidige maatschappij, bekijken de meeste mensen de wereld op een objectieve, wetenschappelijke manier. De connectie met het collectieve onbewuste – dat zich uitdrukt in symboliek – is verloren gegaan. Volgens Jung en zijn discipelen is dat de oorzaak van de vele neurosen waar de mensheid mee kampt.

De alchemie herkende de archetypische beelden en het belang daarvan voor de mensheid. Jung moest wennen aan de bizarre beeldtaal van de alchemisten, maar vond er uiteindelijk verborgen betekenis in. Wat hij ontdekte in de beelden waren de vele tegenstellingen die voortkomen uit het onbewuste: de diepte en hoogte, moord en liefde, licht en duisternis. Hij vond alle stadia van groei en verval, verstarring en transformatie, weerspiegeld in de rijke alchemistische symboliek.

Onze hedendaagse wetenschap is onovertroffen als het gaat om het creëren van de meest ingenieuze technologische toepassingen, maar de alchemie, de middeleeuwse voorloper van de hedendaagse wetenschap, was superieur in het mentale aspect; de connectie met de archetypische onderstroom. Newton, met wie de moderne wetenschap begon, was een groot kenner van de alchemistische kennis en nam deze zeer serieus. Het ontzielde wetenschappelijke wereldbeeld is niet met hem begonnen, maar wel met zijn wetenschappelijke ontdekkingen.

Alchemie heeft als grondbeginsel dat alles met elkaar in verbinding staat. De macrokosmos en microkosmos zijn verbonden en de mens staat in het midden daarvan. In het boek van Hermes – de bijbel van de alchemisten – was de mens in het begin nog een met God, maar daalde hij uit nieuwsgierigheid af naar de aarde, de verwarrende wereld van de materie. Er bloeide liefde op tussen de natuur en de Goddelijke mens die zichzelf in de natuur herkende, en dat leidde tot een versmelting van het Goddelijke met de materie. De uitdaging voor de mensen is nu om zichzelf in het stof – de eenheid van henzelf en God – te hervinden. En dat is de link met de dieptepsychologie van Jung.

De alchemisten en de astrologen van die tijd beschreven wat zij zagen op subjectieve wijze. Wat zij buiten zichzelf zagen was een afspiegeling van wat zich in de menselijke psyche voltrok. Turen in het donkere universum, het bestuderen van materie, is als kijken naar jezelf. Die zienswijze is verloren gegaan. Dit kan volgens Jung resulteren in massapsychose en dat is gevaarlijker dan een atoombom. Het kan leiden tot volledige ineenstorting van onze ecosystemen en samenlevingen. Onwetendheid is de grote ramp voor de ziel van de tegenwoordige mens.

Mercurius – een slang in een cirkel die zijn eigen staart opeet – is een belangrijk symbool in de alchemie. Het staat voor de schepping en vernietiging, de vereniging van tegenstellingen. Het herstel van de psyche vindt plaats door het verband te vinden tussen de manifeste en niet-manifeste wereld, het besef dat alles een en hetzelfde is. De mens maakt zelf deel uit van die eeuwige, Goddelijke, vloeiende energie. Opnieuw de connectie maken met het onbewuste – onze diepste natuur – is het enige wat ons kan redden uit de destructieve cyclus waar we nu inzetten, die cyclus van psychische ziekte en ecologisch verval. Dat was, voor Jung, wat we van de alchemisten kunnen leren. Ze waren dus niet zozeer meesters van de materie, maar juist van de diepste krochten van de psyche.

In het vierde en laatste fragment over Jung staat het lijden van de ziel centraal.

Carl Gustav Jung #1: Individuatie

Individuatie is volgens de Zwitserse psychiater en psycholoog Carl Gustav Jung (1875 – 1961) het proces van worden wie je altijd al was. Individuatie is een groeiproces, volwassen worden, waarbij de mens zich bewust wordt van zijn uniekheid tegenover andere mensen. Uit dat individuatieproces ontstaat in de psyche een nieuw element, het ‘ik’ of ‘ego’ genoemd. Het doel van individuatie is volgens deze opvatting zichzelf te leren kennen, wat leidt tot zelfverwerkelijking.

Het leven van Jung draaide om het vinden van het midden: het zelf van waaruit de persoonlijkheid als een geheel kan openbloeien. Het symbool van die totaliteit van de mens is de mandala: het symbool van zelf in een eenheid van tegengestelden. Jung tekende vele mandala’s in zijn leven. Het hielp hem in tijden van crisis om zichzelf te hervinden. De eenheid is een troost, vond Jung. Je psyche wordt niet verscheurd door allerlei Goden, maar er is een innerlijke leidraad – het Zelf – die op de achtergrond aanwezig is en probeert een heelheid te creëren.

Individuatie is een vereniging van het bewuste en het onbewuste. Het onbewuste wordt volgens Jung gesymboliseerd door het water. De invloedrijke psycholoog was zijn hele leven gefascineerd door water, en hij wilde ook altijd aan het water wonen. Zijn opvatting over het onbewuste leidde tot een breuk met zijn vroegere mentor Sigmund Freud. Volgens Freud bestond het onbewuste uit de zaken die we zelf verdrongen en weggedrukt hebben. Jung zag het als een gedeelde bron van psychische ervaringen (‘het collectieve onbewuste’): een krioelende massa die het onbewuste van de volledige mensheid bevat, niet alleen van het individu.

Meester van de onderwereld
Jung’s visie op het onbewuste kwam voort uit een droom die hij als vierjarig kind had. In zijn droom stond hij in de wijde achter de pastorie waar hij vaak speelde. Plotseling werd zijn aandacht getrokken door een plek in de aarde waarvan hij voelde dat er zich iets daaronder moest bevinden. Hij vond een ingang achter een groen gordijn en liep een stenen trap af richting een duistere diepte…

In een donkere, stenen ruimte beneden zag hij een podium staan waarop een kostbare, gouden troon stond die met wortels verbonden leek met het binnenste van de aarde. Op de troon stond een reusachtig gewrocht dat was omgeven door een zacht, stralend licht dat nergens vandaan leek te komen. De kleine Jung zag dat het gewrocht bestond uit huid en levend vlees, en helemaal bovenin zat één enkel oog dat onafgebroken naar boven staarde. Op dat moment hoorde hij zijn moeder die zei: “Ja, kijk maar eens goed, dat is de menseneter.” Doodsbang schrok hij wakker.

Hoe kon zo’n jong kind dromen over zaken die geen herinnering kunnen zijn? Door deze kinderdroom werd Jung ingewijd in de geheimen van de aarde en nam zijn geestelijke leven zijn onbewuste aanvang.

Onze verbeeldingskracht, het onbewuste, is niet zonder structuur. Je hebt de neiging je de dingen op een bepaalde manier in te denken. Jung noemde dat de archetypische structuur. Deze structuur brengt telkens weer bepaalde beelden en symbolen voort. Daarom hoef je er als individu zelf geen ervaring mee te hebben gehad. In vele culturen komen beelden naar voren die je ook weer in andere culturen ziet. Zo kom je bijna overal de fallus tegen. “We weten niks over de psyche”, zei Jung. “Door ons gebrek aan bewustzijn zijn we overgeleverd aan onze psychische onderwereld.”

In Jungs carrière was hij voortdurend op zoek naar de relatie tussen dit onbewuste en het ego/ik. Ook ging hij verborgen verbanden zien tussen de psyche en materie. Dit komt aan bod in het volgende fragment over Jung: psyche en materie.

Lees ook: Lessen in scenarioschrijven: Gebruik van symboliek

Jung, psychologist and idealist philosopher

Born in Switzerland, Carl Gustav Jung (1875 – 1961), along with Sigmund Freud, became the most well known psychiatrist of the twentieth century and possibly of all time.

In his little book ‘Decoding Jung’s metaphysics’, philosopher Bernardo Kastrup analyses Jung’s metaphysics. In other words: What is beyond what we think of as the physical world? Or in Kastrup’s words: A metaphysics of nature entails a certain view about what nature is in and of itself, as opposed to how it behaves (which is the study of science).

According to Kastrup, Jung hid his thoughts about this in his writing, because he was first and foremost a scientist. But Kastrup makes it obvious that Jung was also very much an idealist philosopher, which means that he thought that mind is primary in nature. In Jung’s view, the psyche holds the body rather than the other way around.

Famous principles in Jung’s work are archetypes, the collective unconscious and synchronicity, all principles that fit the idealist view very nicely. Jung considers the unconscious integral to the psyche. Sometimes, experiences in the unconscious can potentially cross the boundary and enter ego-consciousness. That is clearly an idealist position: There is only one mind (mind-at-large) and egos are localisations of this mind-at large or collective unconscious (or for the Dutch reader: Fragmenten uit het Schemerland). Content of this collective unconscious could potentially enter the ego-mind. Jung refers to these experiences as ‘psychoid’.

Jung describes archetypes as unconscious, but nonetheless active-living dispositions, ideas in the Platonic sense, that perform and continually influence our thoughts and feelings and actions. These ideas have effects which have an organizing influence on the contents of consciousness.

For instance, the inner life and behavior of a mother towards her child is largely determined by the so-called ‘mother archetype’, a mode of being and acting that is inherited by every woman and constellated by the presence of the child. These behaviours are thus not learned, but inborn. They correspond to the primordial templates of the collective unconscious (the larger mind) as they assert themselves by impinging on ego-consciousness.

The archetypes cannot be apprehended in and of themselves. All we can assess is the organising effects on our ego-consciousness. This is once again an idealist perspective. All we know, and can ever know for certain, is what we directly perceive. We cannot observe archetypes directly. All we have is the images, dreams and visions they help create. An archetype is a tendency that ‘tends’ to express itself in a certain way, Kastrup writes.

Each archetype can manifest itself to a variety of images, feelings and spontaneous behavioural patterns, all of which symbolize – or point to – a message. Our deeper dreams, visions, passions and impulsive actions thus have a meaning and can be interpreted, if only we pay attention to them. Taken together, the archetypal manifestations in our lives – in both dream and waking states – form a symbolic narrative meant to show to ego-consciousness what is going on in the unconscious. It is up to the Jung-analyst to unravel the meaning of these narratives.

Synchronicity is described by Jung as the simultaneous occurrence of a certain physic state with one or more external events which appear as meaningful parallels to the momentary subjective state. As an example, Jung famously reported an incident he witnessed during a therapy session. The female patient he was seeing related a dream in which she was given a golden scarab, an important archetypal symbol of rebirth. As she was recounting the dream, an insect began knocking on the window. Jung let it in and found it was a rose chafer beetle, an insect that looks very much like a scarab.

How can these strong links occur between the mind and physical world when there is only causality? According to Kastrup, who decoded Jung’s work, Jung believed in a non-local, organising foundation of nature. If the ego-mind and the physical world both arise from this deeper (mental) foundation, then these meaningful coincidences start to make a whole lot more sense. This is once again an idealistic proposition.

And so, the inescapable conclusion is that Jung was an idealist who thought that nature is in and of itself consciousness.

More on Kastrup’s writing can be found on his website.