The Hobbit: Een persoonlijke reis

19 december 2001 – Ik had een dag vrijgenomen van de opleiding journalistiek die ik toen volgde om naar één van de belangrijkste films van mijn leven te gaan; The Lord of the Rings: The Fellowship of the Ring. Het was een woensdag en ik ging in mijn eentje naar Pathe City in Amsterdam en heb de voorstelling van mijn leven gehad. Wat een fantastische filmervaring. Fantastisch in termen van schaal en visueel spektakel. Zonder twijfel, maar belangrijker voor de beleving is uiteindelijk het verhaal over wezens die hun lotsbestemming moeten ontdekken en de moed die dat van ze vergt.

Het is inmiddels 11 jaar geleden – een lange tijd – maar tegelijk lijkt het zo ontzettend kort. Ik wist toen nog niet wat mijn eigen lotsbestemming was, met wie ik zou eindigen en waar. Ik kende haar gek genoeg al wel… Inmiddels is mijn leven behoorlijk veranderd. Ik ben bijna 10 jaar samen met Loesje, we hebben een kind samen, een huis, een eiland, veel dieren. Ik ben opleidingen begonnen en heb ze afgesloten, ik heb een baan – al vijf jaar, Loesje heeft een konijnenopvang. We hebben nieuwe mensen leren kennen, anderen zijn afgevallen…

Op filmgebied is er ook veel veranderd. Sinds Avatar is het de normaalste zaak van de wereld om met een 3D-bril op je hoofd in de bioscoop te zitten. In The Hobbit: An Unexpected Journey gebruiken de makers voor het eerst een ‘48 frames per seconde techniek’, die de film een geweldige diepte en scherpte meegeeft. In scènes waar letterlijk honderden karakters tegelijk alle kanten op bewegen is de dynamische actie met gemak te volgen. Geslaagd experiment dus; voer dit maar in bij alle 3D spektakels.

12 december 2012 – Bijna exact 11 jaar na dato zit ik in de Pathe City voor The Hobbit: An Unexpected Journey. Geregisseerd door één van mijn grootste filmhelden: Peter Jackson, die met The Lord of the Rings trilogie, een tijdloze en monumentale fantasievisie neerzette. Dit zijn de films die ik met mijn kinderen wil kijken op winterse zondagen. The Hobbit sluit hier naadloos bij aan.

The Hobbit

Vanaf de eerste minuut, waarin Bilbo ons meeneemt in de fascinerende geschiedenis van de dwergen, was ik weer helemaal terug in Midden-Aarde. Qua opbouw en structuur lijkt me film exact op The Fellowship of the Ring. Na de geschiedenis van de dwergen is de missie duidelijk en stelt tovenaar Gandalf wederom een curieus gezelschap samen om de reis mee te gaan maken. Een cruciaal lid van het gezelschap wordt wederom een hobbit – Bilbo Baggins ditmaal – die eigenlijk niet gewend is veel buiten zijn comfortabele hobbithol te komen. Onderweg komen ze het ene gevaar na het andere tegen – orks, goblins, wargs, reuzen, trollen en donkere magie – terwijl ze dichter bij hun bestemming komen: the lonely mountain (Erebor) waar de magnifieke draak Smaug zich schuilhoud met zijn veroverde goudschat van de dwergen.

Ik was een beetje bang dat de film te lang zou duren sinds Jackson had aangekondigd dat hij The Hobbit in drie delen zou uitbrengen. Het bronmateriaal bedraagt namelijk maar zo’n 250 pagina’s (ter vergelijking: The Lord of the Rings heeft 1300 pagina’s). Mijn angst bleek volledig ongegrond. De film vloog voorbij en iedere scene – of hij nu wel of niet uit het boek kwam – voelde volledig gerechtvaardigd. Wat geweldig dat ons de komende twee jaar rond kerstmis nog zo’n ervaring wacht.

Missie geslaagd dus. Waar Jackson wat mij betreft vooral veel waardering voor verdiend is hoe hij zijn personages zo écht weet te maken. Dat is namelijk cruciaal om publiek mee te krijgen in een fantasiewereld, hoe overtuigend de visuele effecten ook mogen zijn. Slechts weinig filmmakers slagen hier zo goed in als Jackson. De 13 dwergen zijn fantastisch neergezet, en de relatie tussen Bilbo, Gandalf en dwergenleider Thorin Oakenshield is oprecht ontroerend. Geweldig gespeeld door deze drie hoofdpersonen ook, met precies de juiste balans tussen drama en humor. The Hobbit maakt nu al – ik veronderstel bij vele fans van deze films – meteen al een belangrijk deel uit van mijn eigen reis door het leven. Daarom is de titel ‘An Unexpected Journey’ ook zo goed. Het gaat niet alleen om de letterlijke reis die Bilbo gaat maken, maar de reis die ieders leven is. Soms komt er iets op je pad waar je niet om gevraagd hebt, en dan moed tonen en de juiste keuzes maken is wat je maakt als mens – en als hobbit.

Mijn Top 20 favoriete filmmakers

1. Martin Scorsese
Verantwoordelijk voor mijn favoriete film aller tijden: GoodFellas. Maar maakte talloze andere meesterwerken; Raging Bull, Taxi Driver, Casino, en vele anderen. Scorsese is een echte maestro die nooit teleur stelt.
Beste film: GoodFellas

2. Sergio Leone
Leefde te kort om een enorm portfolio na te laten, maar alles wat hij gedaan heeft is te gek. The Dollars Trilogy met Eastwood zijn de coolste films ooit en Once Upon a Time in America is een geniaal gangster epos.
Beste film: Once Upon a Time in the West

3. Quentin Tarantino
Maakt originele & uber coole films die hij baseert op onbekende pareltjes. Zijn meesterwerk is nog altijd Pulp Fiction, maar Reservoir Dogs en Kill Bill zijn bijna net zo briljant. Maakt nooit iets ondermaats.
Beste film: Pulp Fiction

4. Peter Jackson
Wist de onmogelijke missie om The Lord of the Rings te verfilmen tot een onvoorstelbaar succes te maken. Was daarvoor al een geweldig regisseur die Nieuw-Zeelandse splatter horror films maakte zoals Bad Taste en Braindead.
Beste film: The Lord of the Rings: The Two Towers

5.
The Coen Brothers
Hun oog voor bizarre personages is hyper ontwikkeld, hun humor onovertroffen en hun pen vlijmscherp. Ze maken om de twee jaar een te gekke film al zo’n 25 jaar lang, met hun hoogtepunt in de jaren 90 toen ze achtereenvolgens Fargo, The Big Lebowski en O Brother, Where Art Thou? maakte.
Beste film: Miller’s Crossing

6. Stanley Kubrick
De perfectionist. Leverde meesterwerken af die voor altijd verankerd zijn in de filmgeschiedenis. Wist uit te blinken in verschillende genres waaronder sci-fi (2001: A Space Odyssey), oorlog (Full Metal Jacket) en misdaad (The Killing)
Beste film: A Clockwork Orange

7. Steven Spielberg
Objectief de beste regisseur ter wereld. Weet de magie van film te pakken als geen ander. Heeft talloze klassiekers op zijn staan waaronder E.T.: The Extra-Terrestrial, Close Encounters of the Third Kind, Schindler’s List en Jurassic Park.
Beste film: Raiders of the Lost Ark

8.
Alfred Hitchcock
Hitchcock weet van een kartonnen doos nog tot een super spannend voorwerp te maken. Ze noemen hem niet voor niets de Master of Suspense. Is waarschijnlijk de meest invloedrijke regisseur ooit. Talloze scènes uit zijn oeuvre staan voor altijd op mijn netvlies gebrand.
Beste film: Rear Window

9. Sam Raimi
Maakte de hoogst vermakelijke Spider Man films, maar waar hij zichzelf wat mij betreft mee onsterfelijk heeft gemaakt is de Evil Dead trilogie. Heerlijke films. Maakte met The Quick and the Dead ook een fantastische western.
Beste film: Evil Dead II

10. Francis Ford Coppola
Hey, hij regisseerde The Godfather trilogie, hoe ga ik hem niet in mijn Top 10 zetten? Was ook verantwoordelijk voor de beste oorlogsfilm aller tijden met Apocalyse Now. Fenomenaal.
Beste film: The Godfather

Daarna volgen:
11. George Lucas (Beste Film: Star Wars: Episode IV – A New Hope)
12. James Cameron (Beste Film: Terminator 2: Judgment Day)
13. Danny Boyle (Beste Film: Trainspotting)
14. Brian De Palma (Beste Film: The Untouchables)
15. Akira Kurosawa (Beste Film: Throne of Blood)
16. Paul Verhoeven (Beste Film: RoboCop)
17. Robert Zemeckis (Beste Film: Back to the Future Part II)
18. Richard Linklater (Beste Film: Dazed and Confused)
19. Robert Rodriguez (Beste Film: Sin City)
20. Jim Jarmusch (Beste Film: Ghost Dog: The Way of the Samurai)

Fantasieserie ‘Game of Thrones’: Seizoen 1 hakt er lekker in

Eindelijk gezien; het eerste seizoen van HBO’s fantasy epos ‘Game of Thrones’. Mijn verwachtingen waren hooggespannen. Ten eerste omdat ik fan ben van HBO die met series als ‘Oz’ en ‘The Sopranos’ het televisiemedium opnieuw heeft uitvonden. Daarnaast ben ik niet vies van fantasy en de boeken van George R.R. Martin – die ik zelf overigens niet gelezen heb – staan in hoog aanzien van kenners van het genre.

Zoals de titel doet vermoeden draait de serie om een machtstrijd, namelijk die om het koninkrijk Westeros. Er zijn vier families bij de strijd betrokken. Het viel niet mee alle namen te onthouden en verhoudingen te doorgronden, dus de stamboom die bij de DVD geleverd zat, kwam goed van pas. Het is een soort middeleeuwen in Westeros, waar zowel de zomers als winters jaren duren. Het zijn roerige tijden in het land en het geweld laait soms behoorlijk op, wat de liefhebbers waarschijnlijk wel kan bekoren (dat deed het mij wel in ieder geval).

De cast is prima. Alleen Sean Bean hadden ze wat mij betreft niet moeten kiezen omdat het ‘Lord of the Rings’ label te veel aan hem kleeft. ‘Game of Thrones’ had echt wat compleet nieuws moeten zijn. Een uitschieter in de cast is Peter Dinklage, die als charmante maar zelfdienende dwerg Tyrion Lannister zorgt voor de broodnodige humor in de serie. Aan mooie vrouwen is er geen gebrek met Lena Headey als kwaadaardige koningin Cersei Lannister en de jonge Emilia Clarke als drakenvrouw Daenerys Targaryen. De sets en aankleding zijn prachtig, maar – HBO of niet – het blijft wel een televisieproductie, wat zoveel wil zeggen als; wie veldslagen a la LOTR verwacht, die zitten er niet in.

Wat ik al schreef, mijn verwachtingen waren behoorlijk hoog, en bij zulke verwachtingen kan het bijna niet anders dan een beetje tegenvallen. En dat deed het ook. Een beetje. De spanning ontbreekt compleet in behoorlijk wat afleveringen en veel scènes rond de wacht van de grote muur zijn ronduit saai. Daar tegenover staat dat de schrijvers niet bang zijn belangrijke personages uit de weg te ruimen wat voor een paar verassingen zorgt. Het gehalte fantasy is ook aan de lage kant. Het geweldige begin, waarin een groep soldaten achter de grote muur stuit op een soort zombiewezens, is eigenlijk de enige keer dat er bovennatuurlijke gebeurtenissen plaatsvinden. Dat gehalte mag omhoog in seizoen 2.

Conclusie: Ondanks wat kleine minpuntjes, is dit een prachtig gemaakt en geacteerde serie die je doet verlangen naar meer.

Bad Taste

Director: Peter Jackson
Written by: Ken Hammon, Tony Hiles, Peter Jackson
Cast: Terry Potter, Pete O’Herne, Craig Smith, Mike Minett

Year / Country: 1987, New Zealand
Running Time: 88 mins.

The Lord of the Rings isn’t the only movie-project Peter Jackson worked on for years. His debut Bad Taste, an amateur movie turned cult classic, took him four years to complete. Jackson and his friends shot it on weekends. The title says it all; a clan of extraterrestrials, under management of Lord Crump of Crump’s Country Delights, land in New Zealand because they think that with the delicacy of human flesh they will conquer the universe. But the government sends an anti-alien force and it’s splatter galore.

Bad Taste was filmed with amateur cameras and it shows. Still, because of Jackson’s dedication and perfectionism, the movie runs like clockwork; the steadicam shots and editing are done excellently. Also the improvised – no budget – special effects are very impressive. It’s even got an exploding sheep! True New Zealand style. You don’t have to look very closely to see that Jackson is a young master at work here. With his very own airbrush I might add. The gore is definitely not suitable for all stomachs.

Jackson felt he couldn’t let his friends do all the acting, so he took on one of the main parts himself. Derek (“Derek’s don’t run”) is a twisted maniac, who’s so devoted to saving planet Earth, that he is willing to kill and torture as many aliens as he can in the process. He is having as much twisted fun as his creator is. Jackson said in an interview one time that he would love to make Bad Taste 2. Let’s hope that he does, because it will be a blast to see Derek and the boys take on a new Lord Crump. “Those bloody bastards!”

Rating:

Biography: Peter Jackson (1961, Pukerua Bay, New Zealand) started making films at around the age of eight. His early short films already featured special effects that would become one of Jackson’s trademarks. Together with friends and family he worked on his first feature length movie Bad Taste which took him four years to complete. What had started as a joke became a cult classic and opened many doors for Jackson. He then made a number of professional horror films, including genre classic Braindead. Then he embarked on one of the most ambitious movie projects of all time; The Lord of the Rings trilogy. Jackson succeeded with glory and the three LOTR films were enormously successful. He continued with a remake of the film that inspired him the most as a filmmaker: King Kong.

Filmography (a selection): The Valley (1976, short) / Bad Taste (1987) / Meet The Feebles (1989) / Braindead (1992) / Heavenly Creatures (1994) / Forgotten Silver (1995) / The Frighteners (1996) / The Lord of the Rings: The Fellowship of the Ring (2001) / The Lord of the Rings: The Two Towers (2002) / The Lord of the Rings: The Return of the King (2003) / King Kong (2005) / The Lovely Bones (2009) / The Hobbit: An Unexpected Journey (2012) / The Hobbit: The Desolation of Smaug (2013) / The Hobbit: The Battle of the Five Armies (2014) / They Shall Not Grow Old (2018, doc) / The Beatles: Get Back (2021, TV Mini Series)