In Brussels (1)

“You know what the funniest thing about Europe is? It’s the little differences. I mean, they got the same shit over there that we got here, but it’s just there, it’s a little different.”
― Vincent Vega, Pulp Fiction

[14-05-25] Jesus, Brussels again. I’ve been making this godforsaken pilgrimage for over a year and a half now — a regular descent into the bureaucratic underworld — ever since I signed on as a freelance journalistic gun-for-hire for some lean and hungry M&A startup out of Belgium. Side hustle to my main gig as Chief Editor for the more ‘respectable’ Dutch M&A outfit.

I checked into a hotel that looked like it hadn’t seen a fresh sheet since the Euro was introduced. A tight-budget startup means no minibar, no frills, no apologies. I scouted the bathroom for survival tools — wound up dumping the garbage can and using it as a makeshift ice bucket. Cold water from the shower, the poor man’s fridge. Cracked open a beer. Sat by the window and watched the Vlerick Business School across the street where I would attend an event later on – like a man waiting for the electric chair.

This city… it pretends to be something, doesn’t it? Capital of the European Union, epicenter of bureaucratic posturing. The flags are everywhere, waving like they know something we don’t. And the police — too many of them. Not the fun kind either. The serious, jaw-clenching, armored kind. I had the creeping suspicion war was sneaking in through the back door. Putin’s slithering shadow stretching over Europe, and these people — god bless them — are busy sipping wine and debating organic cheese subsidies.

We’re about one autocratic handshake away from the world catching fire, and no one’s really ready. Not here. Not back home. The Americans? Jesus, we’ve got that orange carcass still stinking up the joint. The man’s a threat to civilization, and I don’t say that lightly. But dictators don’t die quietly. They collaborate. And when they do, history tells us what comes next: fire, blood, and desperation.

Still, I get by here. Brussels is manageable for a Dutchman with a functioning liver and low expectations. The French is thick in the air, but there’s an international wash over it all. In M&A circles, at least, the Belgians tolerate us — maybe even prefer us to their own Walloon kin. Some speaker at the conference said Flemish dealmakers would rather do a deal in Amsterdam than in Liège. Culture clash, he said. Closer to the Dutch. I nodded. We’re all weirdos in tailored suits.

But under the gloss? This city’s bleeding. Homeless people tapping on your windshield at red lights, begging for spare change while banks loom overhead like glass castles. The façades look slick, but peer behind the curtain and you’ll see peeling paint and ignored rot. Still, Brussels feeds you. Every kind of restaurant. Every shade of hunger. Less charm than Antwerp, maybe, but more bite.

After the conference, I drifted toward the ghost of the Metropole Hotel at Brouckère Square. Closed for renovations. They say it’ll open again later this year. Last time I was here, I snapped some photos — a kind of spiritual homage. You see, in 1927 this place hosted the Solvay Conference — Einstein, Bohr, quantum mechanics, the whole mad circus of theoretical physics. And I plan to return in 2027, one hundred years later, to write where the debate has gone since. An essay. A novella. Something unhinged but honest. Because guess what? The issue is still far from settled.

That thought spiraled into another: Free-Consciousness, my pet project. My Frankenstein. I launched the site last year after seven long years of mental spelunking. Wrote the big one — my theory on consciousness and reality. Put it out there. Hit ‘publish’. Thought the gods would not take notice. They didn’t. And that’s the rub. The writing is the easy part. It’s the screaming into the void that eats you.

Nobody tells you how much blood promotion takes. Daily work. Daily hustle. I’m not doing that. I admit it. I’ve got too many hobbies, too many dreams, and too little interest in turning my brainchild into a full-time marketing campaign. So it sits there. Like a loaded gun on the nightstand. Waiting.

But I keep moving. Blogging keeps the rust off. And video — that’s the new itch. I’m starting to get a taste for it. No production machine yet, but what’s coming down the pipeline is damn good. Trust me. There’s energy there. More momentum than Free-Consciousness, for now. But I haven’t given up on either. Not yet.

Even if no one reads, clicks, or shares — it’s worth doing. Soul in the Game, as Taleb says. Not skin. Soul. You do it because the act is holy. You put your guts on the page and make it sing. I bring that same madness to everything — journalism, blogging, my family, my cats, my dreams, even my juggling. Yes, juggling. Try it while lucid dreaming. It’ll change your whole view on reality.

Later that night, the pull of divine intoxication brought me to Beer Central. Oh man. The Belgians. Say what you want about the country, but these motherfuckers can brew. 333 bottles on offer. I tried four: Floreffe, Dirty Talk, Gouden Carolus, and something I can’t even name anymore. After that I stumbled back to my crusty hotel, half-watched an episode of Andor, and blacked out somewhere between galactic rebellion and existential fatigue.

Brussels. Beautiful, broken, bloated Brussels. I would be back soon. The madness continues.

Top 10 Business Boeken om je Brein te Boosten

Door Jeppe Kleijngeld

Als je een echte professional wilt worden heb je kennis nodig. Kennis over de economie, succes, effectiviteit en psychologie. Wanneer je deze tien zakelijke klassiekers hebt gelezen ben je minstens tien stappen dichterbij.

10. The Black Swan (Nassim Nicholas Taleb)
Fascinerend boek over alles wat we niet weten (en dat is heel erg veel). Je zult nooit meer hetzelfde naar de wereld kijken na het lezen van dit boek; je gaat je zelfs bijna een andere species voelen. Ook laat je voortaan de krant liggen als informatiebron. De Zwarte Zwaan laat zien hoe we de gebieden Mediocristan en Extremistan kunnen herkennen, hoe we kunnen denken als Fat Tony en waarom dat beter is dan denken als Dr. John, en hoe we kunnen ophouden ons te gedragen als kalkoenen die dagelijks gevoerd worden tot de dag dat het Thanksgiving is. Erkennen dat we nietswetende sukkels zijn is de enige remedie tegen Zwarte Zwanen, zeldzame gebeurtenissen met een enorme impact die de geschiedenis bepalen.

Lees ook: Zwarte Zwanen maken ‘in control’ per definitie een illusie

9. Nine Visions of Capitalism (Charles Hampden-Turner & Fons Trompenaars)
Een minder bekend boek misschien, maar daarom niet minder de moeite. Het gaat over cultuur, de hoogste dimensie van waardecreatie. De auteurs zijn absolute autoriteiten op het gebied van de culturele aspecten van zakendoen. In Nine Visions of Capitalism delen zij hun inzichten in de succesfactoren van verschillende vormen van kapitalisme, zoals de Chinese combinatie van kapitalisme en communisme, familiebedrijven en de Conscious Capitalism beweging. Het boek helpt een uitweg te vinden uit de crisis waar het kapitalisme al decennia in gevangen zit. Vooral voor Westerse bedrijven is opnieuw kijken naar waardecreatie een noodzaak, stellen de auteurs. De negen visies uit het boek laten zien hoe verschillende culturen waarde creëren. Alleen een synthese van deze visies zal een uitweg bieden voor bedrijven die nog steeds alleen maar bezig met het groeien van de bottom line.

Lees ook: Gevangen in eeuwige zoektocht naar aandeelhouderswaarde

8. Antifragile (Nassim Nicholas Taleb)
Van een van de belangrijkste denkers van onze tijd (zie ook De Zwarte Zwaan) komt een boek over een onderwerp dat de mensheid zo vreemd is dat er niet eens een woord voor bestaat. Antifragiel, oftewel het tegenovergestelde van fragiel, gaat over dingen die sterker worden van schokken, volatiliteit en chaos. Zoals de mensheid zelf, computersystemen die worden aangevallen door hackers, evolutie, bacteriën, informatie, ondernemerschap en sommige politieke systemen. Of het monster Hydra uit Griekse mythologie dat er voor elke kop die je eraf hakt twee hoofden bij krijgt. Met zijn gebruikelijke mix van empirisch scepticisme, filosofie, autobiografische anekdotes en vele beledigingen aan het adres van economen, beleidsmakers, journalisten en bankiers, is Antifragile zonder twijfel een intellectueel hoogtepunt in de hedendaagse literatuur. Nassim Nicholas Taleb pleit voor het herontwerpen van onze samenlevingen in antifragiele systemen, die – in tegenstelling tot onze huidige maatschappij – bestand zijn tegen Zwarte Zwaan-gebeurtenissen, onvoorspelbare gebeurtenissen met een enorme impact, die in de huidige complexe wereld steeds vaker zullen voorkomen.

Lees ook: Antifragiel (over dingen die sterker worden van volatiliteit)

7. The Seven Habits of Highly Effective People (Stephen Covey)
Ik ben dankzij dit boek en bijbehorende cursus van een waardeloze planner naar een enorm goede planner gegaan. Bijvoorbeeld door veel meer tijd te besteden aan het plannen zelf, zodat ik niet meer voortdurend bezig ben met brandjes blussen. Daarnaast probeer ik onbelangrijke zaken heel snel te doen of uit te besteden of te elimineren. Ook in de relaties met anderen ben ik veel effectiever geworden door verwachtingen te managen, beter te luisteren naar de ander en beter samen te werken. De laatste gewoonte van Covey – houd de zaag scherp – blijft de lastigste, maar ook hier is verbetering te bespeuren. Covey blijft essentieel als je echt dingen gedaan wil krijgen in plaats van mee te gaan in alles wat er op je pad verschijnt.

Lees ook: Covey’s 7 gewoonten voor slechte managers

6. Thinking, Fast & Slow (Daniel Kahneman)
In zijn levenswerk presenteert psycholoog en gedragseconoom Daniel Kahneman 35 jaar onderzoek naar hoe de menselijke geest werkt. Hoe nemen we beslissingen en hoe gaat dat vaak fout? Kahneman legt uit hoe we in de evolutie ‘heuristieken’ hebben ontwikkeld; regels die het brein toepast als filter. Soms zijn deze vuistregels efficiënt, maar ze kunnen ons ook belachelijk slechte beslissingen laten nemen. De vele voorbeelden en onderzoeken die beschreven worden in Thinking, Fast & Slow zijn fascinerend. En ze leren ons dat we bij sommige (grote) beslissingen, zoals trouwen, een huis kopen en bedrijfsovernames, beter niet puur op onze intuïtie kunnen vertrouwen.

Lees ook: 9 psychologielessen voor controllers. Hoe nemen we eigenlijk beslissingen?

5. Abundance: The Future Is Better Than You Think (Peter H. Diamandis, Steven Kotler)
Abundance is een visionair boek dat inzicht geeft in de technologische tsunami waar we inzetten en dat dient als tegengif tegen het overheersende beeld dat de wereld gedoemd is. Ja, er zijn grote problemen, maar technologie heeft de potentie om schaarste te veranderen in overvloed. De auteurs tonen aan dat we zonder twijfel in de technologische fast lane zitten en dat is goed nieuws voor de mensheid. Alles wat nu voor het merendeel van de wereldbevolking buiten bereik is, wordt door exponentieel ontwikkelende technologie op den duur digitaal, gratis en overvloedig. Een wereld met een acceptabele levensstandaard voor ieder mens is deze eeuw nog te realiseren dankzij deze niet te stoppen ontwikkeling. En hoewel Diamandis en Kotler echte tech-optimisten zijn, zijn hun argumenten ijzersterk.

Lees ook: Hoe technologie iedere industrie aan het hercreëren is
& 7 lessen voor gedurfd ondernemen

4. Quiet: The Power of Introverts in a World That Can’t Stop Talking (Susan Cain)
Hoe we als mensen ‘bedraad’ zijn, bepaalt voor een belangrijk deel onze persoonlijkheid. Is hier iets aan te veranderen? Zeker wel, maar een Bill Gates zal nooit een Obama worden. Quiet leert ons wat de wetenschap en psychologie ons te vertellen hebben over introversie en extraversie. En die kennis kan je helpen om jezelf beter te begrijpen en waarom je je in sommige situaties voelt zoals je je voelt. Voor introverten is het een fantastisch boek om te begrijpen wat je krachten zijn en hoe je die beter kunt benutten dan je allicht al doet. De inzichten uit Quiet zijn waanzinnig interessant voor zowel introverten als extraverten, maar voor introverten, zoals ik, is dit boek echt onmisbaar.

Lees ook: 7 tips om te floreren als introverte professional

3. Mastery (Robert Greene)
In het begin van Mastery rekent Greene af met het idee van ‘genieën’. Volgens zijn uitgewerkte theorie – gebaseerd om neuro- en cognitieve wetenschap en talloze biografieën van uitblinkers – zijn bijzonder bekwame mensen, zoals Mozart, Da Vinci en Darwin, zo goed geworden omdat ze hun roeping hadden gevonden en in de gelegenheid kwamen om heel veel te oefenen. In het bereiken van meesterschap volgden zij allemaal hetzelfde pad. Om meesterschap te bereiken moet je verschillende fasen door: van het volgen van je passie, tot zoveel mogelijk leren, tot uiteindelijk excelleren in wat je doet. Voor wie waardering heeft voor echt vakmanschap heeft Greene een inspirerend en praktisch boek afgeleverd dat je veel gerichter aan de slag kunt laten gaan met het vervullen van je roeping.

Lees ook: In 7 stappen meesterschap bereiken

2. The Second Machine Age: Work, Progress, and Prosperity in a Time of Brilliant Technologies (Erik Brynjolfsson, Andrew McAfee)
Het gebeurt zelden dat ik een business boek twee keer lees, of luister. Maar er zijn uitzonderingen, zoals The Second Machine Age. Fascinerend is de visie van deze schrijvers op de huidige tijd. We voelen het al langer, er is iets gaande en dat heeft niet alleen met de vele economische crises van de afgelopen jaren te maken. Volgens de auteurs van dit belangrijke boek staan we op het punt science fiction gebied te betreden. Wanneer je de ontwikkeling van de mensheid uittekent krijg je een hele vlakke lijn te zien die duizenden jaren lang slechts heel geleidelijk stijgt. Toen halverwege de 18de eeuw ging die lijn opeens als een raket omhoog. Wat er toen speelde? De industriële revolutie vond plaats – het eerste machinetijdperk – en de mensheid werd opeens in rap tempo de moderne tijd in gelanceerd. We staan nu op het punt het tweede machinetijdperk in te gaan. Maar waar het vorige tijdperk van grote vooruitgang een revolutie op fysiek gebied inhield is dat nu op het gebied van denkkracht. Computers waren lange tijd belachelijk slecht in heel veel taken, maar ze worden nu heel snel beter in het meest complexe reken- en interpretatiewerk, taal en communicatie. Samen met grote vooruitgang op andere technologische gebieden – zoals een nieuwe generatie geavanceerde super robots – gaan deze computers zorgen voor een revolutie in de manier waarop we de wereld vorm gaan geven. Een demonstratie van de groeiende super denkkracht van computers gaf IBM’s supercomputer Watson toen hij de kampioenen van de Amerikaanse kennisquiz Jeopardy versloeg in 2011. Dit is indrukwekkend, vinden de auteurs, maar slechts een heel klein begin van wat ons te wachten staat. De lijn die de afgelopen 200 jaar geleidelijk steeg staat op het punt de lucht in te schieten. Het zijn opwindende tijden om in te leven.

Lees ook: De invloed van revolutionaire technologie op economie en werkgelegenheid

1. How To Make Friends and Influence People (Dale Carnegie)
Voor het eerst verschenen in 1936. Dit boek heeft de tand des tijds glansrijk doorstaan. Er is geen beter boek te vinden dat je meer inzicht geeft in hoe je mensen voor je kunt winnen – en wat je vooral NIET moet doen als je je doelen wilt bereiken met anderen. De enige manier om iemand iets te laten doen, is om ervoor te zorgen dat hij of zij het wil doen. Er is geen andere manier. Volgens Sigmund Freud hebben mensen maar twee motivaties voor al hun acties; seksdrang en de behoefte om geweldig te zijn. Filosoof John Dewey formuleerde het iets anders; ‘de diepste behoefte van de mens is om belangrijk te zijn’. Hoe je het ook verwoordt; mensen worden graag gewaardeerd. Dat is een absolute basisbehoefte zoals eten, drinken, veiligheid en sociaal contact. En mensen doen de gekste dingen om het te krijgen. Als je bereid bent goed naar jezelf te kijken en je gedrag aan te passen, is dit je handleiding om je beïnvloedingsvaardigheden naar wereldklasse te brengen.

Lees ook: 9 beïnvloedingstechnieken van succesvolle leiders

[Klaar voor de => “AI-revolutie”]

Machines die slimmer zijn dan mensen. Het kan realiteit worden in de toekomst en daar zitten veel haken en ogen aan. Verschillende topexperts brengen de implicaties in kaart in de documentaire We Need To Talk About A.I.

In deze fase zijn we omringt door Narrow AI, kunstmatige intelligentie die een specifieke taak veel beter dan mensen kan uitvoeren. Bijvoorbeeld schaken, autorijden, beleggen, een vliegtuig besturen en gezichten herkennen. Deze AI is vergelijkbaar met een autistische savant. Dit is indrukwekkend, maar staat nog ver af van A.G.I.: Artificial General Intelligence. Mocht dit ooit arriveren, wat gaat er dan gebeuren? De scenario’s in films zijn meestal niet erg rooskleurig. Denk maar aan The Terminator, The Matrix, 2001: A Space Odyssey en Ex Machina. Ook verschillende publieke figuren hebben gewaarschuwd voor de gevaren van AI, zoals Elon Musk, Stephen Hawking en Bill Gates.

Een van de gevaren is dat AGI-machines niet noodzakelijk dezelfde doelen als de mensheid nastreven: het goal alignment probleem. Bijvoorbeeld, wanneer de missie wereldvrede is, dan vindt de AI het misschien wel een goed idee om het hele menselijke ras uit te roeien. Zie bovenstaande films voor dergelijke scenario’s. De film die waarschijnlijk het meest realistische beeld geeft is 2001: A Space Odyssey. De boordcomputer HAL van het ruimteschip Discovery One besluit dat hij de missie naar Jupiter beter zonder bemanning kan uitvoeren, en probeert astronauten om zeep te helpen. Een duidelijk goal alignment probleem. Maar veel AI-experts worden boos van dit soort bangmakerij. Het is onmogelijk om ver vooruit te kijken bij technologische ontwikkelingen. We moeten gewoon bouwen, experimenteren en leren van wat er goed en fout gaat.

Dat kan zo zijn, maar er is wel een grote zorg die tijdig geadresseerd moet worden. Als AGI wordt ontwikkeld kan dat de machtsverhoudingen op de wereld enorm verstoren. Stel dat een dictator als Poetin, Trump of Xi als eerste AGI in handen krijgt… Ik durf er niet aan de denken. Of mogelijk even verschrikkelijk; een tech-gigant als Google of Facebook die ermee aan de haal gaat. Dit is een winner takes all contest. Degene die het als eerste krijgt zal binnen de kortste keren iedere industrie domineren. Hier moeten we afspraken over maken of het kan rampzalig uitpakken.

Maar er is ook heel veel dat AGI kan brengen. Een paar voorbeelden: tijdig de signalen herkennen van hartproblemen, kanker en suïcide. Het sterk verbeteren van verkeersveiligheid. Het laten slagen van veel meer operaties met robotchirurgie. Maar ook het mogelijk maken van een meer gelijkwaardige verdeling van welvaart binnen een vrije markt economie. En zorgen voor meer duurzaamheid en minder oorlog.

Dit klinkt idyllisch, maar een keerzijde hiervan kan weer zijn het inleveren van vrijheid. Een AI dictatorschap dus. Een tussenvorm kan zijn dat de AI als scenarioplanner fungeert die de mens alle ideale beleidsvoorstellen voorlegt. Maar de mensen blijven beslissen. We moeten hoe dan ook nadenken over hoeveel autonomie we machines geven. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor zelfrijdende auto’s die ethische keuzes moeten maken, zoals het laten sterven van hun passagier of het inrijden op een groep kinderen. Wie beslist?

Er komt nogal wat bij kijken. En gezien de enorme revolutie die AI gaat inluiden is het niet verkeerd als hier zoveel mogelijk risicomanagement op los te laten. Alles wat er mogelijk verkeerd kan gaan moet in kaart worden gebracht en alle mogelijke maatregelen moeten worden genomen om deze risico’s in te dammen. De vuistregel van riskmanagement-expert Nassim Nicholas Taleb is hier van toepassing: ‘wat moeder natuur doet, is rigoureus totdat het tegendeel is bewezen; wat mens en wetenschap doen, is gebrekkig totdat het tegendeel is bewezen.’ We zijn gewaarschuwd.

Bullshit Bestsellers

Ik erger me al een jaar kapot aan de titel van een boek dat in iedere boekhandel prominent op de planken staat: The Subtle Art of Not Giving a F*ck. Ik weet niet waarom ik me er zo aan stoor. Misschien omdat van de titel iets uitgaat van; ‘kijk mij eens gedurfd doen’. Omdat het al zo lang in de top 10 staat, dacht ik dat het binnenkort eindelijk wel eens zou verdwijnen. Niet dus. Sterker nog, toen ik van de week de AKO binnenliep, zag ik tot mijn verbazing dat de auteur een nieuw boek heeft uitgebracht:

Everything Is F*cked: A Book About Hope. Haha, weer een goeie grap van bewustzijn.

Ik had het ook kunnen weten. Zodra een boek onverwacht een hit wordt, zet de uitgever de verraste auteur meteen aan het werk voor een follow-up. Dat zagen we recentelijk ook met Sapiens dat direct werd opgevolgd door Homo Deus en 21 Lessons for the 21st Century. Boeken waarin de auteur interessante dingen vertelt en onze misdadige behandeling van dieren aan de kaak stelt, maar die helaas ook het schadelijke mainstream wereldbeeld van de mens als biologische machine in stand houden.

Kortom, tijd voor een positieve bestseller. Mijn boek staat gepland voor 2022, maar wat is de kans dat het een bestseller wordt? Volgens randomness expert Nassim Nicholas Taleb nihil. Een bestseller is een echte Zwarte Zwaan-gebeurtenis (onverwachts en met grote impact). Er bestaat geen formule voor het schrijven van een bestseller, net zoals die niet bestaat voor rijk worden. Boeken als The Millionaire Fastlane zijn grote onzin volgens de auteur van o.a. Fooled by Randomness. De schrijvers van zulke flutboeken negeren de kerkhoven met duizenden ondernemers die geen miljonair zijn geworden. Zo is het ook met bestsellers. Hoeveel miljoenen boeken verdwijnen er niet in de papiercontainer elk jaar? Het boek moet precies op het juiste moment de juiste snaar weten te raken bij een massapubliek. Daarin spelen zoveel factoren een rol dat je het nooit kan berekenen. Wat je wel kan doen als deelnemer aan deze loterij is zorgen voor een fantastisch geschreven boek. En een fatsoenlijke titel. Mocht het onverhoopt een succes worden staat er tenminste geen bullshit in de schappen.