Dromen en dronken deliriums in San Juan (Over ‘The Rum Diary’ van Hunter S. Thompson)

‘Sounds of a San Juan night, drifting across the city through layers of humid air; sounds of life and movement, people getting ready and people giving up, the sound of hope and the sound of hanging on, and behind them all, the quiet, deadly ticking of a thousand hungry clocks, the lonely sound of time passing in the long Caribbean night.’
– The Rum Diary (1998)

The Rum Diary 1

Door Jeppe Kleijngeld

In 1960 bracht beroemd Gonzo journalist Hunter S. Thompson wat tijd door in San Juan, Puerto Rico waar hij werkte voor een sportblad, het begin van zijn carrière als sportverslaggever naast politieke junkie en toonaangevend auteur van de countercultuur beweging. Het blad ging kopje onder en Thompson solliciteerde bij de Engelstalige krant ‘The San Juan Star’, maar hij werd afgewezen. Terug in de Verenigde Staten kreeg hij in 1961 een baantje als beveiligingsbeambte bij de waterbronnen van Big Sur, Californië. In deze periode van acht maanden schreef hij twee boeken: ‘Prince Jellyfish’ en ‘The Rum Diary’. Thompson probeerde een uitgever te vinden voor deze boeken en faalde. ‘Prince Jellyfish’ is nooit uitgegeven, maar ‘The Rum Diary’ uiteindelijk wel in 1998.

‘The Rum Diary’ fictionaliseert Thompson’s ervaringen in Puerto Rico en zijn kwaliteiten als schrijver spatten van de pagina’s van deze prachtige roman. Het verhaal gaat over de jonge journalist Paul Kemp die bij een verlopen krant terecht komt in Puerto Rico, waar een zooitje dronken en parasitaire journalisten het proberen zo lang mogelijk uit te zingen voordat de krant definitief bankroet gaat.

Kemp heeft het gevoel dat hij al veel jaren verspild heeft, maar hij loopt tegen nieuwe mogelijkheden aan. Chenault – de sensuele vriendin van een collega – doet zijn lustgevoelens dermate opkomen dat het bijna te veel wordt. Dan is er de gladde PR-man Sanderson, die betrokken is bij louche dealtjes in de bloeiende economie van het Caribische land, waardoor Kemp geconfronteerd wordt met zijn eigen ambitieniveau. Wil hij voor weinig geld blijven schrijven over wat hij observeert? Of wil hij die kennis inzetten om rijk te worden, zoals Sanderson dat doet?

Hunter S. Thompson aan het werk in Aruba. De foto is gemaakt bij de Aruba Palm Beach Club met op de achtergrond het Aruba Caribbean Hotel. Thompson bezocht Aruba terwijl hij woonde op Puerto Rico.

Hunter S. Thompson aan het werk in Aruba. De foto is gemaakt bij de Aruba Palm Beach Club met op de achtergrond het Aruba Caribbean Hotel. Thompson bezocht Aruba terwijl hij woonde op Puerto Rico.

‘The Rum Diary’ is een roman over de jaren 60’ toen de wereld nog open lag voor Westerlingen om overal in te duiken en het welvaartsniveau lager lag, maar de hebzucht des te groter was. Ook is het een verhaal over liefde, drank, journalistiek en jezelf ontdekken. Kemp is nog niet het extreme Gonzo alter ego van Thompson dat Raoul Duke zou worden in ‘Fear and Loathing in Las Vegas’, maar een iets gematigdere persoonlijkheid. Johnny Depp die Kemp portretteerde in de verfilming zei dat hij Kemp speelde als een jonge Raoul Duke die nog op zoek was naar zijn stem.

Thompson’s kracht als schrijver ligt vooral in het typeren van groepen mensen, tijdsbeelden en plaatsen. Dat doet hij uitstekend in het uiterst sfeervolle ‘The Rum Diary’. Ik kreeg heel sterk de neiging om Al’s Backyard op te zoeken en me te buiten te gaan aan rum, bier, sigaretten en hamburgers.

Thompson’s legendarische humor is ook al regelmatig aanwezig en doet soms denken aan de paranoia hilariteit van ‘Fear and Loathing in Las Vegas’, zoals in de volgende passage; ‘We spend the next six hours in a tiny concrete cell with about twenty Puerto Ricans. We couldn’t sit down because they had pissed all over the floor, so we stood in the middle of the room, giving out cigarettes like representatives of the Red Cross. They were a dangerous-looking lot. Some were drunk and others seemed crazy. I felt safe as long as we could supply them with cigarettes, but I wondered what would happen when we ran out. The guard solved this problem for us, at a nickel a cigarette. Each time we wanted one for ourselves we had to buy twenty – one for every man in the cell.’

De verfilming van ‘The Rum Diary’ heeft net als de boekuitgave lang op zich laten wachten. In 2000 werd een poging gedaan om het project van de grond te krijgen met Johnny Depp en Nick Nolte. De poging mislukte en de toen nog levende Thompson schreef een woedende brief naar de productiefirma en noemde het project een ‘waterhead fuckaround’. Een tweede poging tot verfilming in 2002 mislukte eveneens en uiteindelijk ging de productie pas in 2009 – na de dood van Thompson in 2005 – van start met Bruce Robinson (‘Withnail and I’) als regisseur. De film kwam in 2011 uit en kreeg gemengde kritieken. Een opvallend verschil met het boek is de integratie van de karakters Sanderson en Yeamon. Ook legt de desperate krantenuitgever Lotterman in de film niet het loodje aan het einde van het verhaal in tegenstelling tot het boek.

Wordt binnenkort vervolgd met een beschrijving van Hunter S. Thompson’s tweede boek ‘Hell’s Angels’.

Icon 11 - Bird