De opkomst van geld (3)

Door Jeppe Kleijngeld

The Ascent of Money
The Ascent of Money - DVD

Documentaire, 2008
Regie: Adrian Pennick
Script/presentator: Niall Ferguson (gebaseerd op zijn boek)

In de documentaire The Ascent of Money laat professor Niall Ferguson ons zien waar geld vandaan komt. Zie ook Deel 1 – De opkomst van banken en Deel 2 – De opkomst van obligatiemarkten.

Deel 3 – De opkomst van aandelenmarkten

Het derde deel van Niall Ferguson’s documentaire over de opkomst van geld begint in Amsterdam. Jawel, Nederland is de grondlegger van de ‘Company’ met de Verenigde Oost Indische Compagnie. Om schaalvoordeel te bereiken in de wereldhandel werden verschillende kleine ondernemingen samengevoegd tot de VOC in 1602. Deze multinational verdiende veel geld met de import van specerijen uit Azië. Die werden gebruikt om voedsel te conserveren en smaak te geven. De VOC is ook het eerste bedrijf ter wereld dat aandelen uitgaf aan investeerders. Deze konden investeerders op een gegeven moment niet langer voor geld inwisselen, maar moesten ze doorverkopen aan andere investeerders. De uitvinding van de aandelenmarkt, die zich kenmerkt door het perfecte evenwicht van vraag en aanbod, was een feit.

John Law was een Schotman, die in zijn thuisland ter dood was veroordeeld. Hij vluchtte naar Amsterdam en raakte daar geïnspireerd door de dynamische handel en financiële innovaties. Hij besloot naar Frankrijk te vertrekken dat in zware financiële moeilijkheden verkeerde. Law richtte in Parijs een bank op waar hij de enorme staatschuld van Frankrijk consolideerde in waardepapieren. Driekwart van het kapitaal van deze privébank bestond uit Frans schuldpapier. In 1717 kocht Law vervolgens de Mississippi Company, een multinational zoals de VOC die een monopolie hield in de Franse koloniën in Noord Amerika en West Indië.

De handel in aandelen van de Mississippi Company ging als een dolle. Law beloofde investeerders gouden bergen. Landbouwgoederen uit het vruchtbare land van Mississippi zouden via de nieuwe havenstad New Orleans (vernoemd naar toenmalige Franse heerser de hertog van Orléans) naar Frankrijk worden verscheept. Door het vertrouwen van beleggers in dit bedrijf werd de waarde van het aandeel opgedreven. Omdat de prijs omhoog ging, wilden investeerders meer aandelen kopen. Feitelijk was het een Ponzi schema, waarin nieuwe investeerders (‘sukkels’) betaald krijgen uit de opbrengsten van eerdere investeerders. Alleen kregen investeerders in het geval van de Mississippi Company betaald in nieuwe aandelen. Een gigantische bubbel – de eerste op de aandelenmarkten ooit – vormde zich. Law zou snel een belangrijke les in Finance leren: de bomen groeien niet tot in de hemel.

The AoM 3 - De opkomst van aandelen

Het probleem dat Law had was dat het niet lukte om koloniebewoners in Mississippi te krijgen. 80 procent van de Franse kolonisten stierven in het moerasland aan gele koorts of uithongering. In Frankrijk verspreide zich geruchten dat het niet zo goed ging met de Mississippi Company en de aandelenprijs daalde. Toen Law vervolgens de prijs van het aandeel verlaagde was het hek van de dam. Het aandeel verloor 90 procent van zijn waarde en Law – de rijkste man van Frankrijk – vluchtte naar Venetië waar hij zich tot zijn dood in 1729 bezig hield met brieven schrijven vol zelfrechtvaardiging en gokken.

Mensen leren blijkbaar erg weinig van de geschiedenis, want de ‘bubbel’ zou vaak terugkomen op de aandelenmarkten. Wanneer er hebzucht in het spel is, vergeten mensen al snel dat je met ‘financial engerinering’ zoals John Law het toepaste geen echte waarde creëert, maar een zeepbel. De volgende bubbel die Ferguson laat zien is die van 1929. Deze leidde tot een enorme economische depressie waarin een kwart van de werkzame bevolking in de Verenigde Staten werkloos raakte. Hoe kan een bubbel ontstaan. Het heeft alles te maken met psychologie. De aandelenmarkten zijn afspiegelingen van de menselijke psyche en daarom komen mood swings voor. Euforie kan omslaan in wanhoop en zodra angst toeslaat wordt rationeel denken overweldigd en kan een complete breakdown plaatsvinden.

Neem Enron, voor het jaar 2000 een favoriet beursbedrijf met een omzet van 111 miljard dollar. De missie van oprichter Ken Lay was de energiehandel compleet vernieuwen. Enron begon een energiebank om de distributie te verzorgen van vraag en aanbod in energie. Enron en het aandeel floreerde, maar achter de schermen vonden kwalijke zaken plaats. De prijs van energie werd kunstmatig opgedreven door bewust stroomuitval te veroorzaken. Ook werd er gegoocheld met de boekhouding. Schulden verdwenen van de balans in zogeheten Special Purpose Entities. Het bestuur van Enron moest ieder jaar meer rookgordijnen opwerpen. Toen het spel bijna voorbij was, deelden ze nog even snel bonussen uit aan het topmanagement. Na het faillissement van Enron bleek 25 miljard dollar verstopt te zitten. De bestuurders van Enron konden lange gevangenisstraffen tegemoet zien. Ken Lay stierf aan een hartaanval voordat hij veroordeeld kon worden.

Het verhaal van Enron had een staart. Een gigantische staart. In 2008 kwam bij het uitbreken van de grootste crisis aller tijden aan het licht, dat het frauduleuze bedrijf een pionier is geweest in het buiten de balans onderbrengen van schulden. Alle grote financiële spelers hebben zich hier vervolgens schuldig aan gemaakt. Het gevolg? Juist, een ongekend grote bubbel.

’Kunnen we niets doen om ons te beschermen tegen deze bubbelvorming en turbulentie?’ vraagt Ferguson aan het einde van dit hoofdstuk. Dat komt aan bod in het volgende deel van The Ascent of MoneyDe opkomst van verzekeren.

Margin Call – Fascinerende kijk op ijskoude cultuur van bankenwereld Wall Street

Oliver Stone’s ‘Wall Street‘ uit 1987 krijgt concurrentie als beste business film aller tijden met ‘Margin Call‘. Dat is nogal een bold statement, maar daarom niet minder waar. Een toelichting: ‘Wall Street’ is vooral fantastisch vanwege de rol van Michael Douglas als corporate raider (opkoper) Gordon Gekko. Gekko is zonder twijfel een legendarisch personage, maar zijn handelswijze is een beetje achterhaald. Handelen op de beurs met voorkennis is zo jaren 80′. De corporate schurken van tegenwoordig handelen in bizar complexe gedereguleerde financiële producten die de CEO’s van zakenbanken zelf niet eens volledig begrijpen. Dat is de strekking van ‘Margin Call’.

De film begint aan de vooravond van de grootste crisis ooit. Bij een grote zakenbank vindt een reorganisatie plaats en het grootste deel van de handelaren wordt naar huis gestuurd. Ook hoofd risicomanagement Eric Dale (Stanley Tucci) mag zijn biezen pakken, maar voor zijn vertrek overhandigd hij nog snel een USB-stick aan zijn werknemer Peter Sullivan (Zachary Quinto). Dan openbaart ‘Margin Call’ zich tot onvervalste rampenfilm. Sullivan ontdekt een risicomodel op de USB-stick dat aantoont dat de financiële rommel (gebundelde waardepapieren) die ze op de balans hebben staan heel snel zijn astronomische waarde zal verliezen. Deze waardedaling zal het einde betekenen voor de investeringsbank.

De Raad van Bestuur komt bij elkaar met aan het hoofd de meedogenloze CEO John Tuld (Jeremy Irons). Hij geeft aan dat dit de grote klap wordt voor Wall Street die hij al tijden ziet aankomen (‘de cijfers kloppen al jaren niet meer.’). Omdat hij toch wil blijven voortbestaan met zijn bank, geeft hij hoofd Sales Sam Rogers (Kevin Spacey) de opdracht een bliksemverkoop te organiseren. Hiermee hoopt hij alle rommel van zijn balans te krijgen voordat de concurrentie door heeft wat er aan de hand is…

Het gesprek gaat een beetje langs haar heen...

Het gesprek gaat een beetje langs haar heen…

Alles klopt aan ‘Margin Call’; de ijskoude sfeer van jongens in veel te dure maatpakken die met bijzonder weinig gevoel het Wall Street leven leven. Ze strijken belachelijke bonussen op voor de handel in lucht, smijten het geld ook weer over de balk met veel te dure patserige aankopen en hebben geen enkele binding met de gewone man op de straat (of met elkaar). De film is geschreven en geregisseerd door debutant J.C. Chandor. Zijn script (voor een Oscar genomineerd in 2012) was zo goed dat hij een topcast bij elkaar wist te krijgen die het wilde doen voor veel minder dan hun gebruikelijke gage. De prestaties van de hele cast zijn niet minder dan briljant. Ook de regisseur Chandor maakt indruk. De sfeer is ijzig en het camerawerk registreert subtiel de bankenwereld met al zijn onplezierige onderlagen.

‘Margin Call’ fascineert met een beeld van de financiële sector dat volledig accuraat voelt. De cultuur van deze bank, die prima model kan staan voor één van de bekende vijf (Merrill Lynch, Morgan Stanley, Bear Stearns, Goldman Sachs en Lehman Brothers) is giftig, maar voldoet wel steeds aan de spelregels van het kapitalisme. Dat maakt ook dat de grote slechterik van het verhaal eigenlijk niks verweten kan worden. Hij doet waar hij voor is ingehuurd door de aandeelhouders, breekt geen regels en verkoopt de toxic bezittingen aan handelaren als hemzelf. In een kapitalistische visie kun je het hem niet kwalijk nemen dat hij zijn informatievoordeel uitnut. Of dat hij een bonus opstrijkt van 86 miljoen dollar. Nee, het is niet ethisch, maar je kunt er niks aan doen als je het kapitalisme steunt. Verontrustend.

Kortom, ‘Margin Call’ is een waanzinnige en intelligente tijdbom thriller met een zeer intrigerende plot, geweldige dialogen en een cast om van te watertanden. Kijken!