De metaverse als onmisbare zakelijke kans

De doorbraak van het internet kwam destijds als verrassing voor veel ondernemers. Hierdoor waren ze niet op tijd om een voorsprong te pakken en moesten ze keihard aan de bak om alle veranderingen bij te kunnen benen. Veel tech-pioniers voorzien nu het volgende transformatieve fenomeen, namelijk de metaverse. Of het die naam zal blijven houden is niet zeker, maar over dat het eraan zit te komen in de niet al te verre toekomst zijn de meeste experts het wel eens.

Onder de metaverse wordt verstaan: een netwerk van verbonden drie-dimensionale werelden waarin gebruikers in de vorm van een avatar deel kunnen nemen. Online werelden bestaan er al volop in de vorm van games, maar je kunt de persoon die je bent in een game, met al zijn of haar kenmerken en bezittingen, niet meenemen naar een andere wereld. In de metaverse moet dat wel mogelijk zijn. De grote techbedrijven anticiperen al op deze toekomst: Mark Zuckerberg heeft zelfs de naam van zijn onderneming Facebook veranderd in Meta.

Natuurlijk gaan er bij veel mensen alarmbellen rinkelen bij dit idee. De zogeheten Frightful Five (Alphabet, Amazon, Apple, Meta en Microsoft) hebben niet alleen veel innovatie gebracht, maar ook veel maatschappelijke problemen, zoals schendingen van data privacy, ongelijke machtsverhoudingen, sociale ontwrichting, nepnieuws, cyberpesten en meer. Daar wil ik het in deze blog echter niet over hebben. Ik zal me beperken tot; wat komt er waarschijnlijk aan (de metaverse dus) en wat gaat dit betekenen voor de economie en het bedrijfsleven?

Hoe de metaverse eruit kan komen te zien, wordt duidelijk in het boek ‘Ready Player One’ van Ernest Cline uit 2012 (dat verfilmd is door Steven Spielberg in 2018) en het vervolg ‘Ready Player Two’ uit 2020. Hierin is de metaverse, genaamd de OASIS, gebouwd door één bedrijf: Gregarious Simulation Systems (GSS). Gebruikers kunnen deelnemen via een standaard ‘immersion rig’ bestaande uit een virtual reality-bril en een paar haptische handschoenen. Je avatar kan allerlei objecten verzamelen die je kwijtraakt als je avatar doodgaat. De meeste mensen brengen bijna de hele dag door in de OASIS en komen er alleen nog maar uit om te eten en slapen.

Dat laatste is waarschijnlijk accuraat als je ziet hoeveel mensen nu al doorbrengen op social media en met streamingdiensten. In de metaverse zullen mensen alles kunnen doen wat ze in de echte wereld ook kunnen; naar school of werk gaan, naar de sportschool, naar musea, bioscopen of concerten. Maar uiteraard zijn er ook veel mogelijkheden die je in het echte leven niet hebt, zoals in de ring staan met Mohammed Ali, meerijden in de Grand Prix tegenover Lewis Hamilton, een concert geven met The Beatles in de Hollywood Bowl of uit een vliegtuig springen in de Grand Canyon. De keerzijde: leven in de echte wereld zal in vergelijking met de metaverse steeds minder aantrekkelijk worden.

Net zoals dat de toekomstige generatie zich niet kan voorstellen dat er geen internet bestond, zal de toekomstige generatie lachen om de huidige World Wide Web, schrijft Matthew Ball in zijn boek ‘The Metaverse and How It Will Revolutionize Everything‘. En gelijk heeft hij. Ik bedoel: Tweedimensionale tekstblokken met plaatjes. Het is duidelijk: de toekomst is (in) de metaverse.

Ball schrijft over de eerste keer dat we een digitale, interactieve wereld naast de onze zagen. Dat was in 2003 toen ‘Second Life’ op de markt werd gebracht. Hiermee werden ook de zakelijke mogelijkheden van zo’n virtuele wereld duidelijk. In 2009 bedroeg de totale economie van ‘Second Life’, bestaande uit de handel in virtuele goederen, zo’n 567 miljoen dollar. Dat geeft een indicatie van de potentiële, economische waarde van de metaverse. Die loopt in de triljoenen dollars.

Dat het ook niet aan de gebruikers zal liggen dat de metaverse er komt, blijkt uit de populariteit van 3D-werelden als ‘Roblox’ en ‘MineCraft’. Zo’n 75 procent van de Amerikaanse jongeren is actief op ‘Roblox’ en ‘MineCraft’ spelers hebben samengewerkt om virtuele steden te bouwen zo groot als Los Angeles. Beide games worden maandelijks zo’n zes miljard uur (!) gespeeld.

Decentraland – Een van de voorportalen van de metaverse.

Microsoft Flight Simulator – Qua graphics een van de meest geavanceerde games ooit. De game omvat een simulatie van de hele wereld in verschillende mate van detail.

‘Ready Player One’ – Een natte droom als het gaat om popcultuur adoratie, en tegelijkertijd een tech dystopia.

Wat uiteraard niet bepaald wenselijk is, is dat zo’n gigantisch economisch project als de metaverse in handen komt van één of een paar bedrijven. Het internet is ooit begonnen als overheidsproject en het commerciële potentieel werd destijds niet herkend. Bij de metaverse is dit compleet anders. Daarom zal dit ongetwijfeld een strijd worden tussen de techgiganten en innovatieve startups met nieuwe ideeën. Crypto-gelovers willen uiteraard dat de metaverse decentraal via de blockchain gedraaid gaat worden, dus dat is ook nog een open vraag: wordt de metaverse centraal of decentraal? En de overheid zal zich hopelijk actief gaan bemoeien met de totstandkoming. Bij de opkomst van de huidige techbedrijven hebben ze duidelijk tekortgeschoten met vele nadelige consequenties tot gevolg waar de samenleving nu dagelijks onder lijdt. Kortom, er is nog veel onzekerheid over wat het voorlopige resultaat gaat worden.

Wat betreft de economische impact; het is niet overdreven te stellen dat het iedere sector totaal zal ontwrichten. Neem de reis en vrijetijdsbranche; de markt voor het aanbieden voor virtuele ervaringen zal op termijn vele malen groter worden dan de markt voor fysieke activiteiten. Voor het onderwijs zal de metaverse fantastische kansen bieden om leerlingen letterlijk alles te laten ervaren waar de docent het over heeft. En de retail; niet alleen ontstaat er een gigantische markt voor virtuele goederen, maar consumenten zullen vrijwel nog uitsluitend willen shoppen in de metaverse en de gekochte fysieke aankopen thuis bezorgd krijgen. Dergelijke transformaties gaan we ook zien in de gezondheidszorg, de media, de financiële sector, de zakelijke dienstverlening en de vastgoedsector.

Matthew Ball maakt in zijn boek duidelijk dat we er qua technische capaciteiten nog lang niet zijn. De capaciteit die nodig is, is ongeëvenaard. Het dichtste in de buurt komen nu online games, maar die kampen nog met grote beperkingen in zowel de geboden visuele ervaringen als de aantallen interacterende deelnemers. Ook moeten er veel business vraagstukken opgelost worden, zoals volgens welke standaarden ontwikkelaars van verschillende digitale werelden gaan werken. Zonder dergelijke standaarden zal het niet mogelijk zijn avatars met hun assets van de ene naar de andere wereld te verplaatsen: een randvoorwaarde voor een echte metaverse. De ontwikkeling zal sterk gedreven worden door de game-industrie. Zij hebben de technische know-how en de ervaring om plaatsen te creëren waar mensen graag tijd doorbrengen.

Wie wil ervaren hoe het in de metaverse zal zijn, kan eens een kijkje nemen in Decentraland. In deze digitale wereld, die in 2020 voor het publiek geopend werd, is het mogelijk om land te kopen via cryptocurrency, digitale casino’s te bezoeken en je avatar aan te kleden met een grote verscheidenheid aan kleding en accessoires. Verschillende grote merken zijn al opgedoken in de wereld waaronder Samsung, Adidas, Atari, en PwC. In oktober 2022, werd Decentraland gewaardeerd op 1,2 miljard dollar. Het is een schijntje van de waarde die er in de komende decennia gecreëerd gaat worden in de metaverse. Zorg dat je erbij bent. Zodra duidelijk wordt welke ontwikkelaars, welke nieuwe hardware en welke werelden de winnaars gaan worden, zorg dan dat je aandelen en digitaal vastgoed in handen krijgt. Het is zonder twijfel het goud van de toekomst.

Recensie: Cinema Speculation (Quentin Tarantino)

Onlangs heeft Mr. Quentin Tarantino zijn tweede boek afgeleverd na ‘Once Upon a Time in Hollywood’ vorig jaar. Het heet ‘Cinema Speculation’ en is een non-fictieboek over films uit de jaren 70’, het tijdperk van zijn jeugd en volgens de de schrijver-regisseur het beste tijdperk voor films in Hollywood ooit. (Voor mij is dat de jaren 90’, het filmdecenium van mijn jeugd waarin Tarantino als regisseur een grote rol speelde).

Tijdens het lezen had ik voortdurend IMDb openstaan om de titels op te zoeken die QT beschrijft. Één van de eerste films die hij analyseert is Joe van John G. Avildsen (regisseur van Rocky en The Karate Kid). Het gaat over een right wing gun nut die hippies haat en ze wel wil vermoorden en dat op een gegeven moment ook gaat doen… Duidelijke inspiratie voor Once Upon a Time in Hollywood lijkt me.

Zijn moeder en haar vele vriendjes namen de jonge QT (vanaf 7 jaar) mee naar de meest gewelddadige films uit die tijd. Hij zag slechte exploitatiefilms, maar ook vele klassiekers, zoals de Dollars trilogie van Sergio Leone (zijn favoriete regisseur), Where Eagles Dare, Dirty Harry, The Godfather en The Wild Bunch. Hij was meestal het enige kind in een zaal vol volwassenen en begreep niet altijd alles van de films. Zo snapte hij niet dat de freeze frame op het einde van Butch Cassidy and the Sundance Kid betekende dat de hoofdpersonen dood gingen. Maar een voorwaarde van zijn moeder was dat hij geen domme vragen mocht stellen.

Zijn moeder ging een tijdje uit met zwarte mannen en die namen hem af en toe mee naar Blaxploitation films. Zo zag hij met een bijna volledig zwart publiek de film Black Gunn met Jim Brown. Hij observeerde goed hoe het publiek reageerde op zo’n film en op de acteurs. Hier heeft Tarantino zijn voornaamste opleiding genoten: in de bioscoopzaal. Vaak bij geweldige Double en Triple Bills die ze in die tijd nog vertoonden in de bioscopen in Los Angeles.


Op de cover: Regisseur Sam Peckinpah en filmster Steve McQueen op de set van The Getaway.

De film maestro geeft verschillende films een eigen hoofdstuk, zoals Bullitt met Steve McQueen (Steven Spielberg werkt momenteel aan een nieuwe interpretatie van deze klassieker). Bullitt herinnert men zich vooral vanwege de auto-achtervolging. Het plot kan niemand je meer vertellen (dat klopt). McQueen was de grootste ster van die tijd naast Newman en Beatty. Hij doet bijna niets in de film, schrijft Tarantino, maar toch is hij geweldig om naar te kijken. Hij acteert minimalistisch. Plus, hij is cool als agent Frank Bullitt omdat hij nooit zijn ‘cool’ verliest in tegenstelling tot andere helden. Als zijn onredelijke baas hem op zijn nek zit, reageert hij helemaal niet. ‘He doesn’t engage’.

De volgende film die hij in detail bespreekt is Dirty Harry, de klassieker die van Eastwood de grootste actiester maakte en van Don Siegel de beste actie-regisseur naast Peckinpah. De invloed van Dirty Harry kan niet onderschat worden. Samen met The French Connection luidde de film de transitie in van westerns naar politiefilms. Het is ook de eerste echte seriemoordenaar-film. Harry neemt het op tegen Scorpio, een fictieve versie van San Francisco’s echte Zodiac killer. The Silence of the Lambs en Se7en zijn de kinderen van Dirty Harry.

De samenleving was aan het veranderen in de jaren 70’, schrijft de auteur. De politie neemt het op voor de boeven, zo was soms de perceptie. Met Dirty Harry kregen de angstigen een held met een .44 kaliber Magnum aan hun zijde. Een held die een groep Black Panther-achtige overvallers uitschakelt terwijl hij een hotdog eet. En een held die het recht in eigen hand neemt als een zaak daarom vraagt. Curieus genoeg heeft het (volgens QT zwakke) vervolg Magnum Force de tegenovergestelde boodschap. Hierin neemt Harry het juist op tegen een groep moordenaars die criminelen zonder proces executeren.

Geweld speelt een grote rol in Tarantino’s films en dit is ook iets dat hij opikte in de glorieuze jaren 70’. Bijvoorbeeld bij de fantastische Double Bill Deliverance en The Wild Bunch. De eerste bevat een schokkende homoseksuele verkrachting. The Wild Bunch eindigt in één van de bruutste grafische geweldsexplosies uit de filmgeschiedenis. Ik bedenk me nu dat de man in Deliverance verkracht wordt door een echte hillbilly. Zou dat inspiratie hebben gevormd voor de verkrachting van Marcellus Wallace door hillbilly Zed in Pulp Fiction? Hoe het ook zij: wat Quentin schrijft over die scène klopt; in plaats van dat je wegkijkt van zoiets gruwelijks kun je je ogen er niet vanaf houden. Kennelijk heeft geweld iets fascinerends voor mensen en is film een ideaal medium om dit kanaliseren.

In de jaren 80’ veranderde dit in veel films. Hollywood ging self-censorship toepassen. De enige niet niet-compromitterende regisseurs uit deze jaren waren Lynch, Verhoeven, Cronenberg, Ferrera, Gilliam en De Palma (soms). Niet toevallig allemaal behorend tot mijn favoriete filmmakers aller tijden. Tarantino klaagt over het gebrek aan immorele, onsympathieke karakters in films uit die tijd. Personages als Parker uit Richard Stark’s boekenserie, waarvan de eerste verfilming The Outfit ook een eigen hoofdstuk krijgt in ‘Cinema Speculation’. Tarantino heeft zelf overwogen om een ‘Parker’ verfilming te doen in de jaren 90’ met Robert De Niro (als Parker), Harvey Keitel en Pam Grier in de hoofdrollen. Hij heeft spijt dat hij dit niet heeft gedaan en ik ook! Nu is Payback de enige Parker-verfilming uit dit decennium en hoewel het een prima film is was die van Tarantino ongetwijfeld beter geworden.

Wat is het speculatieve aspect van het boek uit de titel? Tarantino schrijft over de mogelijkheid dat Brian de Palma en niet Scorsese de film Taxi Driver zou hebben gemaakt. Blijkbaar was dat bijna gebeurd, maar vond De Palma de kans op een negatief financieel resultaat te groot (vreemde angst voor een regisseur, maar De Palma kende de noodzaak van een gat in de markt vinden en films te blijven maken). Als hij het gedaan had, was het ongetwijfeld meer een politieke thriller geworden. Bovendien had waarschijnlijk Jeff Bridges in plaats van De Niro Travis Bickle gespeeld en was de pooier waarschijnlijk zwart geweest zoals in het script en dus door een andere acteur gespeeld. Stel je voor, Taxi Driver zonder Harvey Keitel!

Is het boek een aanrader? Absoluut. Dat Tarantino kan schrijven is bekend. Daarnaast heeft de man ongelofelijk veel kennis en inzichten in het Hollywood van die tijd. Een must-read voor cinema fans dus. Wel een waarschuwing; je ‘to watch list’ wordt wel een heel stuk langer door het lezen van dit boek. De film waar ik me het meeste op verheug na het lezen van ‘Cinema Speculation’? Dat is Rolling Thunder over een getraumatiseerde Vietnam veteraan (nog zo’n echt jaren 70’ thema) die op jacht gaat naar een bende die hem in zijn huis hebben gemarteld en zijn vrouw en zoontje hebben vermoord. De lofzang die Tarantino over deze door Paul Schrader (Taxi Driver) geschreven film afsteekt maakt hem onweerstaanbaar. Het is er slechts één van vele.

Lees ook: QT8: The First Eight

De enige acteur die drie Oscars won

Daniel Day Lewis (1957) groeide op in het Londen van de jaren 60’. Zijn vader was een bekend dichter. Hij kreeg een voorname opvoeding met veel aandacht voor welbespraaktheid, maar nauwelijks of geen affectie. Zijn opa was de oprichter van de bekende Britse Ealing Studios, een ouderwetse, intimiderende man die het maar niks vond dat zijn dochter actrice werd. Met een opa als studiobaas, vader als literaire hoogvlieger en moeder als actrice, werd de filmkunst al jong ingeprent bij Daniel.

Maar hij begon zoals vele Britse acteurs in het theater. Hij studeerde aan de toneelschool in Bristol waar ook zijn moeder had gestudeerd. Daarna trad hij toe tot de elite van de Britse toneelwereld; de Royal Shakespeare Company. Hij beschrijft deze elite als een ‘bespottelijke cultuur’ en ging er gebukt onder dat hij er deel van uitmaakte.

Hij kreeg zijn eerste filmrol in Sunday Bloody Sunday en speelde vervolgens in veel BBC kostuumdrama’s. Op de planken speelde hij Hamlet, de vuurproef die alle beroemde Britse acteurs moesten doorstaan. Dit riep veel bij hem op vanwege het vader-element (zijn eigen vader overleed voordat hij bekend werd als acteur). Zeven maanden lang speelde Daniel avond aan avond de Deense prins en dat drukte zwaar op hem. Op een avond bezweek hij tijdens de voorstelling en dat was de laatste keer dat hij Hamlet speelde.

Zijn volgende fase was een serieuze carrière als filmacteur. In My Left Foot gaf hij alles om een verlamde schilder gestalte te geven in een waargebeurd verhaal. Hij viel als een blok voor dit personage en leefde maanden als invalide om het optreden zo realistisch mogelijk te maken. Hij at uitsluitend nog met een theelepeltje. Het leverde hem zijn eerste beeldje op.

De aanpak van Day Lewis om in de huid van een personage te kruipen zette hij voort in zijn volgende rollen. Bijvoorbeeld in Gangs of New York als bendeleider Bill the Butcher. Hij leerde alles over messen en het bewerken van vlees en zijn medespelers vonden hem griezelig in het contact. Of in zijn rol in The Boxer waarvoor hij zoveel trainde dat hij het volgens professionals wel tot de top 10 in de klasse middengewicht had kunnen schoppen. Daniel Day Lewis dompelt zich als acteur helemaal onder in een personage en in een wereld. Zo ontstaat leven dat via hem tot uitdrukking komt.

De voorbereiding van een rol en het optreden putten hem wel steeds helemaal uit, dus nam hij vaak lange pauzes tussen de films die hij koos. In die tijd verdween hij van de radar en ging hij werken als timmerman of schoenmaker in Italië. Hierdoor ontstond een legendarische status rond de acteur. In There Will Be Blood – de tweede rol waarvoor hij een Oscar ontving – kon hij zijn woede, die nog in hem zat door zijn jeugd, een uitlaatklep geven. Dat is een voordeel van het beroep; hij kan zijn verborgen kanten ontdekken, zei de acteur. Maar er is ook een keerzijde; zijn optreden in My Left Foot leverde hem bijvoorbeeld een chronisch pijnprobleem op.

De legendarische regisseur Steven Spielberg wilde niemand anders dan Daniel Day Lewis voor de rol van president Lincoln en hij moest negen jaar op hem wachten. Toen was Daniel klaar voor de rol van zijn leven die wederom goed was voor een Oscar voor Beste Mannelijke Hoofdrol. Daarmee liet hij zijn leermeesters, inclusief zijn favoriete acteur Marlon Brando, achter zich.

Zijn laatste film was Phantom Thread uit 2017 van Paul Thomas Anderson waarin hij de complexe kleermaker Reynolds Woodcock portretteerde. Daarna heeft hij zich met zijn vrouw teruggetrokken in het rustige Ierland. Hij heeft nooit van drukte gehouden of om beroemdheid gegeven. Zijn acteren gebruikte hij als therapie om momenten uit zijn jeugd terug te halen. Maar het lijkt erop dat hij genoeg therapie heeft gehad. Daniel is met pensioen en het is maar zeer de vraag of we de acteur ooit nog terug gaan zien op het witte doek. Zijn nalatenschap geeft in ieder geval genoeg stof om nog lang van te genieten en voor andere acteurs om te benijden.

Acteur Daniel Day-Lewis – De erfgenaam
Avro Tros | Close Up | 26 jan 2022
Zie: https://www.avrotros.nl/close-up/gemist/detail/acteur-daniel-day-lewis-de-erfgenaam/

Academy Award voor beste vrouwelijke hoofdrol
Het record voor het vaakst winnen van de Oscar voor beste vrouwelijke hoofdrol staat op vier. Katharine Hepburn mocht maar liefst vier keer met het beeldje naar huis gaan. Frances McDormand won net als Daniel Day Lewis drie Oscars voor beste vrouwelijke hoofdrol. Er zijn in totaal dertien actrices die er twee wonnen. Meryl Streep is de recordhoudster voor de meeste nominaties (zeventien).

1932/1933: Katharine Hepburn (Morning Glory)
1967: Katharine Hepburn (Guess Who’s Coming to Dinner)
1968: Katharine Hepburn (The Lion in Winter)
1981: Katharine Hepburn (On Golden Pond)

1996: Frances McDormand (Fargo)
2017: Frances McDormand (Three Billboards Outside Ebbing, Missouri)
2020: Frances McDormand (Nomadland)

Ready Player Two: Ultieme nerd fantasie vervolgd

Het vervolg op ‘Ready Player One’ – dat in 2018 verfilmd werd door Steven Spielberg – is een must voor nerds en geeks. In deel 1 won de wees Wade Watts, met een aantal vrienden, een Easter egg hunt met als hoofdprijs de ‘Oasis’, een virtuele wereld gebouwd door de excentrieke game designer James Halliday die de wedstrijd organiseerde toen hij hoorde dat hij stervende was. De wedstrijd was een soort Willy Wonka contest voor geeks, want de Gunters (Egg Hunters) moeten vooral verstand hebben van jaren 80’ films, muziek en games – de allergrootste passies van Halliday en mede-oprichter Ogden Morrow (gespeeld door de geweldige Simon Pegg in de film).

In deel 2 zijn Watts en vrienden dus de eigenaar van het grootste economische asset ooit gecreëerd. Want in de toekomst – het boek speelt zich af in 2048 – hebben milieu- en klimaatproblemen de planeet dusdanig verziekt dat alleen nog in de virtuele wereld plezier te beleven valt (zoals wel vaker bij sci-fi’s een realistisch scenario dus). De overleden Halliday heeft in het vervolg wat nieuwe verrassingen in petto voor Watts en zijn vrienden. Allereerst nieuwe technologie, waarbij het mogelijk is je brein direct aan de Oasis te koppelen, zodat je de virtuele wereld als een soort lucide droom kunt ervaren. Ook heeft hij een nieuwe wedstrijd georganiseerd, ditmaal een zoektocht naar zeven scherven die verstopt zijn in verschillende virtuele werelden in de Oasis. De helden zullen al hun popcultuurkennis en game skills weer keihard nodig hebben.

Zoals iedere sci-fi fan weet is het nooit slim om je brein direct aan een machine te koppelen en dit blijkt ook hier weer het geval. In het eerste deel waren de corporate Sixers onder leiding van de ‘giant dickhead’ Nolan Sorento de grote vijand. In dit deel is de avatar van Halliday, genaamd Anorak (vernoemd naar de ‘dungeon master’ in Dungeons and Dragons), zelfbewust en evil geworden. Een doorgedraaide AI dus, zoals HAL in 2001: A Space Oddysey en Agent Smith in The Matrix films. Zeer toepasselijk voor dit type verhaal.

Anorak houdt miljoenen Oasis-gebruikers gegijzeld in de Oasis via hun brein-computer-interfaces en eist dat Watts de zeven scherven vindt zodat hij een digitale versie van zijn oude geliefde tot leven kan wekken. In de zoektocht komen Watts – of liever gezegd zijn avatar Parzival – en vrienden op o.a. een Prince-planeet, een John Hughes wereld, Middle-Earth en andere met popcultuur doordrenkte werelden.

Het boek kreeg bakken kritiek omdat het slecht geschreven zou zijn. Dit is wel terecht, maar ik heb er toch een zwak voor. Het zijn vooral de beschrijvingen van de Oasis die de fantasie prikkelen. Ik denk dat de metaverse hier serieus op gaat lijken: de mogelijkheden zijn onbegrensd voor nerds om hun passies om te zetten in virtuele creaties. Tijdreizen met Doc Brown, de strijd aangaan met Morgoth op Midden-Aarde, Prince uitdagen voor een dans contest, zwemmen met Jaws, optreden met de Rolling Stones, verzin het maar. Was het maar vast 2048 minus de verwoeste natuur. Maar de Oasis? Bring it on.