Wat maakt banken succesvol? Niet winstgevendheid

Bank

Afgelopen week ontving ik een persbericht van een bekende consultancypartij die stelt dat de winstgevendheid van Europese banken te laag blijft. ‘De resultaten van de Europese banken verbeteren, maar de winstgevendheid blijft te laag. Om die de komende jaren te verdubbelen, moet worden ingezet op kostenbesparingen, innovatie en groei in de emerging markets’, aldus de studie van het betreffende bureau.

Ik heb het bericht niet geplaats voor een aantal redenen. De belangrijkste is dat winstgevendheid van banken vooral belangrijk is voor de aandeelhouders, maar niet voor de andere stakeholders van de bank. Mijn vermoeden wordt bevestigd verderop in het bericht: ‘Doel is dat zij veranderen in solide spelers met stabiele winsten, een voorspelbaar risicoprofiel en een royaal dividendbeleid.’

Dit is de gedachte van voor de crisis. Natuurlijk moet een bank – net als een bedrijf of een overheidsinstelling – financieel gezond zijn. Een zekere winstgevendheid is ook nodig om de continuïteit te waarborgen. Maar ik betwijfel dat dit het aspect is waar banken zich op moeten focussen om het vertrouwen dat ze zo grandioos verkwanseld hebben enigszins terug te winnen. Vergeet niet, we zitten in al sinds 2008 in de financiële malaise vanwege de financiële sector. Hun inhalige gespeculeer met onbegrijpelijke producten heeft geleid tot massaverliezen, en de crisis die volgde is op de reële economie overgeslagen.

In een debat hierover dat ik van de week volgde zei Jeroen Smit (auteur de Prooi) iets heel interessants. Namelijk dat banken geen normale ondernemingen zijn. Ze hebben ook een nutsfunctie, namelijk zorgen dat de kredietverlening aan ondernemers en particulieren op pijl blijft. En zo is het maar net! Die kredietverlening staat er dramatisch voor momenteel. Dat lijkt me dus eerder iets waar banken nu een prioriteit van moeten maken. Net als het verder verhogen van hun buffers. Drie of vier procent is veel te weinig.

Maar ik snap de schrijvers van het bericht wel. Hun klanten – CEO’s van banken – hebben te maken met ontevreden aandeelhouders die klagen omdat de tenten waarin zij geïnvesteerd hebben niet renderen. Het consultancybureau probeert nu middels wat pr aan te tonen dat zij wel even binnen kunnen komen op de winstgevendheid omhoog te krijgen. Maar ik ben tegenwoordig ook aandeelhouder van een aantal Nederlandse banken, en met mij alle inwoners van Nederland. En ik zeg: breng eerst maar is de zaken op orde waar voor je in het leven bent geroepen en dan zien we wel weer verder.

Icon 19 - Arrows

Verfilming De Prooi: Einde van een tijdperk. Of niet?

De afgelopen drie zaterdagen zond de VARA De Prooi uit, een televisie verfilming van het gelijknamige boek van Jeroen Smit over de val van ABN AMRO. De serie geeft een mooi beeld van de bankencultuur voor de crisis van 2008. Het is gemakkelijk om te zien hoe het in een dergelijke cultuur zo fout heeft kunnen gaan met de bank.

Het hoofdpersonage van deze financiële thriller is natuurlijk Rijkman Groenink, de notoire CEO onder wiens leiding de bank ten prooi viel aan een vijandige overname door bankentrio Fortis, Banco Santander en Royal Bank of Scotland. Hoe komt Groenink er van af in deze verfilming?

‘Hij heeft geen empathie’. Dat is feitelijk het enige bezwaar dat de meeste medebestuurders en commissarissen kunnen vinden tegen de benoeming van Groenink als opvolger van bestuursvoorzitter Jan Kalff. ‘Maar’, vraagt Frits Fentener van Vlissingen, toenmalig lid van de Raad van Commissarissen, zich hardop af, ‘als dat het enige probleem is, kunnen we daar dan niks op verzinnen?’

De degelijke bankier van oude stempel Kalff ziet niets in de benoeming van Groenink, ook al ‘heeft hij dat met die bijzondere kredieten heel goed gedaan.’ Maar de druk op Kalff om hem toch voor te dragen is groot. De commissarissen geloven dat Groenink de man is om de financiële performance van de bank omhoog te krijgen. Onder Kalff’s leiding is het aandeel al tijden niet van zijn plek gekomen.

Dus Groenink wordt benoemd tot bestuursvoorzitter, ook al vergeet hij soms namen van naaste medewerkers. Om zijn empathieprobleem aan te pakken krijgt hij persoonlijke coaching en wordt een echte people manager naast hem gezet in de vorm van Julia Bouwens, zijn persoonlijke assistent. Het haalt allemaal niks uit. Al op zijn inauguratiespeech vertoont Groenink een staaltje bijzonder onempatisch gedrag. Na het uitgebreid complimenteren van voorganger Kalff, kondigt Groenink meteen een drastische koerswijziging aan, waarmee ABN AMRO van lachertje van de beurs naar internationale topbank moet transformeren. Dit is het begin van het einde…

De Prooi

Toch komt Groenink er niet zo slecht af in de verfilming. Ja, hij zegt vaak helemaal de verkeerde dingen. Die opmerking tegen een vrouwelijke topmanager dat ze na afloop van een meeting de boardroom kan gaan schoonmaken is natuurlijk verschrikkelijk, maar Groenink lijkt zich nauwelijks bewust van deze blunders. Hij heeft een missie en dat is de bank behoeden de prooi te worden van buitenlandse banken. Daarbij staan zijn passie en liefde voor ABN AMRO buiten kijf. De formidabele acteur Pierre Bokma geeft Groenink een menselijk gezicht. Eerder een tragisch figuur, dan een incompetente bullebak is het beeld dat hij naar voren brengt.

Dat Groenink de verkeerde leider was voor ABN AMRO moge duidelijke zijn, maar deze verfilming toont hem – net als de bank zelf – vooral als speelbal van de omstandigheden. Anderen wilden hem net zo goed op die plek omdat de hele bankencultuur gericht was op aandeelhouderswaarde. Groenink heeft gewoon een slim spelletje beïnvloeden gespeeld, waardoor hij de Raad van Commissarissen aan zijn kant wist te krijgen. In dit wereldje kan niemand hem dat kwalijk nemen.

Wat ABN AMRO vooral lijkt te ontberen is een heldere strategie. Waarin gingen ze zich onderscheiden en – nog belangrijker – wat gingen ze niet doen? Nu probeerden ze mee te komen met de grote zakenbanken van Wall Street met wanstaltige bonussen die uiteindelijk geen waarde opleverden. Dit kun je niet alleen Groenink aanrekenen. Waar was de Raad van Commissarissen om alle stakeholders te dienen met fatsoenlijk bestuur? Waarom heeft Kalff zijn eigen opvolging niet tijdig zeker gesteld? En waarom is er in de Raad van Bestuur niemand die Groenink op de juiste wijze wat tegengas geeft in plaats van puur met hun eigen ego’s en posities bezig te zijn?

Ook bij het gedrag van Nout Wellink, president van de Nederlandsche Bank, worden vraagtekens gezet. Hij koestert een zodanige liefde voor ABN AMRO dat hij koste wat het kost wil voorkomen dat de bank in buitenlandse handen valt. Dus probeert hij een fusie te forceren met ING. En als dat mislukt, proberen hij en Groenink dan maar een merger of equels met Barclays te realiseren. Het mag niet baten, want de aandeelhouder heeft de macht en dus moet ABN AMRO bezwijken voor de hoogste bieder.

Ook al heeft de climax van dit drama slechts vijf jaar geleden plaatsgevonden, het komt toch over als een ander tijdperk. Een tijdperk waarin overnames puur gedreven werden door de ego’s van bestuurders, en er nog astronomische bedragen werden neergeteld voor ‘prooien’ als ABN AMRO – het consortium Fortis, Banco Santander en Royal Bank of Scotland betaalden 72 miljard euro voor de bank.

Heeft de crisis lang genoeg geduurd om iets fundamenteels te veranderen in de financiële sector? De geschiedenis heeft aangetoond dat mensen erg traag leren van dergelijke catastrofes. De vraag die zich opdringt is dan ook in hoeverre dit weer kan gebeuren wanneer de economie weer op volle toeren zou draaien. Wint hebzucht het dan opnieuw van gezond verstand? Of is er echt een ander tijdperk aangebroken en is De Prooi slechts een pijnlijke geschiedenisles? De tijd zal het leren.

Groepsdenken

De groepsdenken-theorie is in de jaren 70 ontwikkeld door de Amerikaanse professor Irving Janis. Groepsdenken is een denkwijze die plaats vindt bij mensen die nauw met elkaar optrekken of samenwerken, daarbij een hechte groep vormen en die zoveel waarde hechten aan een unanieme mening, dat deze unanimiteit belangrijker wordt geacht dan een kritische rationele instelling.

Zowel in een sociale context als in het bedrijfsleven – denk aan een Raad van Bestuur of Raad van Commissarissen, maar ook een vriendengroepje – kan dit gevaar opleveren. Het vermogen kritisch te zijn op het collectieve handelen van de groep neemt namelijk af. Een interessant voorbeeld van hoe dit mis kan gaan in het zakenleven is te lezen in het boek ‘De Prooi’ van Jeroen Smit.

Groepsgedrag ontstaat als groepsleden primair letten op het behoud van overeenstemming en eensgezindheid bij een beslissingsproces in plaats van een kritische overweging van de feiten. De groepsleden leggen meer nadruk op het ‘wij’-gevoel en zullen daardoor minder gemakkelijk kritiek uiten of informatie die de groepsvisie tegenspreekt, van zowel binnen als van buiten de groep, toelaten. Er ontstaat in het meest extreme geval een soort geloofsgenootschap die overtuigd is van zijn eigen gelijk, ongeacht de feiten.

Wanneer groepsdenken optreedt, kunnen de volgende symptomen waarneembaar zijn:
• Overschatting van de groep;
• Illusie van onaantastbaarheid;
• Onvoorwaardelijk geloof in de eigen moraal;
• Collectieve rationalisatie van de beslissingen van de groep;
• (Gedeeltelijk) karikaturiseren van de buitenwereld;
• Zelfcensuur, leden uiten geen kritiek;
• Illusie van unanimiteit (valse consensus effect);
• Directe druk op leden die het oneens zijn;
• Zelfaangewezen ‘mindguards’ die de groep beschermen tegen negatieve informatie.

Bron: Wikipedia