[Klaar voor de => “AI-revolutie”]

Machines die slimmer zijn dan mensen. Het kan realiteit worden in de toekomst en daar zitten veel haken en ogen aan. Verschillende topexperts brengen de implicaties in kaart in de documentaire We Need To Talk About A.I.

In deze fase zijn we omringt door Narrow AI, kunstmatige intelligentie die een specifieke taak veel beter dan mensen kan uitvoeren. Bijvoorbeeld schaken, autorijden, beleggen, een vliegtuig besturen en gezichten herkennen. Deze AI is vergelijkbaar met een autistische savant. Dit is indrukwekkend, maar staat nog ver af van A.G.I.: Artificial General Intelligence. Mocht dit ooit arriveren, wat gaat er dan gebeuren? De scenario’s in films zijn meestal niet erg rooskleurig. Denk maar aan The Terminator, The Matrix, 2001: A Space Odyssey en Ex Machina. Ook verschillende publieke figuren hebben gewaarschuwd voor de gevaren van AI, zoals Elon Musk, Stephen Hawking en Bill Gates.

Een van de gevaren is dat AGI-machines niet noodzakelijk dezelfde doelen als de mensheid nastreven: het goal alignment probleem. Bijvoorbeeld, wanneer de missie wereldvrede is, dan vindt de AI het misschien wel een goed idee om het hele menselijke ras uit te roeien. Zie bovenstaande films voor dergelijke scenario’s. De film die waarschijnlijk het meest realistische beeld geeft is 2001: A Space Odyssey. De boordcomputer HAL van het ruimteschip Discovery One besluit dat hij de missie naar Jupiter beter zonder bemanning kan uitvoeren, en probeert astronauten om zeep te helpen. Een duidelijk goal alignment probleem. Maar veel AI-experts worden boos van dit soort bangmakerij. Het is onmogelijk om ver vooruit te kijken bij technologische ontwikkelingen. We moeten gewoon bouwen, experimenteren en leren van wat er goed en fout gaat.

Dat kan zo zijn, maar er is wel een grote zorg die tijdig geadresseerd moet worden. Als AGI wordt ontwikkeld kan dat de machtsverhoudingen op de wereld enorm verstoren. Stel dat een dictator als Poetin, Trump of Xi als eerste AGI in handen krijgt… Ik durf er niet aan de denken. Of mogelijk even verschrikkelijk; een tech-gigant als Google of Facebook die ermee aan de haal gaat. Dit is een winner takes all contest. Degene die het als eerste krijgt zal binnen de kortste keren iedere industrie domineren. Hier moeten we afspraken over maken of het kan rampzalig uitpakken.

Maar er is ook heel veel dat AGI kan brengen. Een paar voorbeelden: tijdig de signalen herkennen van hartproblemen, kanker en suïcide. Het sterk verbeteren van verkeersveiligheid. Het laten slagen van veel meer operaties met robotchirurgie. Maar ook het mogelijk maken van een meer gelijkwaardige verdeling van welvaart binnen een vrije markt economie. En zorgen voor meer duurzaamheid en minder oorlog.

Dit klinkt idyllisch, maar een keerzijde hiervan kan weer zijn het inleveren van vrijheid. Een AI dictatorschap dus. Een tussenvorm kan zijn dat de AI als scenarioplanner fungeert die de mens alle ideale beleidsvoorstellen voorlegt. Maar de mensen blijven beslissen. We moeten hoe dan ook nadenken over hoeveel autonomie we machines geven. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor zelfrijdende auto’s die ethische keuzes moeten maken, zoals het laten sterven van hun passagier of het inrijden op een groep kinderen. Wie beslist?

Er komt nogal wat bij kijken. En gezien de enorme revolutie die AI gaat inluiden is het niet verkeerd als hier zoveel mogelijk risicomanagement op los te laten. Alles wat er mogelijk verkeerd kan gaan moet in kaart worden gebracht en alle mogelijke maatregelen moeten worden genomen om deze risico’s in te dammen. De vuistregel van riskmanagement-expert Nassim Nicholas Taleb is hier van toepassing: ‘wat moeder natuur doet, is rigoureus totdat het tegendeel is bewezen; wat mens en wetenschap doen, is gebrekkig totdat het tegendeel is bewezen.’ We zijn gewaarschuwd.

De Pulp Fiction vraag: Gebeuren dingen gewoon?

Ongetwijfeld herinner je de scene uit Pulp Fiction waarin huurmoordenaars Jules Winnfield en Vincent Vega na een moordpartij in een appartement zelf onder vuur worden genomen. ‘De vierde man’, zoals hij in de aftiteling wordt genoemd, komt de badkamer uitgestormd terwijl hij zijn magnum leegschiet op de compleet verraste gangsters. “Die, you motherfuckers!” Maar als zijn pistool na zes schoten ‘klik’ zegt staan Winnfield en Vega beide nog op hun benen. Het kost ze een paar seconden om te beseffen wat er is gebeurd. Daarna richten ze zich woedend tot de vierde man en blazen hem met een paar welgemikte schoten naar de andere wereld (voor trivia-liefhebbers, de kogelgaten zitten al in de muur voordat de vierde man ooit geschoten heeft).

Dan volgt een filosofisch debat tussen de collega killers. Vega schudt de gebeurtenis vrijwel direct van zich af en wijt het incident puur aan geluk en verder niks speciaals. “Die dingen gebeuren gewoon.” Winnfield kijkt hier duidelijk anders tegenaan. God is tussenbeide gekomen en heeft de kogels tegengehouden. Al kan de bijbel citerende gangster niet uitleggen waarom Hij dat gedaan heeft, baseert hij er wel een levensveranderende beslissing op. Namelijk om per direct stoppen met zijn werk voor gangsterbaas Marcellus Wallace en de wereld te gaan rondreizen. Je weet wel, zoals Caine in Kung Fu.

Het debat is een klassieker in de filosofie. Wordt het heelal geregeerd door toeval of staat er een machtige Goddelijk figuur boven die aan de onzichtbare touwtjes trekt? Wie heeft gelijk, Winnfield of Vega? De kwantummechanica – het absolute hoogtepunt van de moderne natuurkunde – lijkt Vega gelijk te geven. Een van Einsteins bekendste uitspraken is: “God does not play dice”. Hiermee bedoelde hij dat er altijd een oorzaak is aan te wijzen voor een gebeurtenis. Neem een potje snooker. Stel dat je een bal richting een bepaalde hoek schiet op de snookertafel – en je hebt informatie over alle krachten en hoeken die in het spel betrokken zijn – dan kun je heel exact het pad van de bal voorspellen. Oftewel, Einsteins macro-universum is deterministisch.

In de kwantummechanica – de natuurkundige theorie die het gedrag van materie en energie op atomaire en subatomaire schaal beschrijft – is dit compleet anders. Stel dat we een elektron van de snookerbal nemen en op twee nauwkeurig van elkaar geplaatste openingen in de tafel afschieten is er geen enkele manier om te weten in welke van de twee hij zal belanden. We kunnen alleen de waarschijnlijkheid weten dat hij in de ene of de andere zal landen, maar het resultaat is verder volledig random. Oftewel, kwantummechanica heeft Einsteins ongelijk bewezen: God dobbelt wel degelijk op de schaal van het allerkleinste. Het determinisme van de macrowereld is daarom slechts schijn; het toeval op microschaal wordt op grote schaal teniet gedaan. Er blijven slechts kleine fluctuaties over die te miniem zijn voor ons om waar te nemen. Maar het onderliggende toeval is er nog wel degelijk. Kortom, er is een sterke zaak voor toeval te maken.

Is er een uitweg voor Winnfield? Jazeker, maar niet in de vorm van een hogere God. Wel in de vorm van bewuste agenten die gebeurtenissen helpen bepalen. Daarvoor moet één van de twee interpretaties van kwantummechanica waar zijn die het vreemde dualistische karakter van materie uitlegt (er is een derde interpretatie, de Broglie–Bohm-theorie, maar die heeft weinig aanhang en laten we hier buiten beschouwing). Het vreemde gedrag komt tot uiting in kwantumexperimenten die laten zien dat deeltjes zich gedragen als zowel deeltjes en golven (niet strikt gelokaliseerd, maar uitgespreid). Op het moment van meting stort de golffunctie in elkaar en bevindt het deeltje zich op één plek in ruimtetijd. Wanneer het zich gedraagt als golfachtige entiteit houdt het deeltje zich het recht voor om op verschillende plekken te verschijnen op het moment van meting. Waar het zal verschijnen kan de onderzoeker niet weten, alleen de waarschijnlijkheid dat het hier of daar zal opduiken. Het deeltje – dat zich niet kan opsplitsen – is dus nergens écht, en bestaat voordat de meting plaatsvindt slechts als wiskundige mogelijkheid.

Een theorie die dit bizarre gegeven verklaart is ‘bewustzijn veroorzaakt ineenstorting’, een interpretatie van kwantummechanica waar o.a. wetenschappers (en mijn helden) Robert Lanza en Donald Hoffman bekende aanhangers van zijn. Zij stellen dat er geen externe buitenwereld is die onafhankelijk van de waarnemer bestaat. Realiteit is volgens hen een proces dat zich binnen bewustzijn afspeelt. Oftewel, de computer waarop ik deze blog nu tik bevindt zich in mijn hoofd en nergens anders. Het spatio-temporele domein dat ik waarneem wordt in zijn volledigheid gecreëerd door mijn geest of bewustzijn.

Als je dit radicaal vindt klinken, dan ben je zeker niet de enige. Dat is dan ook de reden dat dit niet massaal wordt opgepikt. Het wijkt teveel af van onze alledaagse intuïties, onze taal, onze cultuur, het heersende wetenschappelijke paradigma, van alles eigenlijk. Hoffman gelooft dat de nieuwe generatie, die reeds opgroeien met virtuele werelden en The Matrix, dit wel gaan omarmen. Het bewijs dat dit is hoe de realiteit werkt is namelijk behoorlijk overtuigend. Maar de wetenschap zal het pas accepteren als het onweerlegbaar wordt aangetoond in experimenten. Hier is al een begin mee gemaakt, maar het is erg lastig om financiering te ontvangen voor zaken buiten het materialistische domein. Parapsychologisch onderzoeker Dean Radin, die vanwege zijn specialisme al niet erg serieus genomen wordt in mainstream science, heeft wel een experiment op dit gebied uitgevoerd dat hij in deze video beschrijft. Met het onderzoek toont hij aan dat de bewuste waarnemer met intentie invloed kan uitoefenen op de uitkomst van het beroemde tweespletenexperiment.

Als de theorie klopt, dan zijn wij allemaal – en dieren en zelfs planten ook – onderdeel van het universum met ons bewustzijn en oefenen we ook invloed uit op de totstandkoming ervan. Er is overtuigend bewijs voor het bestaan van parapsychologische verschijnselen, zoals telepathie en telekinese, maar de invloed van onze verbonden geesten op de fysieke omgeving lijkt erg beperkt te zijn. Radin gebruikt echter proefpersonen die getraind zijn in meditatie en die lijken wel degelijk invloed uit te oefenen op gebeurtenissen op kwantumniveau. Donald Hoffman werkt aan een wiskundig model dat de relaties en hiërarchie van ons bewustzijn beschrijft. Dit model zou de theorie testbaar en dus bewijsbaar moeten maken. En daarmee zou Winnfield kunnen aantonen dat niet alle dingen zomaar gebeuren, maar dat wij er wel degelijk invloed op hebben.

Vega kan zich als antwoord hierop beroepen op de andere interpretatie: ‘de veel-werelden-theorie’ van Everett, waar ook wijlen Stephen Hawking aanhanger van was. In deze theorie vertakt het universum bij elke gebeurtenis waarbij potentieel meer dan een uitkomst mogelijk is. In het geval van de snookertafel belandt de elektron in één universum in de ene opening en in een alternatief universum in de andere. In het geval van Pulp Fiction zijn Jules Winnfield en Vincent Vega in de meeste alternatieve universums morsdood, maar in de versie waar wij toevallig als getuigen bij zijn, overleven ze het incident. De veel-werelden-interpretatie is een manier om het idee van objectief bestaand waarnemer-onafhankelijk universum in stand te houden. Maar dat maakt de theorie niet minder radicaal. Kun je het idee accepteren dat er ontelbare alternatieve universa zijn waarin je in sommige getrouwd bent met die afschuwelijke ex, in een andere Bitcoinmiljonair bent, en in weer een andere als kasplantje leeft na een bijna fataal auto-ongeluk?

Conclusie, beide huurmoordenaars hebben een beetje gelijk. Het is onwaarschijnlijk – en sowieso niet bewijsbaar – dat er een externe God bestaat die het wat kan schelen wat wij hier op aarde uitvoeren. Wel is er een overtuigende zaak te maken voor een actieve rol voor de bewuste waarnemer, zodat het universum niet volledig random kan zijn. Veel gebeurtenissen zijn dit waarschijnlijk wel, zeker zolang de bewuste agenten zich totaal niet bewust zijn van hun invloed op het tot stand brengen van de collectieve realiteit. Verder toekomstig onderzoek moet uitwijzen of deze theorie echt klopt en hoever de invloed van de menselijke geest reikt. Wie weet ontdekken we dan dat we met intentie veel meer kunnen bereiken dan we ons nu kunnen voorstellen, zoals misschien wel het impactpunt van een kogel bepalen.

Voor Vega maakt het niet meer uit. In tegenstelling tot Winnfield, veranderde hij niet van koers na de goddelijke interventie. Kort daarna liep hij tegen een met machinegeweer gewapende Bruce Willis op. We kennen allemaal het resultaat van deze interactie. En in de kwantumwereld is de uitkomst kennen hetzelfde als hem creëren.

Bronnen:
The Quantum Astrologer’s Handbook (Michael Brooks)
& Reality is not what it seems (Carlo Rovelli)

Stephen Hawking over tijdreizen

Is tijdreizen mogelijk? Kunnen we een poort naar het verleden openen of een sluiproute vinden naar de toekomst? Kunnen we de natuurwetten gebruiken om meesters van de tijd te worden? Deze vragen beantwoordt kosmoloog Stephen Hawking in de Discovery-documentaire ‘Stephen Hawking’s Universe’.

Terwijl mensen nu gemiddeld zo’n 80 jaar leven, worden stenen wel tienduizenden jaren en bestaan zonnestelsels wel miljarden jaren. Alle fysieke objecten hebben drie dimensies. Alles heeft een lengte, een breedte en een hoogte. De vierde dimensie is tijd. Door die vierde dimensie moeten we heenrijden als we door de tijd willen reizen. Hoe vinden we het pad daar naartoe? In science fiction films, zoals ‘Back to the Future’, doen ze dat middels een energieverslindende machine die een poort opent naar de vierde dimensie.

Natuurkundigen hebben zich vaak afgevraagd of zulke poorten ook binnen de natuurwetten zouden kunnen bestaan. Het verassende antwoord luidt: ja. Deze poorten staan bekend als wormgaten. Deze wormgaten bestaan al overal om ons heen. Zelfs de meest gladde oppervlakten hebben, als je maar diep genoeg inzoomt, piepkleine scheurtjes en gaatjes, zelfs tijd. Deze zijn nog kleiner als atomen. Wanneer je diep genoeg gaat kom je in het kwantumschuim en daar vinden we wormgaten: sluiproutes door de tijd.

Helaas zijn deze wormgaten te klein voor menselijke tijdreizigers, maar sommige wetenschappers geloven dat je er één kunt vangen en triljoenen keren kunt vergroten, zodat het groot genoeg wordt voor een mens of ruimteschip om doorheen te gaan. Er is echter een probleem bij dergelijke tijdreizen: paradoxen. Stel dat je een wormgat kon openen en jezelf daar doorheen kon zien een minuut in het verleden. En stel vervolgens dat je je minuutoude zelf zou doodschieten. Wie heeft dan het schot gelost? Hiermee zou je een grondregel van het universum schenden: oorzaken gaan altijd vooraf aan gevolgen en nooit andersom.

Hawking gelooft dan ook niet dat dingen zichzelf ongedaan kunnen maken. Wanneer dat zou kunnen, zou het hele universum vervallen in chaos. Iets zal dus voorkomen dat iemand dat zou kunnen doen. Hawking denkt dat het wel eens een feedbackloop van straling zou kunnen zijn die het wormgat kapot zal maken voordat iemand het kan gebruiken. Zelfs al zou het een wetenschapper dus lukken om op een dag een wormgat uit te vergroten, dan zou hij niet genoeg tijd hebben om er doorheen te reizen.

Stephen Hawking over tijdreizen 1

Stephen Hawking over tijdreizen 2

Stephen Hawking over tijdreizen 3

Kortom, vanwege het probleem van paradoxen gelooft Hawking niet dat tijdreizen naar het verleden gaat lukken. Jammer voor alle would-be dinosaurusjagers. Tijdreizen naar de toekomst is echter een ander verhaal. Einstein realiseerde zich al dat tijd als een rivier is die op sommige plekken versnelt en op andere vertraagt. Materie trekt aan de tijd en maakt het trager. Hoe zwaarder het object, hoe langzamer de tijd van de ruimte eromheen.

In het melkwegstelsel ligt een massief zwart gat dat de materie van wel 400 zonnen bevat. Deze onvoorstelbare massa heeft een enorm vertragend effect op tijd en maakt het tot een natuurlijke tijdmachine. Als een ruimteschip erin zou slagen er omheen te cirkelen (uiteraard zonder naar binnen gezogen te worden), dan zou de tijd met de helft vertraagd worden. Stel dat ze dit vijf jaar lang zouden doen, zou er op aarde tien jaar verstreken zijn en zouden ze dus in de toekomst thuiskomen. Erg praktisch is deze methode echter niet.

De laatste oplossing voor naar de toekomst reizen is snelheid maken. Wanneer je zou kunnen reizen met lichtsnelheid staat de tijd helemaal stil, aldus de grote Einstein. Zo’n snelheid zullen we nooit kunnen bereiken, maar stel dat we het bijna zouden halen en het voertuig zou 100 jaar lang rondjes vliegen, dan zou er voor de passagiers slechts een week verstreken zijn zodanig zou de tijd in het voertuig vertraagd worden door de snelheid. De passagiers zouden dus 100 jaar in de toekomst belanden. Je zou dan niet meer terug kunnen, maar wie weet is het dus voor dappere ruimtevaarders in de toekomst mogelijk Forward to the Future te gaan.

Stephen Hawking over aliens

Stephan Hawking's Universe - DVD

Zijn we alleen op onze kleine blauwe bal? Dat is onwaarschijnlijk. In de Melkweg waar we wonen alleen al zijn er tenminste 200 miljard sterren. En de Melkweg is slechts één van de 100 miljard sterrenstelsels van het universum. Dit is veel groter dan het menselijk brein kan bevatten.

Leven kan allerlei vormen aannemen. Van hersenloze monsters tot complete intelligente beschavingen. Of wezens die zo vreemd zijn dat we het niet eens als leven zouden herkennen. Hoe kunnen alienjagers dit leven opsporen? De wetten van het universum lijken overal hetzelfde te zijn, dus wellicht geldt dat ook voor leven, al zijn de details anders.

Over het ontstaan van het leven op aarde bestaan meerdere theorieën. Volgens een ervan is het bij toeval ontstaan in poelen met oersoep vol met chemicaliën, genaamd aminozuren. Miljoenen jaren lang botsten de moleculen op elkaar totdat de ideale combinatie spontaan ontstond. Het ultieme mazzeltje waarmee al het leven op aarde begon. De kans dat dit spontaan gebeurt is astronomisch klein, maar er wint altijd wel ergens iemand de jackpot, niet?

Er is nog een intrigerende hypothese: panspermie. Het leven zou elders zijn ontstaan en zijn getransporteerd van planeet tot planeet door astroïden. Het is mogelijk dat steenblokken bevroren organismen kunnen meedragen binnenin. Organismen die extreme temperaturen en ruimtvacuüm kunnen weerstaan. Het is zelfs mogelijk dat astroïden nu nog steeds leven naar andere werelden brengt.

Stephen Hawking over aliens 1
Stephen Hawking over aliens 2
Stephen Hawking over aliens 3

Na het ontstaan komt de fase van overleven waar voedsel voor nodig is. Dus moeten alienjagers zoeken naar plakken waar aliens voedsel zouden kunnen vinden. Water is onmisbaar voor al het bekende leven en water is overal in de ruimte te vinden. Bijvoorbeeld op Europa, één van de manen van Jupiter. Deze maan bevat bevroren water, want het is er min 165 graden Celsius. De ijslaag op Europa is wel 24 kilometer dik. Maar door de zwaartekrachtwerking wordt de maan gekneed als een bal klei, een proces dat warmte veroorzaakt. Wellicht zit onder de ijslaag vloeibaar water en daar zouden aliens kunnen wonen. Zwemmende aliens die geen idee hebben van wat er buiten allemaal gebeurt. Een missie naar Europa is prijzig, maar zal ongetwijfeld plaatsvinden in de toekomst. NASA heeft al concrete plannen.

Als de wetenschap breder wil kijken is dat lastig omdat planeten vaak moeilijk te spotten zijn. Dat vereist zeer geavanceerde technologie. De binoculaire Kech-telescoop met zijn dubbele negen meter grote spiegels is één van de krachtigste allertijden. Maar zelfs deze telescoop kan niet direct expoplaneten zien. Hij speurt naar sterren met waarneembare schommelingen. Vervolgens kan het licht van een ster uit een opname gefilterd worden, zodat een eventueel planetenstelsel van de betreffende ster waargenomen kan worden. In 1995 is de eerste exoplaneet gevonden en sindsdien zijn dat er veel meer geworden.

Hawking stelt dat elke levensvorm die fysiek mogelijk is vermoedelijk ergens bestaat in ons uitgestrekte universum. Er kunnen ook heel goed aliens bestaan die niet afhankelijk zijn van water, maar van andere chemicaliën. Contact leggen met aliens zal lastig blijven omdat de afstanden zo gruwelijk zijn. Per lichtjaar is een boodschap wel een jaar onderweg, en de meeste sterren liggen op honderden tot duizenden lichtjaren afstand.

Als aliens ons ooit komen bezoeken verwacht Hawking geen positieve uitkomst. Want als ze hier komen zijn ze net als wij geëvolueerd uit een soort die alles exploiteert. Als ze het vermogen hebben hier te komen zijn het zonder twijfel zeer intelligente ruimtenomaden die het verouderingsproces hebben weten stop te zetten. Mogelijk kunnen we zelfs de energie van een ster aanwenden om wormgaten te creëren waardoor ze enorme afstanden kunnen afleggen in no time.

Bestaan aliens? Ongetwijfeld. We hoeven maar naar onszelf te kijken om te beseffen dat er onwaarschijnlijke dingen plaatsvinden in het uitgestrekte universum. Bovendien is het wat arrogant (mijn woorden) om te denken dat we uniek zijn.