Vrije WIL bestaat WEL

Vrije wil is een veelbesproken onderwerp onder filosofen en wetenschappers. En met enige regelmaat beweert er eentje – vaak met behoorlijke stelligheid – dat vrije wil helemaal niet bestaat. Dat lijkt nogal een vreemde bewering, want het lijkt toch echt alsof we zelf keuzes maken. Maar volgens o.a. hersenwetenschapper Dick Swaab en non-dualist Paul Smit is dit een illusie.

Dick Swaab is van de materialistische school. Dat wil zeggen dat hij gelooft dat we onze hersenen zijn. Ons bewustzijn en de keuzes die daaruit voortkomen zijn volgens Swaab niks meer dan het gevolg van de extreem complexe interactie tussen talloze miljarden zenuwcellen in het brein. De illusie van vrije wil ontstaat wanneer ons bewustzijn een verhaaltje verzint over waarom we gedaan hebben wat we gedaan hebben. Het feit dat je dat verhaal vertelt, geeft je het idee dat je alles in de hand hebt en dat je vrije wil hebt. Maar in feite is het slechts een verhaaltje achteraf, aldus de hersenonderzoeker.

In een interview dat ik jaren geleden had met Swaab gaf hij aan dat het een plezierige illusie is om te hebben, want wanneer je het niet hebt ontstaat het idee dat anderen je besturen. “Er zijn schizofrene patiënten die deze illusie niet hebben”, vertelde hij me. “Die hebben het idee dat ze bestraald worden vanuit het universum of dat er allerlei elektrische activiteit op ze af wordt gestuurd die hun brein overneemt. Dat is het voordeel van die illusie van vrije wil. Het maakt ook duidelijk dat er bij een beslissing allemaal onbewuste processen aan de gang zijn waardoor heel verstandige mensen hele wonderlijke beslissingen kunnen nemen.”

Van een andere gedachteschool is cabaretier, filosoof en non-dualist Paul Smit. In tegenstelling tot Swaab gelooft hij niet dat we ons brein zijn, maar ons bewustzijn. Alles is slechts een droom. Volgens Smit hebben we geen vrije wil omdat we helemaal niet bestaan! Non-dualiteit of Advaita Vedanta houdt in dat alles één is en wat dus lijken op individuele vrije keuzes zijn in feite de keuzes van dat ene bewustzijn.

Met beide heren ben ik het deels eens. Swaab heeft absoluut gelijk wanneer hij zegt dat er allerlei onbewuste processen meespelen in beslissingen en Smit slaat wat mij betreft de spijker op zijn kop met de bewering dat alles uiteindelijk in één singulair bewustzijn plaatsvindt. Maar over het volledig ontbreken van vrije wil denk ik anders. Klopt, we komen voort uit puur bewustzijn, maar dat betekent niet dat we niet bestaan. Volgens natuurkundige en bewustzijnsonderzoeker Thomas Campbell zijn we individuele eenheden bewustzijn die als doel hebben winstgevende keuzes te maken. Het doel daarvan is individueel bijdragen aan collectieve evolutie.

Dus neem ik ‘s ochtends de bewuste keuze om koffie te nemen? Niet of nauwelijks; dit gaat puur volgens de onbewuste hersenprocessen die Swaab beschrijft. Maar ik kan wel bewust besluiten wat ik wil, door even te stoppen en te zeggen tegen mezelf: ‘wacht even, wil ik wel koffie? Wil ik niet liever thee, water of whiskey misschien? Even nadenken. Nee, ik wil toch echt koffie.’ Nu heb ik een bewuste, vrije wil beslissing genomen. Dat heeft me wel een beetje energie gekost. En dat is de reden dat veel dingen automatisch plaatsvinden: we hebben beperkte energie beschikbaar en om succesvol te zijn in de evolutie moeten we die gelimiteerde energie zo optimaal mogelijk inzetten. Overleven staat op de eerste plaats en succesvol zijn op de tweede.

Onze echt vrije wil keuzes komen volgens Campbell tot uiting in onze intenties. In zijn boek ‘My Big TOE’ schrijft hij: ‘Elke geïndividualiseerde eenheid van bewustzijn moet zich op zijn eigen unieke manier ontwikkelen, aangedreven door de vrije wil die zijn intentie drijft. Kansen voor verandering ontstaan, keuzes worden gemaakt, de realiteit wordt geactualiseerd en er wordt vooruitgang of achteruitgang in persoonlijke groei bereikt.’

Onze taak is als eenheden bewustzijn dus groeien in de kwaliteit van ons bewustzijn. Deze kwaliteit kunnen wij volgens Campbell waarnemen in de spiegel van anderen. Is onze intentie goed, wordt dat weerspiegelt in wat wij waarnemen als buitenwereld en de wezens (andere eenheden bewustzijn) waarmee wij interacteren. Nog een citaat: ‘We projecteren ons persoonlijke bewustzijn op het actieveld van een interactieve reality-game voor meerdere spelers, waarbij het gaat om onze individuele groei en leren.’

Kortom, leren staat centraal in het bewustzijnsveld waarin we ons volgens zowel Paul Smit als Thomas Campbell begeven. En om te kunnen leren heb je vrije wil keuzemogelijkheden nodig. Het bestaan van evolutie als drijvende proces in het universum wijst er sterk op dat het bestaan van vrije wil geen illusie is, maar een fundamentele component van deze realiteit.

Espresso drinkende George Clooney toch niet ontstaan uit toevallig botsende moleculen?

Door Jeppe Kleijngeld

Vanuit onze typische Westerse opvattingen kijken we doorgaans naar het ontstaan van het leven en het universum alsof het puur materiële en toevallige aangelegenheden betreft.

De oerknal: 13,7 miljard jaar geleden werd vanuit één beginpunt (de singulariteit) triljoenen triljoenen triljoenen tonnen materie gelanceerd. Maar hoe en waarom? Dat weten we niet.

Evolutie: Door een toevallige samenloop van omstandigheden ontstond op een klein rotsblok (de aarde) nabij een derde generatie ster (onze zon) bij puur toeval leven. Na miljarden jaren evolutie heeft dat uiteindelijk geresulteerd in… ons. Maar hoe precies? Geen idee.

De hersenen: Wat zijn wij? In essentie een stel hersenen met een (soms) fraaie verpakking eromheen, maar hoe komt het bewustzijn tot stand? Gemakshalve denkt de wetenschap dat ook dit toevallig uit moleculen is ontstaan, maar er is geen enkel bewijs voor dat dit mogelijk is, eerder het tegenovergestelde.

Eeuwenoude religies en filosofen hebben altijd intuïtief geweten dat levende wezens meer zijn dan puur een fysiek, bij toeval ontstaan systeem. Hen zal het dan ook niet verbazen dat de (Westerse) wetenschap er niet in slaagt het hele universum en leven te verklaren vanuit de puur fysieke, wiskundige benadering. Er komen steeds meer scheuren in deze aannames, de theory of everything zit op een dood spoor, maar wat voor alternatieven zijn er?

Behalve het religieuze alternatief: ‘God heeft de wereld geschapen’, is er nog een alternatief vanuit de biologie. De naam van deze theorie is ‘biocentrisme’ en de bedenker is wetenschapper Robert Lanza. Het mooie van biocentrisme is dat het helemaal in lijn is met de vreemde waarnemingen uit de kwantumtheorie die traditionele wetenschap niet kan verklaren. Lanza haalt er een element bij dat in de ‘alles is toeval’ aannames ontbreekt: het bewustzijn. En daarmee komt hij een heel eind in het verklaren van het ontstaan van alles.

Biocentrisme in het kort

Bewustzijn creëert het universum, niet andersom.

In de Westerse opvattingen bestaat het universum als grote, hoofdzakelijk lege ruimte waarin toevallig leven is ontstaan. Maar volgens deze benadering is het leven niet meer dan een bijproduct – een schimmeltje op een rotsblok – en lange tijd was er helemaal geen leven en na de ondergang van de mensheid zal er weer een lange tijd geen leven zijn. Tenminste niet in dit hoekje van het universum.

Volgens biocentrisme bestaat er helemaal geen leeg en ‘dom’ universum onafhankelijk van leven. Het enige universum dat er bestaat is het universum dat we zelf waarnemen. Levende wezens met bewustzijn creëren het universum zelf. Dat betekent dat als je ’s avonds naar bed gaat, je keuken niet meer echt bestaat. Hij bestaat alleen als je hem waarneemt. De maan zou er niet zijn als we hem niet met zijn allen zouden waarnemen. En als wij er niet meer zouden zijn, zou het universum dat wij kennen oplossen in een wolk van potentie, maar niet langer bestaan als materiële werkelijkheid.

Een oude filosofische vraag is; als in een leeg bos een boom omvalt, maakt dit dan geluid? Immers, niemand is in de buurt om het te horen. Volgens biocentrisme is deze vraag irrelevant. Als er niemand in het bos is om het waar te nemen, bestaat het bos niet, alleen als mogelijkheid. Tenzij planten en bomen ook bewustzijn hebben en het lijkt erop dat dit best eens zou kunnen, dus maak van het bos een stadscentrum en van de boom een omvallende toren.

Ruimte en tijd bestaan niet echt
Kortom, er bestaat geen objectieve wereld, maar slechts de miljarden subjectieve werelden die levende wezens waarnemen. Buiten het bewustzijn bestaat niks. De interne en externe wereld die wij ervaren zijn in feite twee kanten van dezelfde medaille en de verbinding tussen die twee kan niet verbroken worden. En onze waargenomen werelden gaan allemaal in elkaar over. In de natuur is alles één. Ruimte en tijd zijn volgens biocentrisme niets meer dan constructies van de geest. Net als zintuigen helpen zij ons de wereld te begrijpen, maar ze bestaan niet echt. Ze zijn onderdeel van de mentale software van dierlijke organismen die sensaties omvormt tot multidimensionale objecten. We dragen ruimte en tijd met ons mee, zoals een schildpad het schild op zijn rug met zich meedraagt.

Volgens biocentrisme is tijd slechts een mechanisme dat we gebruiken om veranderingen waar te nemen. De klok tikt verder, we worden langzaam ouder, de zon komt op en gaat weer onder, maar geen van deze dingen bewijst dat tijd echt onafhankelijk bestaat van onze waarnemingen.

Als tijd en ruimte niet bestaan heeft dat nogal wat implicaties. Het betekent in de eerste plaats dat het bestaan geen echt begin en einde meer heeft. Beide woorden ‘begin’ en ‘einde’ zijn begrippen die met tijd te maken hebben. Bestaat tijd niet meer, dan verliezen die begrippen hun betekenis. Ook doodgaan is zonder tijd slechts een illusie. De sequentie waarin dingen lijken te verlopen doet er niet toe wanneer tijd slechts een instrument van de geest is. Andere mensen zien je dode lichaam, maar dat ben jij niet. Jouw bewustzijn bestaat ergens anders voort binnen het alles is één universum, al heeft ‘ergens’ ook weer geen betekenis omdat ruimte niet echt bestaat. Bewustzijn bestaat uit een 23 watt bolletje energie en zoals je misschien nog weet van de natuurkunde les: energie kan nooit verloren gaan. We zijn allemaal onlosmakelijk verbonden met het universum en hier nooit meer los van te koppelen.

Biocentrisme en vooral de illusionaire natuur van ruimte en tijd zijn lastige concepten om te bevatten zolang we in ons afgebakende menszijn vastzitten. Bij doodgaan kunnen we eindelijk losbreken uit de begrenzingen van ons lichaam en buiten de tijd bestaan, dus dat is een bevrijding en niet iets om bang voor te zijn.

Bewijzen voor biocentrisme: kwantumtheorie en ‘goldilocks’ universum
Het proces van creatie en de rol die de observant hierin speelt is goed zichtbaar in de bekende experimenten uit de kwantummechanica. Vooral het double slit experiment laat goed zien welke rol de observant speelt. Kwantumtheorie heeft ons geleerd dat subatomaire deeltjes NIET bestaan op een definitieve plek. Ze bestaan slechts als reeks van waarschijnlijkheden die niet manifest zijn. Zodra er een observant een meting doet stort ieder van deze golffuncties in elkaar en nemen een vaste positie in. Zo ontstaat een fysieke realiteit. Het bewustzijn is krachtig genoeg om een materiële wereld te creëren. Denk aan schizofrene patiënten die hele werelden scheppen in hun hoofd (‘A Beautiful Mind’). Voor hen is die wereld net zo echt als de echte wereld. Na 100 jaar experimenteren kunnen wetenschappers niet anders dan erkennen: de waarnemer is NIET te verwijderen uit de kwantumrealiteit.

Atomen bestaan sowieso uit veel meer leegte dan vaste materie, dus zo gek is het idee niet dat de maan pas gevormd wordt als we ernaar kijken. Als bij de studie van de kleinste bouwstenen van de natuur de waarneming het gedrag van die bouwstenen verandert is die waarneming kennelijk essentieel, betoogt Lanza. Dit geldt overigens niet alleen voor de kleinste deeltjes; de experimenten zijn inmiddels ook uitgevoerd met grotere moleculen die uit honderden atomen bestaan en daaruit kwamen dezelfde resultaten: ze bestaan alleen als wolk van mogelijkheden voordat ze geobserveerd worden. Lanza’s stelling is dat wat geldt voor grote atomen en kristallen ook geldt voor flatgebouwen en planeten.

In andere kwantum experimenten is aangetoond dat deeltjes die met elkaar verbonden zijn (‘entangled particles’) met elkaar kunnen blijven communiceren ongeacht hoe ver ze van elkaar verwijderd zijn. Dat kan twee dingen betekenen: ze kunnen sneller communiceren dan lichtsnelheid wat niet kan volgens Einstein’s algemene relativiteitstheorie of de ruimte tussen de deeltjes bestaat niet echt… Volgens biocentrisme bestaat ruimte inderdaad niet echt en zitten we allemaal in feite op elkaar en in elkaar verweven. Dat is in lijn met Einstein: de sterren lijken ver, maar als we met lichtsnelheid konden reizen reduceert de reisafstand tot nul (bij reizen met lichtsnelheid staat de tijd stil). Zo bezien bestaan ruimte en tijd alleen in onze subjectieve ervaringen en niet als losstaande, objectieve entiteiten.

Een ander belangrijk argument voor biocentrisme is het ‘goldilocks’ universum. Ons universum is te geschikt voor leven om per toeval ontstaan te zijn. Was de Big Bang een miljoenste krachtiger geweest, dan waren we er niet geweest. Als de zwaartekracht één tandje lager was geweest, dan zouden er geen sterren zijn en dus ook geen zon. En zo zijn er meer dan 200 fysieke parameters, waarvan de kleinste wijziging zou betekenen dat wij nooit zouden bestaan.

Natuurlijk kun je aanvoeren dat het logisch is dat we bij toeval zijn ontstaan omdat we ons anders deze vraag niet konden stellen, maar dat is een beetje vreemd. Een gevangene die het vuurpeloton met 100 schutters heeft overleefd denkt ook niet; ‘natuurlijk heb ik het overleefd, anders zou ik hier niet staan’. Die zou afvragen waarom 100 kogels hem niet gedood zouden hebben. Biocentrisme doet hetzelfde voor ons bestaan op aarde. In de woorden van Lanza: ‘The very structure of the universe is only explainable through biocentrism. The universe is fine-tuned for life, which makes perfect sense as life creates the universe, not the other way around. The universe is simply the complete spatio-temporal logic of self.’

Kort samengevat, creatie is het manifest worden van het non manifeste. En daar heb je een waarnemer voor nodig. En die waarnemer ben JIJ. Gefeliciteerd met het mooie universum dat je ontworpen hebt.