De nieuwe economische wereldorde: Deel 2

Het economische wonder van de afgelopen veertig jaar is zonder twijfel China. Het land maakte de sprong van arm, agrarisch gebied naar moderne economische supermacht – sneller dan welk ander land ook in de geschiedenis. “De Verenigde Staten hebben nu een serieus probleem”, zegt econoom Richard Wolff. “Een echte, serieuze economische concurrent.”

Vergelijk het bruto binnenlands product (bbp) – de totale waarde van alle goederen en diensten die binnen de landsgrenzen worden geproduceerd. Het bbp van de VS – nog altijd de grootste economie – bedroeg in 2023 zo’n 27 à 28 biljoen dollar. Ter vergelijking: Rusland kwam datzelfde jaar uit op slechts 2 biljoen dollar. Rusland is nooit een economische uitdager van betekenis geweest. China daarentegen had in 2023 een bbp van bijna 18 biljoen dollar.

China is er nog niet, maar komt snel dichterbij. De economische groei van China ligt structureel hoger dan die van de VS. Naar verwachting zal China de Amerikaanse economie al in het komende decennium voorbijstreven. Op vrijwel alle terreinen waarop de VS vooroplopen – technologie, kunstmatige intelligentie, elektrisch rijden – heeft China een evenwaardige of zelfs indrukwekkendere tegenhanger ontwikkeld.

Het Chinese groeiverhaal is het meest indrukwekkende economische succesverhaal in de moderne geschiedenis. Het valt niet te negeren, ook al roept het ongemak op. Hoe heeft China dit voor elkaar gekregen?

De Chinese Communistische Partij (CCP) greep op 1 oktober 1949 de macht, met de oprichting van de Volksrepubliek China. In de jaren zestig vond er een breuk plaats met de Sovjet-Unie, omdat China een eigen visie had op economische ontwikkeling.

Het belangrijkste verschil? Waar in de Sovjet-Unie de staat alle grote industrieën bezat, koos China voor een hybride model: ongeveer de helft van de industrie is in staatshanden, de andere helft is privaat eigendom. Deze unieke combinatie van socialisme en kapitalisme heeft tot opmerkelijke resultaten geleid.

Sinds de jaren zeventig heeft China zijn markt geleidelijk opengesteld voor westerse bedrijven. In ruil voor toegang tot goedkope arbeid en een groeiende afzetmarkt, hebben die bedrijven hun technologie en kennis gedeeld – iets waar China gretig van heeft geprofiteerd.

Ook in de recente handelsoorlog met Trump, waarin hij zijn hand heeft overspeeld, toont China zich strategisch. Terwijl Trump wereldwijd bruggen verbrandt, reist de Chinese president Xi actief de wereld over om relaties aan te halen – in Azië, Afrika en Europa.

Daarnaast biedt China lagere rentevoeten dan de VS, wat het land een sterke financiële positie geeft. Wie de wereld kan financieren, verwerft geopolitieke invloed. Lange tijd was dat de rol van de Verenigde Staten – maar nu is China bezig die positie over te nemen. Het land investeert op grote schaal in buitenlandse bedrijven en infrastructuur, en breidt zijn invloedssfeer voortdurend uit.

De Chinese leiders hebben een duidelijke langetermijnvisie uitgesproken: in 2049 – het honderdjarig bestaan van de Volksrepubliek – wil China wereldwijd erkend worden als economische supermacht. Die ambitie omvat zowel technologische dominantie als economische superioriteit ten opzichte van de westerse industrielanden. De hervormingen die in 1978 zijn ingezet, vormen de basis voor deze opmars. En inmiddels zijn ze hard op weg hun doelen te verwezenlijken.

De wereldorde verschuift – niet plots, maar gestaag. Terwijl het Westen worstelt met interne verdeeldheid en stilstand, zet China met ijzeren discipline en strategisch beleid koers richting de toekomst. Het wordt tijd dat we dit niet langer als dreiging zien, maar als een realiteit die om visie en aanpassing vraagt.

De nieuwe economische wereldorde: Deel 1

De wereld bevindt zich momenteel op een keerpunt. De Verenigde Staten staan aan het einde van een tijdperk van tachtig jaar waarin het land de economische supermacht was. Het is nog steeds de grootste economie ter wereld – maar hoe lang nog?

De handelsoorlog die door Trump werd ontketend, is volgens econoom Richard Wolff geen teken van kracht, maar van wanhoop. “Economische oorlog verklaren aan de hele wereld – wie doet dat? China in elk geval niet. Natuurlijk blijft de VS een grote speler, maar haar relatieve positie is al geruime tijd aan het verzwakken.”

Na de Tweede Wereldoorlog lagen veel Europese landen in puin, verwoest door de strijd. De Verenigde Staten namen toen het economische leiderschap over. Maar dat was geen stabiele situatie – landen krabbelen namelijk altijd weer op. Eerst deden de Duitsers dat, daarna de Japanners. En toen – verrassend voor sommigen – was het China. Inmiddels is China de grote rivaal van de VS in de strijd om economische dominantie.

De VS beseffen dat, maar verkeren in ontkenning. In het hoofd van veel Amerikanen zijn zij nog altijd het machtigste land ter wereld. Het idee dat die macht relatief afneemt – en dat ze over tien of twintig jaar misschien niet langer de grootste economie zijn – is moeilijk te bevatten, laat staan te accepteren.

Trump is een symptoom van een dieperliggend probleem: de greep van het bedrijfsleven op de politiek, de gigantische staatsschuld van 35 biljoen dollar, de toenemende ongelijkheid, en nu – onder Trump – de versnelde afglijdende beweging richting een schurkenstaat: een instabiel, corrupt land met een uitgeholde democratie, verbroken internationale relaties en een diepe sociale crisis.

Richard Wolff uit stevige kritiek op zowel Trump als de Democraten, omdat zij het probleem onvoldoende adresseren. “Je kunt het niet terugdraaien. Maar als president kun je het wel bespreekbaar maken en mensen uitleggen wat er aan de hand is. Maar ja, mensen willen niets horen over instortende imperia, dus zwijgen politici er liever over.”

Trump blijft doen alsof hij de spelregels bepaalt, maar andere landen spelen niet meer mee. De VS hebben simpelweg niet langer de macht om hun wil op te leggen – en daarom slaagt Trump er niet in om nieuwe handelsdeals te sluiten. China buigt niet, maar laat zien wat het geworden is: een volwaardig alternatief voor de VS.

Het economische succes van Amerika leunt nu vooral op de technologiesector, met de meest dominante techbedrijven ter wereld. Maar die voorsprong is niet vanzelfsprekend of blijvend. Andere landen – vooral China – zitten niet stil.

De VS beschikt ook nog over de dollar als wereldwijde reservemunt, maar ook die positie is niet onaantastbaar. Zoals eerder genoemd, neemt het mondiale gewicht van de VS af. Daarnaast voert het land een volkomen onverantwoord fiscaal beleid, en is de Amerikaanse financiële sector opmerkelijk primitief ingericht. Deze factoren samen zullen uiteindelijk het einde inluiden van de dominantie van de dollar – en daarmee het proces versnellen waarin de VS haar rol als leidende wereldeconomie verliest.

De nieuwe economische wereldorde dient zich al aan. De overgang zal onrustig en grillig zijn, maar is onvermijdelijk. In het volgende deel zal ik inzoomen op de ontwikkeling van China.

Carl Gustav Jung #3: Alchemie

Lees ook: Carl Gustav Jung #2: Psyche en materie

In de jaren 30 van de vorige eeuw bestudeerde Jung de alchemie en kwam tot een analogie tussen de begrippen uit deze oude tak van de natuurfilosofie en zijn psychologie. Archetypische symbolen speelden een grote rol in de alchemie en dat was wat de beroemde psychiater er zo in aansprak.

In het tijdperk waarin Jung leefde, en ook nog in onze huidige maatschappij, bekijken de meeste mensen de wereld op een objectieve, wetenschappelijke manier. De connectie met het collectieve onbewuste – dat zich uitdrukt in symboliek – is verloren gegaan. Volgens Jung en zijn discipelen is dat de oorzaak van de vele neurosen waar de mensheid mee kampt.

De alchemie herkende de archetypische beelden en het belang daarvan voor de mensheid. Jung moest wennen aan de bizarre beeldtaal van de alchemisten, maar vond er uiteindelijk verborgen betekenis in. Wat hij ontdekte in de beelden waren de vele tegenstellingen die voortkomen uit het onbewuste: de diepte en hoogte, moord en liefde, licht en duisternis. Hij vond alle stadia van groei en verval, verstarring en transformatie, weerspiegeld in de rijke alchemistische symboliek.

Onze hedendaagse wetenschap is onovertroffen als het gaat om het creëren van de meest ingenieuze technologische toepassingen, maar de alchemie, de middeleeuwse voorloper van de hedendaagse wetenschap, was superieur in het mentale aspect; de connectie met de archetypische onderstroom. Newton, met wie de moderne wetenschap begon, was een groot kenner van de alchemistische kennis en nam deze zeer serieus. Het ontzielde wetenschappelijke wereldbeeld is niet met hem begonnen, maar wel met zijn wetenschappelijke ontdekkingen.

Alchemie heeft als grondbeginsel dat alles met elkaar in verbinding staat. De macrokosmos en microkosmos zijn verbonden en de mens staat in het midden daarvan. In het boek van Hermes – de bijbel van de alchemisten – was de mens in het begin nog een met God, maar daalde hij uit nieuwsgierigheid af naar de aarde, de verwarrende wereld van de materie. Er bloeide liefde op tussen de natuur en de Goddelijke mens die zichzelf in de natuur herkende, en dat leidde tot een versmelting van het Goddelijke met de materie. De uitdaging voor de mensen is nu om zichzelf in het stof – de eenheid van henzelf en God – te hervinden. En dat is de link met de dieptepsychologie van Jung.

De alchemisten en de astrologen van die tijd beschreven wat zij zagen op subjectieve wijze. Wat zij buiten zichzelf zagen was een afspiegeling van wat zich in de menselijke psyche voltrok. Turen in het donkere universum, het bestuderen van materie, is als kijken naar jezelf. Die zienswijze is verloren gegaan. Dit kan volgens Jung resulteren in massapsychose en dat is gevaarlijker dan een atoombom. Het kan leiden tot volledige ineenstorting van onze ecosystemen en samenlevingen. Onwetendheid is de grote ramp voor de ziel van de tegenwoordige mens.

Mercurius – een slang in een cirkel die zijn eigen staart opeet – is een belangrijk symbool in de alchemie. Het staat voor de schepping en vernietiging, de vereniging van tegenstellingen. Het herstel van de psyche vindt plaats door het verband te vinden tussen de manifeste en niet-manifeste wereld, het besef dat alles een en hetzelfde is. De mens maakt zelf deel uit van die eeuwige, Goddelijke, vloeiende energie. Opnieuw de connectie maken met het onbewuste – onze diepste natuur – is het enige wat ons kan redden uit de destructieve cyclus waar we nu inzetten, die cyclus van psychische ziekte en ecologisch verval. Dat was, voor Jung, wat we van de alchemisten kunnen leren. Ze waren dus niet zozeer meesters van de materie, maar juist van de diepste krochten van de psyche.

In het vierde en laatste fragment over Jung staat het lijden van de ziel centraal.

Cloud Money

Dit fragment is opgedragen aan Arnold

Contant geld wordt door overheden gepresenteerd als een gedateerde barrière naar vooruitgang. Volgens journalist en monetair expert Brett Scott is dit onderdeel van de agenda om contant geld te vervangen door digitaal geld aka ‘cloud money’ (de titel van Scott’s recente boek).

Creditcard-organisaties als Visa zitten ook in het complot. In een persbericht dat ik laatst ontving van Visa stond het volgende:

Zo heeft 32 procent van de Nederlanders ook zelden of nooit meer contant geld bij zich. Bij degenen die wel contant geld op zak hebben, gaat het meestal om een klein bedrag… Bij betalen blijft de pinpas nog altijd het favoriete betaalmiddel in Nederland. Voor 63 procent van de Nederlanders geniet deze manier van betalen de voorkeur. Contant geld volgt (17%), maar kort daarna komt betaling via smartphone, waaraan inmiddels bijna evenveel Nederlanders (15%) de voorkeur aan geven. Bij het weggaan van huis neemt de meerderheid zelfs liever de smartphone mee (53%) dan de portemonnee (43%). Jos van de Kerkhof, Country Manager bij Visa: “Consumenten moeten de keuze hebben om te betalen op de manier die zij willen. We zien een verschuiving naar steeds meer mobiele betalingen, waarbij jongeren het voortouw nemen. Een samenleving met meer digitale betalingen is veiliger, omdat nieuwe technologieën een betere beveiliging met zich meebrengen.”

In dit persbericht wordt contant geld inderdaad gepresenteerd als iets van de oudere generaties, dat in dit tijdperk van digitalisering overbodig is geworden. Hierboven staat dat digitaal veiliger is, maar is dat eigenlijk wel zo? Het boek ‘Cloud Money’ is bedoeld om wat tegengewicht te geven tegen dit overmatige optimisme over betaaltechnologie. Er zijn genoeg redenen om wantrouwig te zijn jegens de Big Tech-bedrijven die een ‘cashless society’ willen creëren. Contant geld is namelijk veerkrachtiger en het beschermt – in tegenstelling tot digitaal geld – de privacy van de betaler.

Digitalisering verandert de samenleving is een waanzinnig tempo. Onze levens zijn steeds meer gekoppeld aan digitale diensten geleverd vanuit grote datacenters. De digitalisering van geld is de volgende, bepalende stap. Het is zo belangrijk omdat de werelden van technologie en finance steeds meer verbonden worden, en onze afhankelijkheid hiervan steeds groter wordt.

War on cash
In veel winkels wordt cash tegenwoordig niet meer geaccepteerd. Pinautomaten worden in toenemende mate verwijderd. De banken klagen regelmatig dat ze die dingen überhaupt nog in stand moeten houden. Maar waarom, vraagt Scott zich af, heeft iedere transactie nu een ‘money mover’, zoals Mastercard of Apple, nodig? Deze money movers kunnen drie dingen doen die cash onmogelijk maakt:
1) Transactie toezicht: “aha, je hebt een dildo besteld.”
2) Transactie censuur: ze kunnen transacties blokkeren die ze niet aanstaan.
3) Massale automatisering vergroot de macht van de grote bedrijven.

Er wordt nu een oorlog tegen contant geld gevoerd door een aantal ‘samenzweerders’: de banken die mensen graag in hun wereld van banktransacties willen insluiten; de betaalmaatschappijen die rijk worden van een groter volume aan digitale betalingen; de fintech-bedrijven die cash zien als obstakel voor vooruitgang; de overheden die meer controle willen; en de techbedrijven die hun dominantie in de economie nog verder willen vergroten middels afhankelijkheid en ongebreidelde dataverzameling. De samenzweerders voeren actief campagne tegen cash, zoals de campagne ‘the new money is here’ in India. Daarin wordt digitaal geld zo gepresenteerd dat het lijkt alsof iedereen al akkoord is met de verandering. Contant geld heeft geen mainstream vertegenwoordiger die het verdedigt.

Crypto als uitdager?
Tegenstanders van het globale digitale geldsysteem stellen vaak dat de oplossing al gevonden is in de vorm van cryptovaluta en de onderliggende technologie waar die op draait: de blockchain.

De decentraal opererende cryptovaluta worden vaak gepresenteerd als de ‘democratisering van geld’ en goeroes voorspellen dat deze wonderlijke valuta ons van de inhalige banken gaan afhelpen. Maar dat is niet hoe geld werkt. Commerciële banken hebben de mogelijkheid om geld te creëren elke keer als ze een lening uitschrijven. Wat wij verstaan onder ‘geld’ is eigenlijk een verandering in de grootboeken van de banken. In dat proces vergroten zij steeds de geldvoorraad. Geld wordt uitgegeven door centrale banken en erkent in rechtbanken.

Cryptovaluta zijn op dit moment waard ‘wat de gek ervoor geeft’. Het is een ‘token’-systeem en geen monetair systeem. Bovendien is het gekoppeld aan bankgeld. In El Salvador kun je betalen in bitcoin, maar je betaalt eigenlijk in dollar wisselkoersen. De prijs van je hamburger kan wel veertig keer veranderen terwijl je in een restaurant zit. Cryptovaluta in deze vorm is geen uitdager van ons monetaire systeem.

Conclusie
De auteur Brett Scott vindt het afsterven van contant geld zorgelijk omdat een veerkrachtig systeem meerdere opties moet bieden. Een gebouw met alleen een lift en geen wenteltrap is niet veilig. Hetzelfde geldt voor een samenleving met alleen digitaal geld. Cash is inclusief, en bankieren is dat niet. Het blokkeert dataverzameling en de dreiging om uitgebannen te worden uit de economie, een reëel gevaar van de algoritmes en AI-tools die de banken en techbedrijven inzetten.

Maar zijn belangrijkste bezwaar is de genadeloze opkomst van corporate capitalism, waarin alle kleine ondernemingen op den duur vervangen worden door mega-ketens. Dit systeem – dat floreert op efficiency, snelheid en schaal – moet blijven groeien en alles wat langzamer is, zoals cash, is een blokkade en daar moeten we vanaf. De term digitale betalingen wordt vaak samen gebruikt met ‘frictieloos’, alsof het vooral belangrijk is dat we haastig door het leven gaan en zo snel mogelijk dingen consumeren, een noodzaak in het voortdurend uitbreidende kapitalistische systeem.

Digitaal geld speelt een cruciale rol in de fusie tussen Big Finance en Big Tech, een zeer krachtige beweging die onze toekomst zal bepalen, maar nauwelijks besproken wordt in dagelijkse gesprekken en in de media. Contant geld is het laatste obstakel voor deze fusie en moet daarom beschermd worden. Het is de laatste barrière die voorkomt dat we volledig overgeleverd zijn aan de grote techbedrijven, besluit Scott. Ons recht om cash te gebruiken moet behouden blijven.

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay