Those Were the DVDays

Na 20 jaar verzamelen is het nu eindelijk afgelopen. Mijn DVD-collectie ligt in mappen op zolder. Voor schijfjes is geen plaats meer op deze wereld. Alles is streambaar of downloadbaar. En dat is oké, beter voor het milieu ook. Maar voor het plezier van het verzamelen bestaat in deze tijd nog geen vervanger.

Ik begon halverwege de jaren 90’ met het aanleggen van een VHS-collectie (voor de jongere lezer: videobanden). Dit waren de jaren dat je films nog moest huren bij de lokale videotheek. Ik kocht de echte topfilms die ik wilde bezitten bij o.a. Free Record Shop, Blokker, Virgin Megastore, Fame, Boudisque, en de inkoopafdeling van verschillende videotheken. Niet toevallig bijna allemaal zaken die nu uit het straatbeeld zijn verdwenen. Zij konden de omslag niet maken naar de nieuwe tijd.

Toen we het nieuwe millennium naderde , kreeg ik mijn eerste DVD: Naked Lunch van David Cronenberg. Er volgde er snel meer. DVD’s boden in die tijd nog twee voordelen. Ten eerste kon je opeens unieke films krijgen, via o.a. Amazon, Boudisque en Concerto, die ik daarvoor nog nooit ergens had kunnen vinden. Ik begon cult films te verzamelen: oude horror klassiekers, obscure spaghettiwesterns en blaxploitation klassiekers zoals Foxy Brown en Cleopatra Jones. Langzaam groeide mijn verzameling uit tot een echte super collectie.

Het tweede voordeel van DVD’s was dat het de enige manier was om series – die in die tijd aan een snelle opmars bezig waren – on demand te zien. In 2004, toen ik studeerde in Haarlem, ging ik maar eens het eerste seizoen van The Sopranos op DVD scoren. Ik had een artikel gelezen over hoe briljant de psychotherapie in de serie was weergegeven. “Wedden dat je hier binnen twee weken terug bent om seizoen 2 te halen?” zei de verkoper. Hij had helemaal gelijk; ik raakte binnen de kortste keren hooked aan de belevenissen van Tony Soprano en zijn New Jersey maffiaclan. Die dagen op m’n studentenkamertje waren misschien wel de beste televisie-uren van mijn hele leven. Hiermee wil ik zeggen; weet wat je beleeft als je het beleeft, want misschien beleef je het wel nooit meer.

Inmiddels hebben streamingdiensten het hele serie-aanbod overgenomen. Netflix brengt veel door hun geproduceerde content niet eens meer uit op DVD. De obscure cult films zijn inmiddels ook te vinden via download-sites. Niet helemaal legaal natuurlijk, maar daar hebben de meeste moderne filmkijkers maling aan. Kortom, het bezitten van films via een fysiek medium heeft veel van zijn waarde verloren. Natuurlijk kun je nog wel digitaal films kopen via bijvoorbeeld iTunes, wat ik als karma-gelovige nog wel eens doe, maar dit biedt natuurlijk niet de vreugde van de zoektocht naar bijzondere titels.

Er is nog tenminste één plek in Nederland waar ik uit nostalgie terecht kan voor een zoektocht naar speciale films: Concerto aan de Utrechtsestraat in Amsterdam. Niks heerlijkers dan een uur lang door alle bakken gaan en te vertrekken met een stapel nooit-geziene juweeltjes onder de arm.

Voor deze activiteit bestaat nog geen equivalent in het digitale domein. Misschien een kans voor een nieuwe businessmodel. De fysieke wereld en virtuele wereld gaan steeds meer integreren en op elkaar lijken. Het verzamelen van films via iTunes is saai en lijkt in niks op deze speciale ervaring. Een slimme ondernemer zou het type verzamelaars als ik als klant kunnen maken wanneer hij er in slaagt die bijzondere ervaring in een virtuele omgeving mogelijk te maken. Een klein marktsegment weliswaar, maar wel eentje die bereid is een flink budget te besteden.

Tot die tijd,
Thank you for the DVDays!

Heerlijk nostalgisch: Actiefilms uit de jaren 80/90

Toen ik opgroeide in de jaren 80’ en 90’, de tijd dat we films nog huurden op VHS-tapes bij videotheken, was ik verslaafd aan hersenloze actiefilms. Schwarzenegger, Willis, Stallone, Van Damme en Seagal waren mijn voornaamste helden toen.

Dan was er ook nog de B-klasse waar oa. Dolph Lundgren en Chuck Norris deel van uitmaakte. Of C-klassers zoals Michael Dudikoff (je weet wel. die dude van ‘American Ninja‘). En dan waren er nog Bruce Lee, zijn zoon Brandon Lee, Wesley Snipes, Keanu Reeves, Mel Gibson, Kurt Russell en nog een paar die ik nu vergeet.


Maria Shriver kan hem wel schieten.

De films waren meestal slecht, maar als ze een aantal ingrediënten bevatte was ik blij, namelijk;
1. Een vermakelijke schurk;
2. Minstens om het kwartier een actiescène of moord;
3. Lijken bij bosjes;
4. Humor (eventueel).

Van de week werd mijn lust voor dit genre weer opgewekt door een artikel dat ik las op filmwebsite Empire. Hier worden veel van mijn favoriete actiefilms besproken, zoals ‘Predator’ en ‘Commando’. De meeste hiervan heb ik sinds mijn jeugd nog minstens één keer gezien, maar eentje was ik bijna compleet vergeten. Ik heb het over één van mijn favoriete films uit die tijd. Een film die uitblinkt in stompzinnige actiescènes en explosies, geen verhaal bevat, maar wel enorm slecht acteerwerk. Ik heb het over ‘Delta Force 2: The Colombian Connection‘.

Ik kreeg zo’n verschrikkelijke zin om deze film weer te zien, dat ik direct het winkelcentrum ben in gerend om hem aan te schaffen. Bij Intertoys had ik geluk en voor drie miezerige euro’s was ik eigenaar van Delta Force 2, die ook nog eens geleverd werd in een fantastische box, waar ook de toppers ‘Delta Force 1’ en ‘Logan’s War’ bij zaten.

Die tagline! Dat doet gewoon iets met je.

Zo geschiedde. Afgelopen weekend keek ik naar fucking ‘Delta Force 2’. In de eerste ‘Delta Force’ namen Scott McCoy en zijn collega ijzervreters het op tegen Libanese terroristen. In deel 2 zijn de drugskartels in Zuid Amerika aan de beurt. Aan het hoofd hiervan staat de ultieme smeerlap Ramon Cota, die zelfs baby’s laat vermoorden. McCoy weet hem te arresteren, maar hij komt weer vrij en ontvoerd wat DEA collega’s van hem. Tijd voor McCoy’s team om met grof geweld het hele kartel om zeep te helpen. Oh yeah.

Hoe voldoet de film aan de criteria?
1. Goed! Billy Drago (wie? Zie IMDb) speelt een gluiperige drugsbaas, een rol die hem op zijn lijf is geschreven. Veel beter kun je het niet krijgen.
2. De actie zit vooral in de tweede helft, waarin de missie ‘vernietig alles’ plaatsvindt. Zodra de actie arriveert, is het het wachten meer dan waard geweest.
3. Circa 75 lijken. Lang niet slecht dus.
4. Humor zit er ook nog in. Het overdreven Amerikaanse militaire machogedoe lijkt bijna een parodie op zichzelf. Een soort ‘Team America: World Police‘. Vrij hilarisch.

Vrijetijdskleding is niet echt zijn ding.

Tijdens de opname zijn trouwens vijf cast & crewmembers om het leven gekomen bij een helikopterongeluk. GESTORVEN-VOOR-FUCKING-DELTA-FORCE-2!! Maar, het is het zeker waard geweest, mannen. Ik had deze film voor geen goud willen missen. Het gevoel van nostalgie heeft me erg goed gedaan.


And remember kids: Don’t fuck with Chuck!

Zie ook mijn IMDb-lijst: 50 Nostalgic Action Movies From My Childhood – 1980-1993

Z Channel: A Magnificent Obsession

Z-Channel 3

(2004, USA)

Director: Xan Cassavetes
Features: Robert Altman, Penelope Sheeris, Jim Jarmusch, Quentin Tarantino, ao.

Running Time: 120 mins.

Documentary about the legendary Z Channel in Los Angeles, a pay TV channel where great cinema was shown between 1974 and 1988. Aspiring filmmaker Jerry Harvey became chief programmer of the channel and created a Walhalla for cinema lovers in that time in L.A.

Unfortunately, Harvey was mentally very unstable and in 1988 he committed suicide after killing his wife. After his death, Z Channel was finished as well when it turned into a sports channel. In this ‘legacy’ of Harvey, former friends, teachers and colleagues as well as filmmakers explain why Z Channel was such a successful and important platform for cinema at that time.

It was before VHS made its way into the living room, and people were dependent on television, besides cinema, to view movies. Harvey combined art films and commercial films in his programming which turned out to be a fantastic formula. Quentin Tarantino and Jim Jarmusch explain how much they loved Z Channel when they were growing up, and how it formed an important part of their education. Director Xan Cassavetes, the daughter of actor-director John Cassavetes and actress Gena Rowlands, got hooked to Z Channel after being grounded as a child. It was the beginning of her obsession with cinema.

The channel was so popular that even market leaders HBO and Showtime couldn’t muscle it out of L.A. Z Channel had a zero turnrate which means that no subscriber ever cancelled the channel.

Z-Channel 1
Programmer Harvey wrote the screenplay for the western China 9, Liberty 37

Another one of Harvey’s triumphs was to show uncut versions of films such as The Wild Bunch, Heaven’s Gate, Once Upon a Time in America and 1900. Films that were initially trashed by critics now became very successful features. Z Channel also became a platform for European directors, like Paul Verhoeven, that found work in America thanks to the screening of their European work on the channel. Harvey and his team also organised regular film festivals with retrospectives of Kurosawa and the likes. It must have been truly magnificent.

Cassavetes shows a great collection of film fragments that give a good sense of how brilliant and revolutionary the Z Channel programming must have been. Cinema lovers will be thrilled at the idea of seeing something like Fassbinder’s Berlin Alexanderplatz uncut on television. It was not made to last. Like one of the interviewees says; ‘you just never know when you are living in a glorious time’. The downfall of Z Channel came together with the downfall of Harvey. An obvious loss that Cassavetes makes manifestly clear.

Z-Channel 4
Boxoffice hit The Empire Strikes Back had its television premiere on Z Channel

Review originally written for International Film Festival Rotterdam, where this documentary was screened in 2005.

See also: List of Film Fragments in Z Channel: A Magnificent Obsession

Videodrome

Director: David Cronenberg
Written by: David Cronenberg
Cast: James Woods, Sonja Smits, Deborah Harry, Peter Dvorsky

Year / Country: 1983, Canada
Running Time: 84 mins.

In David Cronenberg’s Videodrome, shabby network TV-producer Max Renn (James Woods) is searching for the ultimate shock-TV experience to serve his buccaneers. When his tech-man Harlan breaks into a secret cult-network show called ‘Videodrome’ he finds what he is looking for. A series of snuff videos that are very grotesque, realistic and brutal. Not meant for public consumption. But, as Max puts it, his channel is too small to be considered public.

Max justifies his occupation with economics. His network is small and can only survive by giving the audience something they can’t get anywhere else, hence his interest in Videodrome. When Max participates in a television debate about the ethics of his work, he meets the girl Nicki with whom he hooks up afterwards. She turns out to be pretty much a masochist, who wants to audition for Videodrome herself. Then Max finds out that the show – that is all about torture, mutilation and murder – is real.

When Max goes to speak to television guru Brian O’Blivion, he starts having hallucinations. And very soon the lines between reality and video begin to fade. It goes deep. What we learn along with Max is that reality is pure perception. According to O’Blivion, Videodrome will eventually evolve the human brain so that it will be able to control hallucinations and change the human reality entirely.

Master of body horror David Cronenberg sets up this creepy movie perfectly. The prospect of an unleashed hallucination machine is pretty much terrifying, especially after seeing what Max sees. Max has to watch his own body mutate when a videocassette inserter appears in his belly. This can be used by the creators of Videodrome to insert hallucinations in the form of pulsating VHS-cassettes. The flesh transformations are made very gruesomely by FX-wizard Rick Baker. A frightening exploration of the mind of those who like extreme stuff. A movie that was ahead of its time and is still powerful today in both style and message.

Rating:

Biography: David Cronenberg (1943, Toronto), also known as the King of Venereal Horror or the Baron of Blood, grew up in Toronto. His father was a journalist and his mother a piano player. Cronenberg graduated from the University of Toronto with a degree in literature after switching from the science department. He then turned to filmmaking and reached a cult status with a few early horror features including Shivers and Rabid. He rapidly became a very popular genre filmmaker and eventually a true auteur, making profound statements on modern humanity and ever-changing society.

Filmography (a selection): Transfer (1966, short) / Stereo (1969) / Shivers (1975) / Rabid (1977) / Fast Company (1979) / The Brood (1979) / Scanners (1981) / The Dead Zone (1983) / The Fly (1986) / Dead Ringers (1988) / Naked Lunch (1991) / Crash (1996) / eXistenZ (1999) / Spider (2002) / A History of Violence (2005) / Eastern Promises (2007) / A Dangerous Method (2011) / Cosmopolis (2012) / Crimes of the Future (2022)