Investeren als een pro – zo doe je dat

Beleggen of investeren is inschatten wat er in de toekomst gaat gebeuren en er geld op inzetten dat dat ook gebeurt. Dat klinkt als gokken en dat is het ook wel een beetje, maar ook weer niet. Bijvoorbeeld, je weet dat op lange termijn de aandelenmarkten vrijwel zeker gaan stijgen omdat de economie groeit en bedrijven daarvan profiteren. Dus als je geld stopt in indexfondsen loop je weinig risico dat je (op lange termijn) geld verliest.

Professionele investeerders, die worden geïnterviewd in het boek ‘How to Invest: Masters on the Craft’ van David Rubenstein, stellen dan ook voor dat dat is wat je als amateur moet doen: je vermogen in een indexfonds stoppen. Zij stellen dat je resultaten dan beter zullen zijn dan wanneer je het geld zelf gaat beleggen. In tegenstelling tot professionele beleggers hebben de niet-pro’s namelijk geen tijd om voldoende research te doen om te komen tot adequate toekomstvoorspellingen. Laat staan dat ze voldoende kunnen diversifiëren in hun portfolio. Dan zouden ze zich namelijk moeten verdiepen in meerdere markten en dat kost teveel tijd als je daarnaast nog gewoon moet werken. De enige uitzondering is dat wanneer je je leven lang in een sector hebt gewerkt, je misschien voldoende inzichten kunt opdoen om in een bedrijf in deze sector geld te stoppen.

Maar wat als je eigenwijs bent en het toch zelf wil doen? Wat kun je dan leren van de professionals? Ten eerste vereist beleggen ontzettend veel research. Wat gebeurt er allemaal in een bepaalde sector van de economie en welke kant gaat het op? Wat wordt er ‘hot’ en wanneer gaat dat gebeuren? En welke bedrijven, economieën, valuta of financiële producten worden momenteel ondergewaardeerd? En ook: welke externe factoren spelen er die invloed gaan hebben op een potentiële investering? Een voorbeeld: klimaatverandering jaagt de vraag aan naar zonnepanelen en oplaadbare batterijen. Dat gaat impact hebben op de prijzen van de grondstoffen die hiervoor nodig zijn.

Het volgende wat je moet doen is kritisch gaan kijken naar je eigen denken en dit gaan ‘stresstesten’. Klopt het wel wat je bedacht hebt? Zoals bekend staan mensen bloot aan een groot aantal cognitieve illusies die optimale besluitvorming belemmeren. Een voorbeeld is bevestigingsbias; dat betekent dat je vaak alleen zoekt naar informatie die je vooroordeel bevestigt en niet naar tegengeluiden. Jij kunt een bedrijf wel fantastisch vinden, maar misschien gebruik je wel de verkeerde aannames. Vraag dus ook aan anderen wat zij denken. Professionele investeerders zijn continu bezig hun ideeën te testen en verder te verfijnen. Als je investeerder wordt, word je student voor het leven.

Tot slot: Bij iedere investering komt risico kijken. Begrijp die risico’s en vraag je af of je bereid bent die risico’s te accepteren. Voldoet de risk-return aan je persoonlijke wensen en criteria?

Zo pakken de topbeleggers het aan
De professionele beleggers die in het boek geïnterviewd worden hebben allemaal een specialisme. De bekende investeerder Ray Dalio (Bridgewater Associates) doet bijvoorbeeld aan global macro investing. Hij kijkt naar de wereld als geheel en bestudeert hoe alles verbonden is aan elkaar en hoe de invloed van één deel invloed uitoefent op een ander deel. Zijn firma kijkt naar grote bewegingen in rentestanden, valutawaardes, geopolitieke ontwikkelingen en vele andere factoren. Hun portfolio met o.a. obligaties, aandelen en grondstoffen is afgestemd op de ontwikkelingen die zij verwachten.

In een hele andere categorie zit Ron Barron van Barron Capital. Hij zoekt naar solide bedrijven met een uitstekend managementteam. Als hij die gevonden heeft, koopt hij aandelen en die houdt hij heel lang vast. Barron was een van de vroege beleggers in Tesla. In tegenstelling tot anderen geloofde hij wel dat het bedrijf de transitie naar elektrisch kon maken. Met deze investering heeft hij heel veel geld verdiend voor zijn klanten. Zijn geheime saus is research. Hij doet naar eigen zeggen meer research naar bedrijven dan welke investeringsfirma dan ook. Een andere beleggingscategorie is vastgoed. Een vastgoed investeringstip van John Grey, president & COO Blackstone Real Estate, is: “Koop vastgoed in de steden waar de technologiebedrijven zitten. Tech is een van de belangrijkste drijfveren van economische groei.”

De auteur van ‘How to Invest’ zit zelf in private equity met zijn firma The Carlyle Group. Private equity-firma’s kopen bedrijven met als doel ze in korte tijd (een aantal jaren) te laten groeien en ze dan weer met veel winst te verkopen. Private equity-partijen brengen veel kennis mee (en geld) om deze ambitieuze groeidoelstellingen te kunnen realiseren. Venture capital-firma’s investeren in nog niet gevestigde bedrijven met vaak nog niet heel veel omzet. Dit zijn daarom investeringen met een hoger risico omdat je je beslissing niet kunt baseren op veel financiële informatie, maar vooral moet kijken naar de kwaliteit van de ondernemer, de uniekheid van een idee en het marktpotentieel. Als het goed gaat kun je er wel veel geld mee verdienen. Zowel private equity als venture capital zijn normaliter niet beschikbaar voor de amateurbelegger, maar als je veel beschikbaar kapitaal hebt (minstens een paar ton) willen een aantal firma’s vast wel met je praten.

Investeren in crypto: wel of niet doen?
Hoe kijken de topinvesteerders uit het boek aan tegen de crypto-hype van de laatste jaren? De meeste vinden het helemaal niks. Er is geen onderliggende waarde, het is te volatiel als manier om waarde vast te houden en het verspilt ook nog eens enorm veel stroom. Weinig pro’s zien het als serieuze beleggingscategorie. Als je er al geld in stopt, zeggen ze, zorg dan dat het geld is dat je kunt missen want het kan naar nul gaan.

De Bitcoin en soortgelijke digitale valuta zijn gepositioneerd als; ‘de wereld van het echte geld staat op instorten en dan is de transitie naar crypto de enige optie’. Dit scenario is echter geen waarheid geworden en zal het naar verwachting ook niet worden. Ook heeft bitcoin nog niet de banken overbodig gemaakt, zoals is voorspeld. Daar komt bij, zo stellen de investeerders, dat overheden nooit een valuta zullen tolereren naast hun eigen valuta. Kortom, als ze het te gevaarlijk vinden worden zullen het verbieden of het in elk geval sterk aan banden leggen.

Er zijn wel investeerders die geloven in de onderliggende technologie van crypto – de blockchain – en de golf van innovaties die dit nog gaat opleveren. Geld is slechts één van de toepassingen die deze decentrale technologie mogelijk maakt. Je hebt bijvoorbeeld ook slimme contracten, beveiligingsdiensten en non-fungible tokens (NFTs). Kijk als investeerder dus verder dan de speculatieve cryptomunten en probeer in te schatten welke spelers en toepassingen het in de toekomst helemaal gaan maken.

De kenmerken en vaardigheden die je nodig hebt
Wat onderscheidt de beste investeerders van de middelmatige? Rubenstein haalt uit de vele gesprekken die hij voerde de volgende gedeelde kenmerken en skills:

Hoge intelligentie: Topbeleggers deden het vaak uitstekend op school en in hun studie.

Gemak met cijfers en finance: Nodig om solide analyses te maken van mogelijke investeringen.

Willen eindverantwoordelijkheid: Ze willen graag de uiteindelijke beslissing nemen over de significante beleggingen.

Focus: Het vermogen zich te focussen op de belangrijkste aspecten van een beleggingskeuze. Ze laten zich niet makkelijk afleiden door minder belangrijke aspecten.

Intellectueel nieuwsgierig: De beste investeerders lezen heel veel en vinden dat ze nooit genoeg kennis kunnen hebben.

Competitief: Genieten van het spelletje en vinden het leuk slimmer te zijn en dingen te ontdekken die anderen missen.

Accepteren geen conventionele wijsheden. Proberen juist nieuwe dingen.

Harde werkers: Enorme passie voor hun vak.

Doorzettingsvermogen: Laten zich niet uit het veld slaan door tegenslagen en leren van mislukkingen.

Tot slot wijst Rubenstein op het belang van instinct. De beste investeerders luisteren naar hun intuïtie. Een belegger die dat heel sterk doet is Warren Buffett en dat is de meest succesvolle investeerder aller tijden. Zijn firma Berkshire Hathaway heeft een marktwaarde van 690 miljard dollar. Rubenstein noemt hem de ‘beste lange termijn voorspeller van de toekomst. Dat is in essentie wat hij al die tijd aan het doen is geweest.’

Top 10 films over de financiële wereld

Hebzucht, succes, neergang… Dit zijn de 10 finance films die je gezien moet hebben.

Door Jeppe Kleijngeld

10. Too Big to Fail (2011)

In deze geslaagde productie van HBO volgen we de hoofdrolspelers van de bankencrisis van 2008 op de meest cruciale momenten die de wereldeconomie heeft gekend in de afgelopen decennia. We weten hoe het afloopt, maar toch is het begin van de Grote Recessie in de VS een fascinerend schouwspel. Hank Paulson, voormalig CEO van Goldman Sachs en in 2008 staatssecretaris van Financiën, wordt geconfronteerd met een hele batterij falende banken en verzekeraars, waaronder Lehman Brothers en AIG. Nadat hij Lehman Brothers failliet heeft laten gaan, zal het niet lang meer duren voordat kredietverlening wereldwijd tot stilstand komt en de wereldeconomie volledig in elkaar stort. In een race tegen de klok moet Paulson samen met de overheid en Wall Street tot een oplossing komen voordat het ergste financiële armageddon aller tijden werkelijkheid wordt.

9. Boiler Room (2000)

Realistisch beeld van een stel opgefokte beurshandelaren voor wie maar een ding telt: keiharde dollars. Seth, een ambitieuze, slimme en ondernemende jongeman krijgt een baan als trainee bij J.T. Marlin, een kleine firma in aandelenhandel die buiten Wall Street opereert. De recruiter vertelt hem en de andere trainees al bij binnenkomst: ‘als je hier komt werken ben je binnen drie jaar miljonair.’ Zijn nieuwe collega’s wonen in belachelijke huizen en rijden in Ferrari’s rond alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Seth leert hoe de agressieve verkoop in zijn werk gaat, maar komt er al snel achter dat de handel van het kantoor geen zuivere koffie is en dat de FBI een zaak aan het opbouwen is tegen J.T. Marlin. Kan Seth – die inmiddels zelf ook klanten met waardeloze aandelen geruïneerd heeft – nog iets doen om zijn eer en toekomst te redden? Boeiende en spannende film die ook de kant van de slachtoffers laat zien van de oneindig hebzuchtige cultuur van de financiële sector.

8. The Big Short (2015)

De huizenmarkt bubbel in de VS is de grootste Ponzifraude aller tijden en het knappen van deze bubbel veroorzaakte de grootste financiële crisis ooit. Bij een financiële gebeurtenis van dit formaat zou je verwachten dat er door slimme beleggers op gespeculeerd zou zijn. En dat is inderdaad gebeurd, maar slechts door een handvol investeerders. De huizenmarktgekte had rond 2007 zulke extreme vormen aangenomen dat alleen een stel mafkezen kon inzien dat de bubbel zou gaan barsten. ‘The Big Short’ volgt deze vreemde vogels. Het begint bij de super autistische Dr. Michael Burry (Christian Bale) die als eerste in de gaten heeft wat er staat te gebeuren. Drie andere investeringsteams en een eenling volgen zijn vermoedens op met eigen onderzoeken en doen de meest schokkende ontdekkingen. Een stripper met zes hypotheken? Deze bubbel ZAL gaan barsten. Met een cast vol sterren (Ryan Gosling, Steve Carell, Brad Pitt) en een intelligent, vermakelijk en goed te volgen scenario, is ‘The Big Short’ de eerste film die de crisis echt voor een groot publiek toegankelijk maakt.

7. Barbarians at the Gate (1993)

De enige film die echt gaat over M&A (Mergers & Acquisitions) is een komedie over de corporate greed die in de jaren 80′ bizarre vormen aannam. Amerikaanse bedrijven staken zich voor een triljoen dollar in de schulden en de aandeelhouders werden stinkend rijk. De film – gebaseerd op het non-fictie boek van journalisten Bryan Burrough en John Helyar – vertelt de geschiedenis van RJR Nabisco, verkoper van sigaretten en voedsel (o.a. Orio koekjes). De CEO van het bedrijf F. Ross Johnson wil de aandeelhouders uitkopen middels een leveraged buy-out (schuld tegenover de assets van het bedrijf), een deal van 20 miljard dollar. Maar Johnson passeert daarbij Henry Kravis, de koning van de bedrijfsovernames en uitvinder van de leveraged buy-out. Kravis laat het er niet bij zitten en er ontstaat een agressieve en legendarische biedingstrijd. Hier worden de aandeelhouders rijker en rijker van, maar voor de 140.000 medewerkers ziet de toekomst er steeds somberder uit. ‘Barbarians at the Gates’ slaagt er goed in om aan te tonen welke spelletjes er soms gespeeld worden aan de bedrijfstop, ‘barbaarse’ praktijken die mijlenver afstaan van de gewone man en vrouw. Ook is het een mooi tijdsbeeld van het decennium van de hebzucht. RJR Nabisco is nog steeds exemplarisch voor de over the top private equity overnames van de jaren 80’.

6. Enron: The Smartest Guys in the Room (2005)

De gebeurtenissen in deze film hebben echt plaatsgevonden. Dat is moeilijk te geloven gezien de waanzinnige omvang van de bedrijfsfraude die de documentaire ‘Enron’ ons laat zien. Op zijn top was Enron de zevende grootste corporate van Amerika met een waardering van 70 miljard dollar. Investeerders liepen weg met het typische ‘new economy’ bedrijf, dat traditionele energiedienstverlening transformeerde in financiële instrumenten. Ze vonden pijplijnen maar ouderwets en zagen meer in een gedereguleerde optie- en aandelen markt voor gaslevering. Ondertussen flesten de bestuurders de boel met ‘mark to market accounting’ (winsten boeken terwijl er geen cent binnenkwam), schulden verstoppen in een web van dochterondernemingen buiten het zicht van beleggers om en een kunstmatig energietekort creëren en daar van profiteren. En de banken en accountants? Die profiteerden allemaal mee (accountantskantoor Arthur Andersen – dat failliet ging ten gevolgen van het Enron-schandaal – kreeg één miljoen dollar per week betaald om de bizar ondoorzichtige boekhouding goed te keuren). Het faillissement van Enron is dit jaar 20 jaar geleden, en is en blijft hét schoolvoorbeeld van hoe het in een bedrijf faliekant verkeerd kan gaan.

5. Inside Job (2010)

Door de wereldwijde financiële crisis die in 2008 in alle hevigheid losbarstte zijn miljoenen mensen hun spaargeld kwijtgeraakt, hebben mensen wereldwijd hun baan verloren en zijn talloze mensen – vooral in de Verenigde Staten – hun huis uitgezet en gedwongen in tenten te leven. Hoe is het zover gekomen? Deze vraag wordt beantwoord in de onthullende documentaire ‘Inside Job’. Consolidatie van de financiële sector (too big to fail). Ongereguleerde financiële producten, zoals derivaten. Accountantsfirma’s, rating agencies en toezichthouders die profiteren, maar niet ingrijpen… Alle oorzaken van de crisis komen voorbij en de maatregelen die NIET genomen zijn als respons op het falen. Het doel van regisseur Charles Ferguson met ‘Inside Job’ is simpel; de oorzaken en gevolgen van de crisis haarfijn uitleggen. Ferguson slaagt zeer goed in zijn doel, want de excessen die hij toont zijn zo wanstaltig dat ze je als kijker onmogelijk onverschillig kunnen laten. Daarmee is ‘Inside Job’ geweldig voor inzichtvorming, maar wel een film die je machteloos doet voelen.

4. Wall Street (1987)

De film ‘Wall Street’ van Oliver Stone is zinder twijfel dé finance film. De in brons gegoten citaten, zoals ‘greed’ — for lack of a better word — is good’, zijn misschien wel net zo bekend als ‘I’ll make him an offer he can’t refuse’ uit ‘The Godfather’. Toch staat de film niet bovenaan de lijst. Ooit – in de jaren 80′ – zou hij dat wel gestaan hebben, maar er zijn betere films verschenen sindsdien. Artistiek gezien is ‘Wall Street’ als film niet eens zo heel goed. Maar het Oscar-winnende optreden van Michael Douglas is zo legendarisch dat het de film ver overstijgt. Zijn Gordon Gekko is de vleesgeworden vertegenwoordiger van de hebzuchtcultuur van de financiële wereld uit de jaren 80′. Het tijdperk van de corporate raiders die bedrijven stuk maken gewoon omdat ze dat kunnen, en miljoenen verdienen over de rug van de duizenden arbeiders die door het financiële geweld het veld moeten ruimen. En laten we Charlie Sheen niet vergeten die – destijds pas 22 jaar – een glansrol neerzet naast Douglas. Zijn Bud Fox is het jonge, snel lerende broekie die, aangetrokken door de financiële genialiteit van Gekko, al snel al zijn familiewaarden verloochend voor het grote geld, de vrouwen en de cocaïne. Bijna 30 jaar na de release is ‘Wall Street’ nog altijd de klassieker waaraan iedereen als eerste aan zal denken als het gaat om financiële films. En daarmee is de vierde plek meer dan verdiend.

3. Glengarry Glenn Ross (1992)

‘Put that coffeepot down! Coffee is for closers only. You think I’m fucking with you? I’m not fucking with you.’ In de keiharde wereld van onroerend goed – waar je bronzen ballen voor nodig hebt – gaat het maar om één ding: ABC – Always Be Closing. Voor de vier verkopers op een vastgoedkantoor loopt de spanning hoog op wanneer de bazen een Jack Welch-achtige maatregel invoeren: de topverkoper krijgt een Cadillac en de verliezer krijgt de zak. Volgens de verkopers hangen hun kansen echter samen met de kwaliteit van de leads die ze krijgen, en die is al een tijd beroerd (‘The leads are weak? You are weak!’). Er zijn wel goede leads – de Glengarry leads – maar die willen de bazen niet geven. Die zijn alleen voor echte closers. ‘Glengarry Glenn Ross’ is een zeer scherp geschreven en geacteerd verbaal spektakel. Met een topcast: Al Pacino, Ed Harris, Jack Lemmon, Kevin Spacey en Alec Baldwin, die laatste in een film-stelende openingsscene.

2. The Wolf of Wall Street (2013)

Het levensverhaal van self-made miljonair Jordan Belfort, wiens passie voor geld niet onderdeed voor zijn lust naar drank, drugs en vrouwen. Meesterregisseur Marin Scorsese heeft de biografie van Belfort op dezelfde wijze verfilmd als hij dat eerder deed voor gangsters (in ‘GoodFellas’, ‘Casino’ en ‘The Departed’): met razendsnelle montage, voice-over en de glamoureuze levensstijl van de hoofdpersonen centraal. Als economie de studie is van hoe mensen kunnen krijgen wat ze willen, is ‘The Wolf of Wall Street’ de studie van mensen die ALLES willen hebben en grotendeels ook krijgen, totdat uiteindelijk de FBI een einde aan het feestje maakt. Deze film zal niet ieders smaak zijn vanwege de belangrijke rol die de excessen en het wangedrag spelen, zoals cocaïnegebruik, prostitueemisbruik en dwergwerpen, maar als je er in kunt komen is het ongetwijfeld wel de grappigste film over de financiële wereld ooit gemaakt. Met Oscarwaardige rollen voor Leonardo DiCaprio en Jonah Hill.

1. Margin Call (2011)

‘Margin Call’ toont ons de wereld van Wall Street voor de crisis van 2008, en zoals hij verbijsterend genoeg nog steeds is. De corporate schurken van tegenwoordig handelen in bizar complexe gedereguleerde financiële producten die de CEO’s van zakenbanken zelf niet eens volledig begrijpen. De film begint aan de vooravond van de grootste crisis ooit. Een risk werknemer ontdekt min of meer toevallig dat de financiële rommel (gebundelde waardepapieren) die ze op de balans hebben staan heel snel zijn astronomische waarde zal verliezen. Deze waardedaling zal het einde betekenen voor de investeringsbank. De Raad van Bestuur komt bij elkaar met aan het hoofd de meedogenloze CEO John Tuld (Jeremy Irons). Hij geeft aan dat dit de grote klap wordt voor Wall Street die hij al tijden ziet aankomen. Omdat hij toch wil blijven voortbestaan met zijn bank, geeft hij hoofd Sales Sam Rogers (Kevin Spacey) de opdracht een bliksemverkoop te organiseren. Hiermee hoopt hij alle rommel van zijn balans te krijgen voordat de concurrentie door heeft wat er aan de hand is…

‘Margin Call’ fascineert met een beeld van de financiële sector dat volledig accuraat voelt. De cultuur van deze bank, die prima model kan staan voor één van de bekende vijf (Merrill Lynch, Morgan Stanley, Bear Stearns, Goldman Sachs en Lehman Brothers) is giftig, maar voldoet wel steeds aan de spelregels van het kapitalisme. Dat maakt ook dat de grote slechterik van het verhaal eigenlijk niks verweten kan worden. Hij doet waar hij voor is ingehuurd door de aandeelhouders, breekt geen regels en verkoopt de giftige bezittingen aan handelaren als hemzelf. In een kapitalistische visie kun je het hem niet kwalijk nemen dat hij zijn informatievoordeel uitnut. Of dat hij een bonus opstrijkt van 86 miljoen dollar. Nee, het is niet ethisch, maar je kunt er niks aan doen als je het vrije markt principe ondersteunt. Verontrustende, maar geniale film.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op LinkedIn

De opkomst van geld (3)

Door Jeppe Kleijngeld

The Ascent of Money
The Ascent of Money - DVD

Documentaire, 2008
Regie: Adrian Pennick
Script/presentator: Niall Ferguson (gebaseerd op zijn boek)

In de documentaire The Ascent of Money laat professor Niall Ferguson ons zien waar geld vandaan komt. Zie ook Deel 1 – De opkomst van banken en Deel 2 – De opkomst van obligatiemarkten.

Deel 3 – De opkomst van aandelenmarkten

Het derde deel van Niall Ferguson’s documentaire over de opkomst van geld begint in Amsterdam. Jawel, Nederland is de grondlegger van de ‘Company’ met de Verenigde Oost Indische Compagnie. Om schaalvoordeel te bereiken in de wereldhandel werden verschillende kleine ondernemingen samengevoegd tot de VOC in 1602. Deze multinational verdiende veel geld met de import van specerijen uit Azië. Die werden gebruikt om voedsel te conserveren en smaak te geven. De VOC is ook het eerste bedrijf ter wereld dat aandelen uitgaf aan investeerders. Deze konden investeerders op een gegeven moment niet langer voor geld inwisselen, maar moesten ze doorverkopen aan andere investeerders. De uitvinding van de aandelenmarkt, die zich kenmerkt door het perfecte evenwicht van vraag en aanbod, was een feit.

John Law was een Schotman, die in zijn thuisland ter dood was veroordeeld. Hij vluchtte naar Amsterdam en raakte daar geïnspireerd door de dynamische handel en financiële innovaties. Hij besloot naar Frankrijk te vertrekken dat in zware financiële moeilijkheden verkeerde. Law richtte in Parijs een bank op waar hij de enorme staatschuld van Frankrijk consolideerde in waardepapieren. Driekwart van het kapitaal van deze privébank bestond uit Frans schuldpapier. In 1717 kocht Law vervolgens de Mississippi Company, een multinational zoals de VOC die een monopolie hield in de Franse koloniën in Noord Amerika en West Indië.

De handel in aandelen van de Mississippi Company ging als een dolle. Law beloofde investeerders gouden bergen. Landbouwgoederen uit het vruchtbare land van Mississippi zouden via de nieuwe havenstad New Orleans (vernoemd naar toenmalige Franse heerser de hertog van Orléans) naar Frankrijk worden verscheept. Door het vertrouwen van beleggers in dit bedrijf werd de waarde van het aandeel opgedreven. Omdat de prijs omhoog ging, wilden investeerders meer aandelen kopen. Feitelijk was het een Ponzi schema, waarin nieuwe investeerders (‘sukkels’) betaald krijgen uit de opbrengsten van eerdere investeerders. Alleen kregen investeerders in het geval van de Mississippi Company betaald in nieuwe aandelen. Een gigantische bubbel – de eerste op de aandelenmarkten ooit – vormde zich. Law zou snel een belangrijke les in Finance leren: de bomen groeien niet tot in de hemel.

The AoM 3 - De opkomst van aandelen

Het probleem dat Law had was dat het niet lukte om koloniebewoners in Mississippi te krijgen. 80 procent van de Franse kolonisten stierven in het moerasland aan gele koorts of uithongering. In Frankrijk verspreide zich geruchten dat het niet zo goed ging met de Mississippi Company en de aandelenprijs daalde. Toen Law vervolgens de prijs van het aandeel verlaagde was het hek van de dam. Het aandeel verloor 90 procent van zijn waarde en Law – de rijkste man van Frankrijk – vluchtte naar Venetië waar hij zich tot zijn dood in 1729 bezig hield met brieven schrijven vol zelfrechtvaardiging en gokken.

Mensen leren blijkbaar erg weinig van de geschiedenis, want de ‘bubbel’ zou vaak terugkomen op de aandelenmarkten. Wanneer er hebzucht in het spel is, vergeten mensen al snel dat je met ‘financial engerinering’ zoals John Law het toepaste geen echte waarde creëert, maar een zeepbel. De volgende bubbel die Ferguson laat zien is die van 1929. Deze leidde tot een enorme economische depressie waarin een kwart van de werkzame bevolking in de Verenigde Staten werkloos raakte. Hoe kan een bubbel ontstaan. Het heeft alles te maken met psychologie. De aandelenmarkten zijn afspiegelingen van de menselijke psyche en daarom komen mood swings voor. Euforie kan omslaan in wanhoop en zodra angst toeslaat wordt rationeel denken overweldigd en kan een complete breakdown plaatsvinden.

Neem Enron, voor het jaar 2000 een favoriet beursbedrijf met een omzet van 111 miljard dollar. De missie van oprichter Ken Lay was de energiehandel compleet vernieuwen. Enron begon een energiebank om de distributie te verzorgen van vraag en aanbod in energie. Enron en het aandeel floreerde, maar achter de schermen vonden kwalijke zaken plaats. De prijs van energie werd kunstmatig opgedreven door bewust stroomuitval te veroorzaken. Ook werd er gegoocheld met de boekhouding. Schulden verdwenen van de balans in zogeheten Special Purpose Entities. Het bestuur van Enron moest ieder jaar meer rookgordijnen opwerpen. Toen het spel bijna voorbij was, deelden ze nog even snel bonussen uit aan het topmanagement. Na het faillissement van Enron bleek 25 miljard dollar verstopt te zitten. De bestuurders van Enron konden lange gevangenisstraffen tegemoet zien. Ken Lay stierf aan een hartaanval voordat hij veroordeeld kon worden.

Het verhaal van Enron had een staart. Een gigantische staart. In 2008 kwam bij het uitbreken van de grootste crisis aller tijden aan het licht, dat het frauduleuze bedrijf een pionier is geweest in het buiten de balans onderbrengen van schulden. Alle grote financiële spelers hebben zich hier vervolgens schuldig aan gemaakt. Het gevolg? Juist, een ongekend grote bubbel.

’Kunnen we niets doen om ons te beschermen tegen deze bubbelvorming en turbulentie?’ vraagt Ferguson aan het einde van dit hoofdstuk. Dat komt aan bod in het volgende deel van The Ascent of MoneyDe opkomst van verzekeren.