Schrijfambities (van print naar online)

‘Hoe gaat het eigenlijk met je boek?’

Tja, het wil niet echt vlotten. Ik heb een aardig hoofdstuk geschreven (binnenkort te lezen op deze blog), maar ben vastgelopen met dat concept. Toen ben ik opnieuw begonnen met een ander concept en ben ik opnieuw vastgelopen.

Het probleem is – zoals altijd – tijd. Op mijn werk is het al minstens anderhalf jaar een gekkenhuis en het ziet er niet naar uit dat dat snel gaat veranderen. Dus heb ik misschien één, hooguit twee avonden in de week om iets te produceren. En dat werkt niet. Daar had ik laatst met collega Jan Bletz over die een aantal boeken heeft geschreven. Je moet zoiets in één ruk doen. Dag na dag, avond na avond, nacht na nacht. Als je niet in de flow weet te komen gaat het niet lukken. Dan loop je vast. En dat heb ik nu al heel vaak ervaren.

Gelukkig ben ik agile, het magische woord in deze turbulente tijden en waar je dan ook mee om de oren wordt geslagen in managementliteratuur en op zakelijke conferenties. Het betekent dat ik me weet aan te passen aan veranderende omstandigheden. Dus omdat ik niet de mogelijkheid heb een maand of meer onafgebroken aan een boek te schrijven, ga ik iets doen waar dat niet voor nodig is: namelijk een nieuwe website bouwen.

Zo’n website is natuurlijk wel een stuk minder prestigieus dan een boek. Dat is inderdaad een nadeel. Voor mijn ego zou het zeer strelend zijn om mezelf schrijver of auteur te kunnen noemen. Maar een website heeft ook voordelen. Allereerst bereik. Ik heb aardig wat kennis van SEO (Search Engine Optimization) en een specifiek onderwerp op de korrel waar nog volop ruimte in is om online een goede positie in te verwerven.

Het onderwerp is bewustzijn en hoe dat mogelijk (ik zal niet te stellig doen) niet in ons hoofd blijkt te zitten, maar de hele wereld beslaat (inclusief onszelf). Een niche-onderwerp, maar er zijn veel geïnteresseerden. Bovendien zou het het volgende ‘mainstream’ wetenschappelijke paradigma kunnen worden (de aarde is niet plat maar rond / de aarde is niet het middelpunt van het universum / de aarde is virtueel en bestaat alleen in relatie tot bewuste waarnemers).

De site (Free-Consciousness.com) is bovendien in het Engels en heeft dus een potentieel massapubliek.

Nog een voordeel: ik heb geen uitgever nodig. Alles wat ik hoef te doen is de eerste circa vijf essays te schrijven, de site te bouwen in WordPress (mijn amigo Arnold gaat me hierbij helpen) en publiceren maar. Het is wat dat betreft een gouden tijd voor wannabe uitgevers. Iedereen heeft een platform en je kunt vinden van Google wat je wilt, maar één ding doet het algoritme goed: de beste content die de meeste nuttige informatie over een onderwerp geeft, wordt beloond.

De geplande release van Free-Consciousness.com is in 2022.

Hoe technologie iedere industrie aan het hercreëren is

De ontwikkeling en convergentie van technologie gaat met hyperloop-snelheid en zal de komende tien jaar complete industrieën transformeren. Dit levert zowel kansen als bedreigingen op.

The Future is Faster Than You Think van techno-visionair Peter H. Diamandis en journalist Steven Kotler is het derde deel in hun exponentiële mindset-serie. In het eerste deel Abundance beschreven ze hoe exponentiële technologie schaarste verandert in overvloed. Aluminium was bijvoorbeeld ooit een waardevol metaal totdat we elektrolyse ontdekten waarmee we het in overvloed konden produceren. Nu gebruiken we het als wegwerpmateriaal. Door de ogen van technologie is schaarste nooit het probleem, maar toegankelijkheid. Er valt meer dan 5.000 keer meer zonne-energie op aarde dan we in een jaar gebruiken. Als we dit konden inzetten werd energie direct gratis.

In het vervolg Bold keken de auteurs naar ondernemers met de gedurfde mindset die noodzakelijk is om deze technologie in te zetten om grote wereldproblemen op te lossen. Een uitstekend voorbeeld is het door Diamandis zelf opgerichte Planetary Resources, een private onderneming in asteroïden-mijnbouw. Het bedrijf is ontstaan vanuit de visie dat het delven van schaarse grondstoffen uit de ruimte economische groei mogelijk zal maken op dezelfde manier dat ontdekkingsreizen op aarde dat gedaan hebben.

Nu richten ze hun pijlen op de convergentie van exponentiële technologieën en de impact die dit zal hebben op iedere denkbare industrie in de komende tien jaar. Ze beginnen met Uber Elevate, dat bezig is een dienst voor vliegende auto’s te ontwikkelen in Los Angeles, één van de drukste steden ter wereld. De vliegende auto’s zijn er al, dus het draait nu allemaal om het opschalen van de vloot en het bouwen van zogenoemde skyports op de daken van flatgebouwen. In 2023 wil Uber de dienst al operationeel hebben met een vloot van volledig elektrische e-copters die drie uur kunnen vliegen met een snelheid van 240 kilometer per uur. In één e-copter passen een piloot en vier passagiers en opladen kost maximaal 15 minuten. In 2030 verwacht Uber dat alle grote steden een dergelijke service operationeel hebben. Hun volgende missie: het volledig irrationeel maken van auto-eigenaarschap. De zelfrijdende auto gaat de miljoenen uren die we nu verspillen aan autorijden weer productief maken. Veel gezinnen hebben momenteel twee auto’s die ze maar vijf procent van hun tijd gebruiken. Algoritmes kunnen dit veel beter. Wanneer er zoveel waarde te winnen valt, gaan bedrijven ontwricht raken. Modellen gericht op parkeren, auto-eigenaarschap en tanken hebben dan ook een probleem.

Rekenkracht
De razendsnelle ontwikkelingen zijn mogelijk door tien verschillende exponentiële technologieën die de auteurs beschrijven. Zodra een technologie digitaal wordt, lift het mee op Moore’s Law en ontwikkelt het zich exponentieel. Eén van de beschreven technologieën is quantum computing. Een normale computer gebruikt bits, signalen die twee waarden kunnen aannemen (een 1 of een 0). Een kwantumcomputer gebruikt qubits. Deze informatie-eenheden zijn door bevriezing in staat in vele verschillende staten tegelijk te verkeren. Dit stelt de kwantumcomputer in staat enorm complexe berekeningen uit te voeren in een fractie van de tijd die het nu kost. IBM’s Big Blue – de supercomputer die schaakkampioen Garri Kasparov versloeg in 1997 – kan bijvoorbeeld 200 miljoen zetten per seconde berekenen. Een kwantumcomputer haalt er meer dan een triljoen.

Deze technologie gaat een grote impact hebben op vele sectoren, waaronder de farmaceutische industrie. In plaats van duizenden chemische verbindingen te bestuderen in laboratoria, kan dit onderzoek straks grotendeels in een kwantumcomputer gebeuren. Zo kan de tijd die het kost om nieuwe medicijnen te ontwikkelen enorm verkort worden. De auteurs verwachten dat de grote impact zal komen wanneer er goede gebruikers interfaces beschikbaar komen. En dat brengt ze op de volgende technologie: kunstmatige intelligentie (KI). Techreuzen als Google, Amazon en Microsoft zijn aan het racen om KI-gebaseerde cloud-diensten beschikbaar te maken voor de massa’s. We staan op het punt allemaal een hele capabele KI-assistent te krijgen. Voeg hier nog augmented en virtual reality aan toe en er komen weer talloze mogelijkheden bij. Bijvoorbeeld levensechte avatars. De bekende zelfhulpgoeroe Tony Robbins is een van de eerste die een KI-avatar van zichzelf heeft laten bouwen. Deze digitale versie is nog net van de echte Robbins te onderscheiden, maar dat duurt niet lang meer. Haptische handschoenen zorgen ervoor dat aanraking van virtuele omgevingen nu ook tot de mogelijkheden behoort. Dat deze ontwikkelingen veel huidige businessmodellen in de ‘ervaringen industrie’ op de proef zal stellen vraagt weinig fantasie.

>>> Lees verder op CFO.nl <<<

[Klaar voor de => “AI-revolutie”]

Machines die slimmer zijn dan mensen. Het kan realiteit worden in de toekomst en daar zitten veel haken en ogen aan. Verschillende topexperts brengen de implicaties in kaart in de documentaire We Need To Talk About A.I.

In deze fase zijn we omringt door Narrow AI, kunstmatige intelligentie die een specifieke taak veel beter dan mensen kan uitvoeren. Bijvoorbeeld schaken, autorijden, beleggen, een vliegtuig besturen en gezichten herkennen. Deze AI is vergelijkbaar met een autistische savant. Dit is indrukwekkend, maar staat nog ver af van A.G.I.: Artificial General Intelligence. Mocht dit ooit arriveren, wat gaat er dan gebeuren? De scenario’s in films zijn meestal niet erg rooskleurig. Denk maar aan The Terminator, The Matrix, 2001: A Space Odyssey en Ex Machina. Ook verschillende publieke figuren hebben gewaarschuwd voor de gevaren van AI, zoals Elon Musk, Stephen Hawking en Bill Gates.

Een van de gevaren is dat AGI-machines niet noodzakelijk dezelfde doelen als de mensheid nastreven: het goal alignment probleem. Bijvoorbeeld, wanneer de missie wereldvrede is, dan vindt de AI het misschien wel een goed idee om het hele menselijke ras uit te roeien. Zie bovenstaande films voor dergelijke scenario’s. De film die waarschijnlijk het meest realistische beeld geeft is 2001: A Space Odyssey. De boordcomputer HAL van het ruimteschip Discovery One besluit dat hij de missie naar Jupiter beter zonder bemanning kan uitvoeren, en probeert astronauten om zeep te helpen. Een duidelijk goal alignment probleem. Maar veel AI-experts worden boos van dit soort bangmakerij. Het is onmogelijk om ver vooruit te kijken bij technologische ontwikkelingen. We moeten gewoon bouwen, experimenteren en leren van wat er goed en fout gaat.

Dat kan zo zijn, maar er is wel een grote zorg die tijdig geadresseerd moet worden. Als AGI wordt ontwikkeld kan dat de machtsverhoudingen op de wereld enorm verstoren. Stel dat een dictator als Poetin, Trump of Xi als eerste AGI in handen krijgt… Ik durf er niet aan de denken. Of mogelijk even verschrikkelijk; een tech-gigant als Google of Facebook die ermee aan de haal gaat. Dit is een winner takes all contest. Degene die het als eerste krijgt zal binnen de kortste keren iedere industrie domineren. Hier moeten we afspraken over maken of het kan rampzalig uitpakken.

Maar er is ook heel veel dat AGI kan brengen. Een paar voorbeelden: tijdig de signalen herkennen van hartproblemen, kanker en suïcide. Het sterk verbeteren van verkeersveiligheid. Het laten slagen van veel meer operaties met robotchirurgie. Maar ook het mogelijk maken van een meer gelijkwaardige verdeling van welvaart binnen een vrije markt economie. En zorgen voor meer duurzaamheid en minder oorlog.

Dit klinkt idyllisch, maar een keerzijde hiervan kan weer zijn het inleveren van vrijheid. Een AI dictatorschap dus. Een tussenvorm kan zijn dat de AI als scenarioplanner fungeert die de mens alle ideale beleidsvoorstellen voorlegt. Maar de mensen blijven beslissen. We moeten hoe dan ook nadenken over hoeveel autonomie we machines geven. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor zelfrijdende auto’s die ethische keuzes moeten maken, zoals het laten sterven van hun passagier of het inrijden op een groep kinderen. Wie beslist?

Er komt nogal wat bij kijken. En gezien de enorme revolutie die AI gaat inluiden is het niet verkeerd als hier zoveel mogelijk risicomanagement op los te laten. Alles wat er mogelijk verkeerd kan gaan moet in kaart worden gebracht en alle mogelijke maatregelen moeten worden genomen om deze risico’s in te dammen. De vuistregel van riskmanagement-expert Nassim Nicholas Taleb is hier van toepassing: ‘wat moeder natuur doet, is rigoureus totdat het tegendeel is bewezen; wat mens en wetenschap doen, is gebrekkig totdat het tegendeel is bewezen.’ We zijn gewaarschuwd.

5 gereedschappen voor effectief leiderschap

De competenties van een team kunnen uitmuntend zijn, maar echt high performing wordt het team pas wanneer er effectief leiderschap wordt toegepast. Heb je de ambitie, moed en het commitment om jouw (leiderschaps)impact te vergroten? De volgende vijf gereedschappen helpen hierbij.

1. Psychological safety
‘What makes a team great’? Dit was de kernvraag van een meerjarig onderzoek dat Google in 2012 startte. De ambities en verwachtingen waren hooggespannen: Google wilde hét algoritme ontdekken van het perfecte team middels dataverzameling en -analyse op ongekende schaal. Maar het antwoord kwam uiteindelijk niet uit de patronen die de data blootlegde, maar uit iets anders. De gemene deler die maakte dat teams tot de best presterende behoorden, was de aanwezigheid van ‘psychological safety’. Te definiëren als de mate van onderling vertrouwen en respect, die maakt dat mensen zich kunnen uiten zonder angst voor afwijzing en veroordeling. Natuurlijk zijn er ook andere elementen van belang, maar psychologische veiligheid is de kurk waar een (duurzaam) goed presterend team op drijft.

De manager is de ‘leader of the pack’. In zijn leidinggevende rol heeft hij grote invloed op de normen van een team en daarmee op de ‘psychological safety’. Iemand maakt tijdens een vergadering een gevoelige opmerking en een collega knalt daar keihard overheen. Iedereen kijk naar de leidinggevende. Wat ga jij doen? Als jij het laat lopen, dan durft niemand ooit meer zo’n gevoelige opmerking te maken. Door niets te doen, bepaal jij de norm. Door doortastend in te grijpen, breng je in deze situatie juist rust, stabiliteit en veiligheid. Een manager die niet ingrijpt kan zo het gevoel van veiligheid kapot maken, maar het gaat ook andersom. Optreden in een situatie die daar niet om vraagt is overbodig leiderschap. Micromanagement doet afbreuk aan het gezag van de manager.

2. Stepping Stones

Als we kijken naar onze prestaties, hebben we vaak de neiging naar grote projecten te kijken. Voor een leider die anderen wil inspireren, is het goed om naast de grote piketpalen ook te kijken naar kleinere doelen en de geleerde lessen hiervan. Dit noemen we stepping stones. Deze bestaan uit drie elementen:
1. Wat zijn de behaalde resultaten?
2. Welke acties heb je ondernomen?
3. Wat zijn de geleerde lessen?
Bijvoorbeeld, je wilt een teamvergadering houden die echt zinvol is (1). Acties zijn de mensen er tijdig bij betrekken en de vergadering goed voorbereiden (2). De geleerde les (3) is de vergadering vroeg te houden als iedereen nog fris is. Dagelijks stilstaan bij de Stepping Stones, en die vooral ook te delen met je team, zorgt ervoor dat er een groter bewustzijn ontstaat van wat succes drijft in het team en binnen de organisatie.

3. Interactie met DISC
Iedereen kent wel een rode baas die altijd heel directief is en waar mensen soms zelfs een beetje bang voor zijn. Dat is de rode D-stijl. Gele mensen (I-stijl) zijn de hele enthousiaste, spraakzame ideeënmachines en aanjagers van verandering. Dan heb je de blauwe C-stijl met als bekendste voorbeeld: de boekhouder. Ze zijn erg van de feiten en details en houden niet van onnodige fouten door te haastig handelen. Tot slot is er de rustige groene S-stijl, mensen die op zoek zijn naar harmonie. Deze stabiele medewerkers zijn vaak gevoelig voor spanning en mijden conflict als het kan.

Veel professionals ‘hebben hier niks mee’ en vinden het maar mensen in hokjes duwen. Wat ze dan vergeten is dat er ten eerste geen oordeel aan hangt; het zijn slechts gedragsvoorkeuren. Ten tweede is DISC voor leidinggevenden een heel belangrijke tool om de effectiviteit van hun communicatie te vergroten. Wanneer je de gedragsvoorkeuren van je teamleden kent, kun je hier handig op inspelen. Stel bijvoorbeeld dat je een manager met een D-stijl wilt vragen om medewerking aan een project, dan zul je de voordelen direct in het begin heel duidelijk moeten benoemen: hogere omzet, lagere kosten, tijdswinst, enzovoorts. Anders is de kans dat hij (of zij) zijn/haar kostbare tijd gaat investeren erg klein.

4. Chunking
Als je niet weet wat er leeft binnen je bedrijf kun je niet de acties inzetten die nodig zijn om beter te worden. Chunking is een effectieve manier om de uitdagingen van de groep, en de gedachtes en gevoelens die leven, boven tafel te krijgen. Het is een vraagtechniek waarmee je informatie kunt verhelderen, patronen kunt herkennen en gemeenschappelijke grond kunt vinden. Je kunt op drie manieren chunken.

Upchunken is het bewegen naar een abstracter niveau. Upchuncken gebruik je wanneer mensen verzanden in details of onvoldoende de grote lijn zien. Ook inzetbaar om patronen te gaan herkennen. Enkele upchunck vragen:
● Waar is dat een onderdeel van?
● Wat is de intentie daarachter?

Een concept onderverdelen in deelconcepten noemen we down chunking. Een website als FM.nl maakt hier gebruik van door de content te verdelen in thema’s: financiering, accounting, business control, et cetera. Zonder categorieën zou het een rommeltje worden.

Lateral chuncken is het bewegen op hetzelfde niveau. Voorbeeldvragen:
● Wat zijn daar andere voorbeelden van?
● Waar zie je dat nog meer?

Chunking kun je als leider gebruiken om duidelijkheid te creëren voor jezelf en anderen. Bijvoorbeeld, stel dat de directeur zegt dat hij openheid belangrijk vindt. Dat is een hol begrip. Wat bedoelt hij precies? Betekent dit dat hij aanmoedigt dat medewerkers op alle niveaus elkaar feedback gaan geven? En als een medewerker een manager (omhoog) aanspreekt, dekt de directeur hem dan? Chunking stelt je in staat vage zaken kristalhelder te maken.

5. Feedforward geven
Dit is een cruciaal gereedschap voor leiders en een noodzakelijke vaardigheid voor het omgaan met conflicten, het managen van verwachtingen of teleurstellingen en het aankaarten van gevoelige issues. Feedforward werkt als volgt: je vertelt je gesprekspartner wat je waarneemt, wat het effect daarvan is, en je doet een voorstel voor de toekomst. Bijvoorbeeld: “Je was vorige week te laat met het aanleveren van je stukken voor de rapportage (waarneming). Het effect is dat twee collega’s hebben moeten overwerken. Mijn voorstel is om je werk voortaan tijdig aan te leveren en als je hier voor wat voor reden dan ook niet aan kunt voldoen, dat je tijdig bij mij aan de bel trekt.”

Het grote voordeel van deze techniek is dat je het voor jezelf en de ander inzichtelijk maakt waar jouw oordeel vandaan komt. Daarmee is het niet de waarheid en heb je nog geen gelijk. Je maakt alleen jouw gedachtenproces helder en bespreekbaar.

De rol van de leider is gericht op het beter maken van het systeem. Boos worden, incidenten bespreken, feedforward toepassen, het zijn allemaal instrumenten waarmee je het systeem beter kunt maken. Elke dag weer opnieuw. Je bent als leider continu aan het fijn slijpen. En dat is heel leuk om te doen.

Oorspronkelijk geschreven voor FM.nl