5 stappen om kapitalisme te repareren

Kan het bedrijfsleven de wereld veranderen? Harvard professor Rebecca Henderson, auteur van het boek Reimagining Capitalism in a World on Fire, is optimistisch. De mensheid is extreem vindingrijk en we hebben de technologie.

Maar op dit moment staat de wereld in brand. Volgens Henderson staan drie problemen centraal:
1. Degradatie van het milieu;
2. Sociale ongelijkheid;
3. Falende instellingen.

Het is in het belang van het bedrijfsleven om deze problemen op te lossen, want in een kapotte wereld valt geen geld te verdienen. De incentives zijn er. En de businesscase is volgens de Harvard-professor ook vaak goed te maken. Een bedrijf dat dit als een van de eerste heeft aangetoond is Lipton, de theedivisie van Unilever. Toen dit bedrijf liet zien dat duurzaam geproduceerde thee slechts vijf procent meer kost en dat klanten het belangrijk genoeg vonden om het marktaandeel te vergroten, sprongen alle concurrenten er ook in.

Dat het mogelijk is, is duidelijk. Welke stappen zijn er nodig om te zorgen voor een duurzame ommekeer?

1. Het creëren van gedeelde waarden
Gedeelde waarden refereren aan bedrijven die winstgevend zijn voor investeerders én tegelijkertijd waarde creëren voor alle stakeholders. Dit is een lastige balanceeract die leiders zich eigen moeten maken. Een bekend voorbeeld is natuurlijk Paul Polman, tussen 2009 en 2019 CEO van Unilever. Hij kon het ene moment een gepassioneerd verhaal houden over de zeer ambitieuze duurzaamheidsambities van Unilever en het volgende moment een manager compleet doorzagen over gemiste omzetdoelstellingen. Beide gebieden moeten dezelfde aandacht en focus krijgen, niet slechts één van de twee. Hier is moed voor nodig. Het is makkelijker om je op het volgende kwartaal te richten dan op iets helemaal nieuws.

2. Geloven in een hoger doel van bedrijven
In ons huidige op rendement georiënteerde wereldbeeld maken gedeelde waarden geen kans. Ons wereldbeeld is nu nog sterk bepaalt door econoom Milton Friedman die redeneerde dat bedrijven de aandeelhouder altijd voorop moeten stellen. Zelfs in Nederland met het Rijnlandse model is het maken van winst het primaire doel van bedrijven. Niet het winstgevend zijn als randvoorwaarde om hogere doelen te kunnen nastreven.

Het centrale idee van Friedman werkt binnen een bepaalde context, maar is vandaag gevaarlijk omdat:
– Externe effecten niet adequaat geprijsd zijn (denk aan kolen, benzine, co2-uitstoot, vlees en cement);
– Er grote verschillen zijn in kennis en skills; er zijn geen gelijke kansen voor iedereen.
– Bedrijven kunnen valsspelen door beleid in hun voordeel om te buigen.

De discussie purpose versus profit is de verkeerde, volgens Henderson. Business as usual is namelijk geen rendabele optie. Opereren binnen de grenzen van de leefwereld wordt het nieuwe normaal. Dit is zeer disruptief, maar biedt ook enorm veel kansen.

3. Herbedraden van finance
Finance is volgens velen het grootste struikelblok in het heruitvinden van kapitalisme. Zolang investeerders alleen maar zo snel mogelijk geld willen verdienen gaat het niet lukken. Maar het beperken van de macht van de aandeelhouders via wetgeving is niet noodzakelijk de beste oplossing, denkt de auteur. Als investeerders teleurgesteld zijn omdat targets niet gehaald zijn, komt dat vaak omdat ze denken dat de bedrijven slecht gemanaged worden. Er ligt een taak voor CEO’s, CFO en andere bestuurders om de lange termijn doelen duidelijk te communiceren, wat er daarvoor nodig is (investeringen), en welke returns er te verwachten zijn. Wanneer ze dat goed communiceren, zullen sommigen investeerders erin stappen. Purpose gaat uiteindelijk winnen en dat snappen investors ook, dus moet je ze als bestuurder mee weten te krijgen.

Henderson stelt dat investeerders al bezig zijn met de omslag. Larry Fink, CEO van Blackrock, de grootste investeerder ter wereld, schreef in zijn jaarlijkse brief aan CEO’s dat klimaatverandering vraagt om een fundamentele hervorming van finance. Bijna 50 procent van de investeerders wereldwijd maakt inmiddels gebruik van een vorm van ESG (Environmental, Social & Governance) data. En de meldingen van ESG in de pers namen met acht keer toe tussen 2015 en 2018.

4. Leren SAMENwerken
Veel van de huidige wereldproblemen zijn problemen van het publieke goed. Jouw bedrijf kan besluiten bomen te laten staan, maar als je concurrent ze vervolgens omhakt, ga je failliet. Industriebrede samenwerking is nodig. Er zijn een aantal randvoorwaarden om een dergelijke samenwerking te laten slagen:
– Zorgen voor transparantie in bereikte resultaten.
– Er moeten duidelijke regels zijn die worden gehandhaafd. Er kan geen tolerantie zijn voor freeriders.
– Samenwerking met lokale overheden is cruciaal.
– Verhogen van incentives voor alle stakeholders.
– De publieke opinie moet met de coalitie zijn.

5. Beschermen van het democratische systeem
Voor vrije markten om goed te kunnen functioneren moeten bedrijven grenzen hebben. Een goed functionerende overheid, nationale instituten en kritische media zijn nodig om bedrijven in toom te houden. Het is aan de overheid om ofwel economische incentives te introduceren die bedrijven stimuleren de juiste kant op te bewegen of dit af te dwingen met regulering. Ook is het de taak van de overheid om ongelijkheid tegen te gaan zodat de kansen in de vrije markten zoveel mogelijk gelijk zijn. Een dergelijke goed functionerende overheid is verre van vanzelfsprekend, Maar ze is 100 procent noodzakelijk als we kapitalisme willen heruitvinden om de grote uitdagingen van deze tijd te overwinnen.

Conclusie
Bedrijven zijn goed in incrementele verbeteringen, maar wat nodig is in deze tijd is architectonische innovatie. Bedrijven die hier eerder dan concurrenten in investeren maken kans op duurzaam succes. Dat vraagt om een andere kijk op het bestaansrecht van bedrijven. Het zijn geen vehikels om geld voor aandeelhouders te verdienen, al moeten die ook goed geholpen worden. Bedrijven zijn er om positieve veranderingen te brengen in de samenleving. Als dat nou eens het nieuwe normaal kon worden na corona…

Vlindereconomie

Het veranderen van een rups in een vlinder is een metamorfose waarbij de oude bouwstoffen opnieuw worden gebruikt om iets anders te worden. Voormalig beleggingsanalist Jack Cox betoogt in zijn boek Vlindereconomie dat we veel problemen die we vandaag hebben kunnen oplossen door naar de natuur te kijken. Het probleem van afval bijvoorbeeld. Maar Vlindereconomie gaat niet alleen over circulaire economie. Het gaat over de creatie van een volledig duurzaam financieel systeem.

We doen nu iets heel anders dan de natuur. De centrale banken halen natuurlijke vijanden uit het systeem door de rente op nul te houden. Dit resulteert weliswaar in goedkoop lenen, investeringen en een groeiende economie, maar we creëren ook een gigantische schuldenberg die van toekomstige groei betaald moet worden. En die groei is nu juist het probleem. Earth Overshoot Day – de dag dat de mensheid alle natuurlijke middelen heeft opgebruikt die de aarde in een jaar kan vernieuwen – kom ieder jaar eerder. Gezien de rentelasten van die groeiende schuldenberg hebben landen toch groei nodig, dus hoe kunnen we ooit onze ecologische voetafdruk verkleinen?

Cox doet verschillende voorstellen. Het begint bij de mindset van het individu. Die zal moeten veranderen van economie(groei)-gedreven naar aarde-gedreven. Burgers moeten:
1. Aan de slag met een duurzamere levensstijl;
2. Van politici eisen dat ze andere prioriteiten gaan stellen.

Dan komt de financieringsvraag aan bod. Cox is voorstander van een basisinkomen om de ecologische levensstijl mogelijk te maken. Dit dient wel verrekend te worden met hypotheekrenteaftrek. Zo komt het daadwerkelijk terecht bij de juiste groep. Ook zal de Nederlandse staatsschuld flink omlaag moeten, zodat we genoegen kunnen nemen met één procent groei per jaar in plaats van minimaal drie. Deze veranderingen kunnen gefinancierd worden door eenmalig vijf procent van het kapitaal van alle Nederlanders te incasseren. Dan nemen we in één keer de pijn en kunnen we op duurzamere wijze verder.

Het probleem van dit radicale voorstel dat Cox niet adresseert is populisme. Welke politieke partij, of coalitie van partijen, gaan hier draagvlak voor krijgen onder de bevolking? De grootste partijen – VVD, PVV en FvD zijn in ieder geval niet aan boord. En bestaat dat draagvlak überhaupt op dit moment? Kijk naar de discussie over de boeren en stikstofuitstoot en je weet het antwoord.

Voorlopig blijft de vlindereconomie – een duurzaam en gebalanceerd systeem waarbij waarde wordt gecreëerd en natuur wordt behouden voor volgende generaties – een utopie.

Donuteconomie: 7 manieren om te denken als 21ste eeuwse econoom

Verwacht iemand werkelijk dat we met ons huidige economisch denken de planeet kunnen redden? No way. Een nieuwe mindset is hard nodig. Het boek donuteconomie van de Britse econome Kate Raworth toont ons de weg.

In de ideale economie leeft iedereen in welvaart zonder schade aan de planeet toe te brengen. In de donut wordt dit streven gemeten langs twee dimensies, namelijk: de maximaal toelaatbare effecten op de planeet (ecologische bovengrenzen) en de minimaal noodzakelijke voorziening in de basisbehoeften van de mens (sociale ondergrenzen). Het doel van iedere economie moet zijn om binnen de donut zien te komen en blijven. Alleen daar is het ecologisch veilig en sociaal rechtvaardig.

Dit simpele plaatje is de kern van een nieuwe manier van denken over economie. Een denkwijze die – in tegenstelling tot onze blinde focus op groei – past bij de uitdagingen van de 21ste eeuw. Om de ommekeer compleet te maken zullen we met de volgende zeven paradigma-veranderingen aan de slag moeten. Anders denken over economie doen we zo:

1. Verander het doel
Voor de meeste politici en bedrijfsleiders telt er momenteel slechts één doel: economische groei. Ook al helpt die groei ons de vernieling in. Dit is geen pleidooi tegen groei op zichzelf, maar tegen het gebruik van groei als enige maatstaf van succes. Want alleen groei van bbp (bruto binnenlands product) kan ons niet vertellen hoe het ervoor staat met de échte economische gezondheid van een land. Wat is de impact van mens op natuur? En in hoeverre hebben mensen in een land beschikking over gezond eten, gezondheidszorg, opleiding en democratische vrijheid? Dat vertelt bbp-groei ons allemaal niet. Kortom, vervang deze beperkte indicator door de donut, de sweet spot van de mensheid.

2. Zie het grotere geheel
Als de wereld een theater zou zijn, is het stuk dat momenteel wordt opgevoerd het neoliberale plot. Alleen de markt telt en weet alles het beste. Wat mensen buiten betaald werk om doen, zoals voor kinderen of ouderen zorgen, is totaal niet interessant. De aarde is er om geëxploiteerd te worden onder het mom van vrije marktwerking. Het einde van deze uitvoering laat zich raden: economische crises, ongelijkheid en klimaatverandering. Het toneelstuk dat we in de 21ste eeuw willen zien heeft een veel bredere cast dan alleen de markt. De aarde, samenleving, overheid, commons en huishoudens doen nu allemaal weer mee. Deze benadering zal leiden tot een gebalanceerde economie die veel beter in staat is iedereen te voorzien in hun behoeften dan alleen de markt. Inclusief de aarde zelf.

3. Koester de menselijke aard
De menselijke natuur is veel rijker dan het beeld van de berekende en egoïstische homo economicus. Mensen zijn sociaal, met elkaar verbonden, collaboratief, onze waarden zijn veranderlijk en we zijn afhankelijk van onze levende planeet. Hoe we denken over de menselijke aard, draagt bij aan het vormen hiervan. Dus doen we er goed aan het eenzijdige beeld van mensen als consumenten radicaal bij te stellen. We hebben een nieuw wereldbeeld nodig waarin we meer begrijpen hoe de systemen van onze levende planeet met ons een eenheid vormen, en hoe we die systemen maximaal kunnen ondersteunen. Het portret dat we van onszelf schilderen, bepaalt wie we zullen worden. Het activeren van de juiste waarden in mensen kan een wereld van verschil maken.

4. Begrijp de systemen
De illusie van het perfecte markt equilibrium is met de crash van 2007 als een zeepbel uiteen gespat. Economen en beleidsmakers moeten niet denken dat ze met kleine interventies de markten als vanzelf kunnen laten draaien. Een nieuwe metafoor voor het beroep van econoom is tuinier. Tuiniers laten planten niet groeien, maar creëren de condities waarin planten kunnen bloeien en ze maken keuzes over wat wel en wat niet in de tuin thuishoort. Wees echter bescheiden wanneer je een falende economie wilt herstellen. Probeer de hartslag van het systeem te voelen. Grijp niet te snel in, maar leer eerst de geschiedenis en kijk wat er nog wel werkt. Luister naar wat het systeem ons vertelt en ontdek hoe de kenmerken van het systeem en onze waarden kunnen samengaan om iets veel mooiers voort te brengen dan wat we nu hebben.

5. Ontwerp om te herverdelen
In het huidige economische denken is ongelijkheid geen probleem, want ‘no pain, no gain’. Eerst ontstaat er meer ongelijkheid, dan maakt groei het weer gelijker. Dit blijkt een vals geloof te zijn. Er is geen wet die zegt dat dit altijd zo gaat. En de kans dat ongelijkheid in Westerse landen verder gaat toenemen is groot. Landen met meer ongelijkheid scoren veel hoger op drugsmisbruik, geestelijke gezondheidsproblemen, dropouts op scholen, misdaad en afbraak van de samenleving. De levensverwachting is lager, vrouwen hebben een lagere status en er is weinig vertrouwen. Ongelijkheid raakt niet alleen de hele armen, maar ontwricht de hele samenleving. Kortom, we moeten niet wachten tot groei ongelijkheid reduceert, maar de economie herontwerpen, zodat iedereen boven de sociale ondergrens van de donut komt. De principes die daarbij helpen zijn diversiteit en distributie. Dus niet alleen machtige multinationals die alles beslissen, maar een groot aantal kleine en middelgrote spelers. En we moeten de omslag van shareholder naar stakeholder-denken maken.

6. Creëer om te regenereren
Ons huidige degeneratieve ontwerp gaat uit van nemen, maken, gebruiken, en uiteindelijk weggooien; aan de voorkant van dit proces putten we de natuurlijke bronnen uit en aan de achterkant vervuilen we de aarde met het afval. Ook hier is de gedachte; het moet eerst erger worden voordat we het kunnen oplossen. Maar langer wachten is een luxe die we ons niet kunnen veroorloven. Dit is niet slechts een item op onze to-do-lijst, maar een hele andere mentaliteit. De natuur ruimt onze rotzooi niet op, daar moeten we zelf voor zorgen. Een goed begin is het zo snel mogelijk terugdringen van onze CO2-uitstoot. Een circulaire economie, waarin we materialen eindeloos leren hergebruiken, is een tweede stap richting de oplossing. Dit kan niet bereikt worden door individuele bedrijven alleen, maar moet gebeuren middels een Open Source Circular Economy (OSCE), maximaal ondersteunt door de overheid.

7. Wees agnostisch over economische groei
In het ontwerpen van een economie is het enige wat telt om binnen de sociale en ecologische grenzen van de donut te komen, ongeacht of de economie groeit, krimpt of stabiel blijft. Gezien onze huidige groeiverslaving kan dit nog een uitdaging worden, maar het is onvermijdelijk. Groei is eindig, dus we moeten een keer afkicken. Maar denk je eens in wat er potentieel mogelijk is in een post-groei samenleving. Persoonlijke ontwikkeling, kunst en cultuur, leren, spiritualiteit, genieten, vrije tijd en morele en sociale vooruitgang. De beroemde econoom John Maynard Keynes zag het al aankomen: “Er komt een dag waarop het economische probleem weer naar de achtergrond verdwijnt waar het hoort. En de arena van het hart en het hoofd kunnen zich weer bezighouden met de problemen die echt tellen, die van het leven, menselijke relaties, gedrag, creatie en religie.”

De vraag voor ontwikkelde economieën is waar ze nu staan in de donut. En of misschien de tijd is aangebroken de onvermijdelijke landing in te zetten…

Oplossen klimaatcrisis begint bij nieuw verhaal

Om klimaatverandering tegen te gaan zullen we volgens de Canadese activiste Naomi Klein het verhaal moeten veranderen dat we elkaar al honderden jaren vertellen. Het verhaal dat de aarde een machine is waar wij heer en meester over zijn. In het huidige paradigma is een mogelijke oplossing voor opwarming van de aarde om chemicaliën in de atmosfeer te schieten, waardoor zonlicht een heel klein beetje afbuigt. Dat zou de temperatuur op aarde iets verlagen. Vervuiling om vervuiling tegen te gaan. Het idee om economische groei ten koste van alles iets te temperen, wil er bij de meeste politici en beleidsmakers nog niet in. Om het monster dat kapitalisme heet te voeden moeten we volgens hen steeds meer stukken aarde opofferen.

Neem de Alberta teerzanden in Canada; een enorm gebied waar eerst prachtige bossen stonden en rivieren stroomden. Nu is er alleen nog een afzichtelijke woestenij (zie foto). Alleen al de afvalbassins beslaan zo’n 220 vierkante kilometer. Bedrijven en de overheid zijn er bezig om voor miljarden aan olie uit de grond te pompen. Maar wanneer alle olie uit de grond is, zal het gebied in originele staat worden teruggebracht, zo beloven de politici. Wij kunnen vinden dat dat moet kunnen, maar de aarde zelf denkt daar waarschijnlijk anders over. De ‘signalen’ die de planeet afgeeft worden dan ook steeds heftiger.

In 2012 sloeg megastorm Sandy met 185 km/h toe in de VS, Canada en het Caribisch gebied. Zeker 230 mensen gingen dood en de storm veroorzaakte voor 70 miljard dollar aan materiële schade. Werd de storm veroorzaakt door klimaatverandering? Verkeerde vraag, volgens de experts. Iedere weer-gebeurtenis wordt beïnvloedt door de opwarming van de aarde.

Sandy was een wake-up call voor de mensen in New York die hun huis werden uitgespoeld. We zijn de natuur niet de baas. Collectieve actie is keihard nodig met maximale steun van de overheid. Maar hier stuiten we op ander verhaal dat sinds de jaren 80’ is gaan domineren. De overheid moet zich vooral nergens mee bemoeien en alles aan de vrije markt overlaten. Zeker in de VS wordt ieder overheidsingrijpen gezien als socialisme. En als de Amerikanen ergens bang voor zijn is het wel het rode gevaar. Vrije markten kunnen in sommige situaties het meest effectief zijn. Maar in het oplossen van het klimaatprobleem is het een recept voor rampspoed.

Het verhaal dat we moeten veranderen is het volgende. Rijkdom is niet iets wat we uit de grond oppompen. Het is iets wat mensen creëren. Maar de overheid geeft niet thuis, dus wat kunnen we doen? Naomi Klein laat mensen zien die direct in hun leefomgeving de negatieve gevolgen ondervinden van klimaatverandering. In India, China, Canada en Griekenland. Deze mensen ervaren heel direct dat het huidige model niet deugt. Dus wat doen ze? Verandering eisen. De overheid gaat niet doen wat nodig is, zolang ze er niet toe gedwongen worden. En dat is het positieve van de boodschap van Klein. Zodra mensen verandering eisen, blijkt er opeens veel meer mogelijk dan eerder gedacht.

Duitsland is een positief voorbeeld. Daar heeft het volk niet gewacht op een leider, maar zelf ingegrepen. Ze hebben eerst tegen kernenergie gestemd en zijn toen gaan vechten voor alternatieven. Inmiddels zijn ze hard op weg in de energietransitie met al 30 procent duurzame energie. Ze stoten minder uit en hebben ook nog eens duizenden banen gecreëerd in de samenwerkingsverbanden die de energie-voorziening regelen. Dit moet ieder land gaan doen: zo snel mogelijk weg van fossiele brandstoffen. Er is geen enkele reden het niet te doen, behalve dat grote bedrijven en daarmee dus overheden het nog niet willen.

De tegenstellingen ‘banen versus klimaat’ en ‘economie versus planeet’ bestaan niet echt. Ze zijn gecreëerd en worden in stand gehouden door partijen die er belang bij hebben dat de transitie (nog) niet plaatsvindt. Overheden gaan pas tot actie over onder grote druk. Maar ze gaan wel om. Alles wat nodig is, is een wereldwijd protest om verandering. De tijd van kleine stappen is voorbij; er moet nu gerend worden en dan maken we een goede kans. Gemeenschappen moeten de macht teruggrijpen over de commons. Lokale instituten moeten alle regels en grenzen vaststellen. De gemeenschappen weten het zelf het beste, niet de bedrijven of landelijke politici. In This Changes Everything zien we enkele van deze terugvechtende communities. En ze winnen ook nog! Dat geeft zowaar wat hoop in het bijna altijd somber makende klimaatdebat.


De apocalyptische teerzanden in Alberta. Door fotograaf Alex MacLean. Bekijk hier meer van zijn schokkende foto’s.