De opkomst van geld (6)

Door Jeppe Kleijngeld

The Ascent of Money
The Ascent of Money - DVD
Documentaire, 2008
Regie: Adrian Pennick
Script/presentator: Niall Ferguson (gebaseerd op zijn boek)

In de documentaire The Ascent of Money laat professor Niall Ferguson ons zien waar geld vandaan komt. Zie ook Deel 1 – De opkomst van banken, Deel 2 – De opkomst van obligatiemarkten, Deel 3 – De opkomst van aandelenmarkten, Deel 4 – De opkomst van verzekeren en Deel 5 – De opkomst van de huizenmarkt.

Deel 6 – Globalisering

In het laatste deel van de documentaire The Ascent of Money staat professor Niall Ferguson stil bij globalisering. De eerder besproken fenomenen banken, obligaties, aandelen, verzekeringen, derivaten en vastgoedbeleggingen zijn allen uitvindingen uit Europa en de Verenigde Staten die zich snel over de wereld verspreid hebben. Reeds in de 19de eeuw was er al sprake van global finance. Ferguson wijst vooral op het gevaar hiervan, want finance is geen exacte wetenschap en dus kan politieke instabiliteit een wereldwijde schokgolf teweeg brengen.

Dit gebeurde in 1914 toen Frans Ferdinand, de aartshertog van Oostenrijk-Este, werd vermoord. Dit was de aanleiding voor de eerste wereldoorlog. Toen de eerste tekenen van het conflict zich openbaarden, werden investeerders bang dat buitenlandse debiteuren hun leningen niet meer terug zouden betalen. Binnen de kortste keren lag het hele globale financiële systeem op zijn gat.

Wat te doen aan deze instabiliteit? In de tijden dat het Britse conglomeraat Jardines nog grote hoeveelheid opium verkocht in het China van de 19de eeuw, stuurde de Britse overheid gewoon een paar oorlogsschepen naar China als de Chinese overheid moeilijk begon te doen. In de huidige ‘beschaafde’ tijd moeten het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank stabiliteit bieden als landen in conflict raken. Bijvoorbeeld wanneer een land schulden niet kan afbetalen. Via leningen en een aflossingsplan wordt dan een oplossing geboden aan de betrokken landen.

Maar in bepaalde zin nog veel invloedrijker zijn de kapitaalkrachtige hedge funds. De onbekroonde koning van de hedge funds is George Soros, die veel geld verdient door short te gaan op bedrijven en overheden. Zo nam hij in 1992 een short positie in op de devaluatie van de Britse Pond-Sterling en verdiende daar een miljard pond aan. Soros verdient, met andere woorden, aan de verliezers binnen het economische systeem. Hij weet dat dit systeem van vraag en aanbod nooit stabiel kan zijn, omdat prijzen simpelweg menselijke emoties reflecteren die in luttele seconden van optimistisch naar pessimistisch kunnen omslaan. Hij profiteert van de booms en busts die dit tot gevolg heeft, vooral de busts.

the-aom-6-globalisering

In de jaren 70’ komt er ook een nieuw soort investeerder bij: de quants. Dit zijn wiskundigen die kwantitatieve risicomodellen gebruiken om geld te verdienen op de financiële markten. Bekende quants zijn Robert Merton en Myron Scholes die begin jaren 90’ de investeringsfirma Long Term Capital Management oprichten. Ze verwierven bekendheid met hun ‘black box’, een methode om de prijs van opties te berekenen. Zelf verdienden ze bakken geld door te speculeren met hun wiskundige modellen. Ze dachten dat hun model waterdicht was, maar in 1998 verloren ze binnen enkele maanden 4,6 miljard dollar na het uitbreken van de Russische financiële crisis.

Waar ging het mis? Hier zijn twee redenen voor legt Ferguson uit:
1. Mensen zijn emotionele wezens en kunnen zich precies hetzelfde gedragen als een kudde wilde buffels.
2. Merton en Scholes hadden slechts voor vijf jaar aan data over financiële markten in hun risicomodel opgesloten. Hierdoor hadden ze geen van de grote aandelencrashes meegenomen. Ze hadden, zoals vele anderen die in The Ascent of Money voorbij komen, niet geleerd van de geschiedenis van finance.

Het laatste stuk van deze episode over globalisering gaat over Chimerica, de ongemakkelijke relatie tussen de VS en China. Sinds 2000 gaat er voor het eerst in de wereldgeschiedenis meer geld van oost naar west dan omgekeerd. De Chinezen hebben decennialang veel gespaard, dus kunnen ze veel uitlenen. Het probleem dat Ferguson beschrijft is dat des te meer kapitaal de Chinezen bereid zijn uit te lenen aan de VS, des te meer de Amerikanen willen lenen. Zie hier het begin van de subprime crisis, waarbij hypotheken verstrekt zijn aan NINJA’s (No Income, No Job, No Assets). Maar waar deze crisis in de VS leidde tot een grote recessie, bleef de economie in China groeien met 10 procent per jaar.

Kijkend naar de geschiedenis – met name de relatie tussen Engeland en Duitsland – voorziet Ferguson daarom een toekomstig conflict tussen de VS en China. Crises komen net als zwarte zwanen niet vaak voor, besluit Ferguson. Ze komen zelfs zo weinig voor dat de mensen die banken, bedrijven en fondsen leiden ze nooit hebben meegemaakt in hun leven. Hier komt het chronische gebrek van de mensheid vandaan om te leren van de geschiedenis.

De opkomst van geld (4)

Door Jeppe Kleijngeld

The Ascent of Money
The Ascent of Money - DVD

Documentaire, 2008
Regie: Adrian Pennick
Script/presentator: Niall Ferguson (gebaseerd op zijn boek)

In de documentaire The Ascent of Money laat professor Niall Ferguson ons zien waar geld vandaan komt. Zie ook Deel 1 – De opkomst van banken, Deel 2 – De opkomst van obligatiemarkten en Deel 3 – De opkomst van aandelenmarkten.

Deel 4 – De opkomst van verzekeren

Een belangrijk aspect van finance is risk. Hoe kunnen we ons verzekeren tegen rampspoed zoals de overstroming in New Orleans? Weinig tot niets, zo blijkt uit deel 4 van The Ascent of Money. De St. Bernard Parochie in New Orleans heeft nog maar de helft van het aantal oorspronkelijke inwoners over omdat huizen niet meer te verzekeren zijn.

Waar komt het idee van verzekeren vandaan? Misschien is het omdat het er altijd slecht weer is, maar het eerste verzekeringsfonds komt uit Schotland. Robert Wallace en Alexander Webster begonnen een verzekeringsplan voor de weduwen van de dominees van de Schotse kerk mocht ze iets overkomen. Ferguson toont oude rekenmodellen die ze gebruikten om uit te rekenen wat hun levensverwachting was, dus hoeveel geld ze nodig hadden. De beschikbare premies investeerden ze succesvol in het bedrijfsleven.

Er waren alleen mensen in de maatschappij voor wie private verzekeringen te duur waren. Ook die mensen hebben geld nodig voor hun pensioen, een minimum inkomen bij ziekte en een bedrag voor hun familie als ze overlijden. De oplossing bleek de welvaartstaat, ook bekend als de verzorgingstaat, die zijn oorspong heeft in Japan. De Japanners gebruikten het alleen om soldaten te werven voor hun oorlogen. Na de verwoesting van de Tweede Wereldoorlog bleek het systeem echter onbetaalbaar toen een derde van de bevolking dakloos was geworden na vernietigende bombardementen van de Amerikanen.

The AoM 4 - De opkomst van verzekeren

De welvaartstaat in Japan werd hervormd tot nationaal vangnet met zaken als gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid en sociale zekerheid geregeld door de Staat. Dit ging lange tijd goed en Japan werd een schoolvoorbeeld voor de rijke, geïndustrialiseerde wereld. Echter, het systeem bleek gebaseerd op de hoge economische groeiverwachtingen van het land en die bleken niet uit te komen. Hier komt het fundamentele probleem van verzekeren duidelijk naar voren; de toekomst is zeer onvoorspelbaar. In Japan zorgde de lage economische groei en oplopende vergrijzing ervoor dat het systeem niet meer werkte. Een nog groter probleem was dat de beloningen voor hard werkende mensen werden weggenomen en uitgedeeld aan diegene die onvoldoende bijdroegen. Stagflatie was het resultaat: een zeer traag groeiende productie per hoofd van de bevolking gekoppeld aan oplopende inflatie. In veel Westerse landen gebeurde hetzelfde.

Nobelprijswinnaar Milton Friedman kwam met een oplossing voor de falende welvaartstaat. Hij gebruikte Chili als laboratorium om het pensioenstelsel te hervormen. Werknemers kregen de keuze tussen het staatspensioenfonds of over te schakelen naar een privé pensioenfonds. 80 procent koos voor het laatste en de met elkaar concurrerende fondsen wisten de premies zeer succesvol te investeren in de Chileense economie.

Het laatste onderwerp in dit deel van de documentaire is ‘hedgen’, iets dat weinigen echt begrijpen. Hedgen is een methode om risico’s af te dekken, maar wordt ook vaak gebruikt om winsten te maken. Iedereen kent de verhalen van stinkend rijke hedgefund managers. Hedgen heeft zijn oorspong gek genoeg in de agrarische sector. Boeren spraken van te voren een bodemprijs af voor hun landbouwproducten en afnemers een plafondprijs. Dit verschafte beide partijen zekerheid. Deze vorm van hedgen is vervolgens geëvolueerd tot de complexe beleggingsproducten ‘derivaten’. Een derivaat is een financieel product waarvan de prijs afhankelijk is van de waarde van een gerelateerd onderliggend (financieel) product. Dat kunnen aandelen zijn, of olie, valuta of rente- en kredietproducten. Met een derivaat in bezit heb je een plicht (future) of een recht (optie) om het onderliggende product op een bepaald moment in de toekomst te kopen of verkopen. Topbelegger Warren Buffett noemde derivaten ‘weapons of mass destruction’.

Hedgefund manager Kenneth Griffin (oprichter en CEO van Citadel LLC), wiens salaris in 2007 zo’n 700 miljoen dollar bedroeg, vertelt het geheim van zijn investeringsfirma in het gokken met derivaten. Niks blijft ooit zoals het is en zijn mensen moeten intuïtief weten wat er gaat gebeuren – of niet gebeuren. Wiskundige ondersteuning is belangrijk omdat die aantoont dat je een probleem begrijpt, maar het intuïtieve gevoel is het belangrijkste dat er is voor een hedgefund dat waarde zoekt in het economische systeem.

Dat het speculeren met derivaten en dergelijke producten ook zeer gevaarlijk kan zijn bewijst de ondergang van verzekeraar AIG, die tijdens het hoogtepunt van de kredietcrisis gered moest worden door de Centrale Bank en Amerikaanse overheid. Mensen zijn zich ondertussen weer ‘veilig’ gaan verzekeren tegen slecht weer in de toekomst. In hun huizen. Dit is het onderwerp van het volgende deel van The Ascent of Money.

De opkomst van geld (3)

Door Jeppe Kleijngeld

The Ascent of Money
The Ascent of Money - DVD

Documentaire, 2008
Regie: Adrian Pennick
Script/presentator: Niall Ferguson (gebaseerd op zijn boek)

In de documentaire The Ascent of Money laat professor Niall Ferguson ons zien waar geld vandaan komt. Zie ook Deel 1 – De opkomst van banken en Deel 2 – De opkomst van obligatiemarkten.

Deel 3 – De opkomst van aandelenmarkten

Het derde deel van Niall Ferguson’s documentaire over de opkomst van geld begint in Amsterdam. Jawel, Nederland is de grondlegger van de ‘Company’ met de Verenigde Oost Indische Compagnie. Om schaalvoordeel te bereiken in de wereldhandel werden verschillende kleine ondernemingen samengevoegd tot de VOC in 1602. Deze multinational verdiende veel geld met de import van specerijen uit Azië. Die werden gebruikt om voedsel te conserveren en smaak te geven. De VOC is ook het eerste bedrijf ter wereld dat aandelen uitgaf aan investeerders. Deze konden investeerders op een gegeven moment niet langer voor geld inwisselen, maar moesten ze doorverkopen aan andere investeerders. De uitvinding van de aandelenmarkt, die zich kenmerkt door het perfecte evenwicht van vraag en aanbod, was een feit.

John Law was een Schotman, die in zijn thuisland ter dood was veroordeeld. Hij vluchtte naar Amsterdam en raakte daar geïnspireerd door de dynamische handel en financiële innovaties. Hij besloot naar Frankrijk te vertrekken dat in zware financiële moeilijkheden verkeerde. Law richtte in Parijs een bank op waar hij de enorme staatschuld van Frankrijk consolideerde in waardepapieren. Driekwart van het kapitaal van deze privébank bestond uit Frans schuldpapier. In 1717 kocht Law vervolgens de Mississippi Company, een multinational zoals de VOC die een monopolie hield in de Franse koloniën in Noord Amerika en West Indië.

De handel in aandelen van de Mississippi Company ging als een dolle. Law beloofde investeerders gouden bergen. Landbouwgoederen uit het vruchtbare land van Mississippi zouden via de nieuwe havenstad New Orleans (vernoemd naar toenmalige Franse heerser de hertog van Orléans) naar Frankrijk worden verscheept. Door het vertrouwen van beleggers in dit bedrijf werd de waarde van het aandeel opgedreven. Omdat de prijs omhoog ging, wilden investeerders meer aandelen kopen. Feitelijk was het een Ponzi schema, waarin nieuwe investeerders (‘sukkels’) betaald krijgen uit de opbrengsten van eerdere investeerders. Alleen kregen investeerders in het geval van de Mississippi Company betaald in nieuwe aandelen. Een gigantische bubbel – de eerste op de aandelenmarkten ooit – vormde zich. Law zou snel een belangrijke les in Finance leren: de bomen groeien niet tot in de hemel.

The AoM 3 - De opkomst van aandelen

Het probleem dat Law had was dat het niet lukte om koloniebewoners in Mississippi te krijgen. 80 procent van de Franse kolonisten stierven in het moerasland aan gele koorts of uithongering. In Frankrijk verspreide zich geruchten dat het niet zo goed ging met de Mississippi Company en de aandelenprijs daalde. Toen Law vervolgens de prijs van het aandeel verlaagde was het hek van de dam. Het aandeel verloor 90 procent van zijn waarde en Law – de rijkste man van Frankrijk – vluchtte naar Venetië waar hij zich tot zijn dood in 1729 bezig hield met brieven schrijven vol zelfrechtvaardiging en gokken.

Mensen leren blijkbaar erg weinig van de geschiedenis, want de ‘bubbel’ zou vaak terugkomen op de aandelenmarkten. Wanneer er hebzucht in het spel is, vergeten mensen al snel dat je met ‘financial engerinering’ zoals John Law het toepaste geen echte waarde creëert, maar een zeepbel. De volgende bubbel die Ferguson laat zien is die van 1929. Deze leidde tot een enorme economische depressie waarin een kwart van de werkzame bevolking in de Verenigde Staten werkloos raakte. Hoe kan een bubbel ontstaan. Het heeft alles te maken met psychologie. De aandelenmarkten zijn afspiegelingen van de menselijke psyche en daarom komen mood swings voor. Euforie kan omslaan in wanhoop en zodra angst toeslaat wordt rationeel denken overweldigd en kan een complete breakdown plaatsvinden.

Neem Enron, voor het jaar 2000 een favoriet beursbedrijf met een omzet van 111 miljard dollar. De missie van oprichter Ken Lay was de energiehandel compleet vernieuwen. Enron begon een energiebank om de distributie te verzorgen van vraag en aanbod in energie. Enron en het aandeel floreerde, maar achter de schermen vonden kwalijke zaken plaats. De prijs van energie werd kunstmatig opgedreven door bewust stroomuitval te veroorzaken. Ook werd er gegoocheld met de boekhouding. Schulden verdwenen van de balans in zogeheten Special Purpose Entities. Het bestuur van Enron moest ieder jaar meer rookgordijnen opwerpen. Toen het spel bijna voorbij was, deelden ze nog even snel bonussen uit aan het topmanagement. Na het faillissement van Enron bleek 25 miljard dollar verstopt te zitten. De bestuurders van Enron konden lange gevangenisstraffen tegemoet zien. Ken Lay stierf aan een hartaanval voordat hij veroordeeld kon worden.

Het verhaal van Enron had een staart. Een gigantische staart. In 2008 kwam bij het uitbreken van de grootste crisis aller tijden aan het licht, dat het frauduleuze bedrijf een pionier is geweest in het buiten de balans onderbrengen van schulden. Alle grote financiële spelers hebben zich hier vervolgens schuldig aan gemaakt. Het gevolg? Juist, een ongekend grote bubbel.

’Kunnen we niets doen om ons te beschermen tegen deze bubbelvorming en turbulentie?’ vraagt Ferguson aan het einde van dit hoofdstuk. Dat komt aan bod in het volgende deel van The Ascent of MoneyDe opkomst van verzekeren.

De opkomst van geld (2)

Door Jeppe Kleijngeld

The Ascent of Money
The Ascent of Money - DVD

Documentaire, 2008
Regie: Adrian Pennick
Script/presentator: Niall Ferguson (gebaseerd op zijn boek)

In de documentaire The Ascent of Money laat professor Niall Ferguson ons zien waar geld vandaan komt. Zie ook Deel 1 – De opkomst van banken.

Deel 2 – De opkomst van obligatiemarkten

Een obligatie is een verhandelbaar schuldbewijs voor een lening die door een overheid, een onderneming of een instelling is aangegaan. Als een bedrijf geld nodig heeft kan het door het uitgeven van een obligatielening aan de financiering komen. De koper van de obligatie ontvangt van de uitgever rentevergoeding (Bron: Wikipedia).

Net als de banken, vinden ook de overheidsobligaties hun oorsprong in de Renaissance. De uitgifte van obligaties heeft van origine van alles te maken met het financieren van oorlogen. Omdat overheden altijd meer uitgeven dan ze met belastingen binnen kunnen halen, hadden ze een nieuw instrument nodig om dure projecten – zoals hun kostbare oorlogen – te financieren. De stad Florence liet burgers via obligaties investeren in hun oorlogen.

Een van de eerste kapitalisten die het speculeren op staatsobligaties naar nieuwe hoogten bracht was de gewiekste Duits Joodse bankier Nathan Rothschild van de bekende Rothschild familie. Hij speelde begin 19de eeuw een grote rol in de financiering van de oorlog van de Duke of Wellington tegen Napoleon. Na de overwinning van de Engelsen op Napoleon bij Waterloo, investeerde hij enorme bedragen in Engelse staatsobligaties. Een goede gok, want het leverde hem een jaar later 600 miljoen US-dollars winst op. De strategie van de Rothschild’s was geënt op de verspreiding van de Rothschild broers over de belangrijkste financiële centra in Europa destijds: Parijs, Frankfurt, London en Amsterdam. Wanneer ergens prijzen stegen of daalden konden de broers ter plekke direct in actie komen.

The AoM 2 - De opkomst van obligaties

Ook in de Amerikaanse burgeroorlog werden obligaties gebruikt om de legers van de Zuiderlingen te financieren. Om de obligaties aantrekkelijk te maken voor beleggers werd katoen ingezet als onderpand. Mocht onverhoopt de rente niet betaald kunnen worden, konden de beleggers nog altijd katoen claimen als betaling. Het ging echter gruwelijk mis. De Zuiderlingen hadden het uitgangspunt dat Engeland en Frankrijk hun katoen nodig hadden en ze daarom zouden helpen de oorlog te financieren via de obligaties. Ze overschatte echter de afhankelijkheid van Engeland en Frankrijk. Nadat de Zuiderlingen de levering van katoen had stopgezet om schaarste te creëren, begon Engeland het te importeren uit Egypte en India. De prijs van katoen daalde dramatisch en de economie in de slavenstaten van Amerika crashte, zodat ze geen geld meer hadden voor oorlogstuig en soldaten.

Een ander belangrijk figuur in de obligatiewereld is Bill Gross, Mr. Bond genoemd door Ferguson. Gross runt PIMCO (Pacific Investment Management Company), een van de grootste obligatiefondsen ter wereld (2 triljoen in beheer in 2012). Hij verdient goed geld aan de juiste beleggingen in staatsobligaties en de rendementen die dat oplevert. Het enige waar hij bang voor is, is inflatie. Wanneer de rentevergoeding op een staatsobligatie 5 procent is, maar de inflatie met 10 procent toeneemt, loopt de belegger 5 procent achter op de inflatie.

Een beroemd voorbeeld hiervan is Argentinië in 1989. De overheid had zoveel obligaties uitgegeven om oorlogen te financieren dat hyperinflatie optrad. Prijzen stegen met tientallen procenten per week. Soms veranderde de prijzen in supermarkten meerdere malen per dag. De uiteindelijke jaarlijkse inflatie bereikte 12.000 procent. Dit leiden tot hevige protesten en opstanden.

Tot zover de obligatiemarkten. Het volgende hoofdstuk is: De opkomst van aandelenmarkten